Pagina 1
Gebruiksaanwijzing Rider 15V2 Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik Nederlands de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
INHOUDSOPGAVE Gebruiksaanwijzing voor Rider 15V2 Inleiding ............... 2 Controle van het luchtfilter van Rijden en transport op de openbare weg ..2 de brandstofpomp .......... 25 Slepen .............. 2 Controle van het peil van het accuzuur ..25 Gebruik ............2 Ontstekingssysteem ........
INLEIDING Beste klant, Hartelijk dank voor het feit dat u heeft gekozen voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders zijn gemaakt volgens een uniek concept met een aan de voorzijde gemonteerd maaidek en een gepatenteerde besturing van de achterwielen. De Rider is gemaakt voor de hoogste efficiency op zelfs kleine en nauwe oppervlakken.
INLEIDING Goede service De producten van Husqvarna worden over de hele wereld verkocht en alleen maar in de vakhandel die ook service biedt. Dit om ervoor te zorgen dat u als klant de beste ondersteuning en service krijgt. Voordat het product werd afgeleverd is de machine gecontroleerd en afgesteld door uw dealer.
VERKLARING VAN SYMBOLEN Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. Bestudeer ze nauwkeurig zodat u weet wat ze betekenen. Lees de gebruiksaanwijzing. Achteruit Neutraal Snel Langzaam Motor uit Accu Choke Brandstof Oliepeil Maaihoogte Naar achteren Naar voren Ontsteking Hydrostatisch vrijwiel Gebruik gehoorbescherming...
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Veiligheidsinstructies Deze instructies zijn gemaakt voor uw veiligheid. Lees ze aandachtig door. WAARSCHUWING! Het ingevoegde symbool betekent dat belangrijke veiligheidsinstructies onder de aandacht gebracht moeten worden. Het betreft uw veiligheid. Algemeen gebruik • Lees alle instructies uit deze gebruiksaanwijzing en op de machine voordat u hem start.
Pagina 8
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Wees voorzichtig bij het ronden van een vast WAARSCHUWING! voorwerp, zodat de messen er niet tegen aan De uitlaatgassen van de motor komen. Rijd nooit over vreemde voorwerpen van de machine, inclusief heen. bepaalde stoffen daarin, en sommige machineonderdelen •...
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Rijden op hellingen Het rijden op hellingen is een van de operaties waar het risico het grootst is dat de bestuurder de controle verliest of dat de machine omver valt, hetgeen ernstig letsel of overlijden kan veroorzaken. Alle hellingen vragen om extra voorzichtigheid.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Kinderen Ernstige ongelukken kunnen gebeuren als men niet alert is op kinderen in de buurt van de machine. Kinderen worden vaak door de machine en de maaiwerkzaamheden aangetrokken. • Ga er nooit van uit dat kinderen op de plek blijven waar u ze het laatst zag.
Pagina 11
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Als lekkage is opgetreden in het brandstofsysteem mag de motor niet gestart worden voordat dit is verholpen. WAARSCHUWING! • Bewaar de machine en de brandstof zodanig dat De motor en het uitlaatsysteem worden zeer warm tijdens gebruik. er geen risico bestaat dat lekkende brandstof of Risico voor brandwonden bij brandstofdampen schade kunnen veroorzaken.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Gebruik de machine nooit binnenshuis of in ruimtes die ventilatie missen. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een geurloos, giftig en levensgevaarlijk gas. • Stop om de uitrusting te inspecteren wanneer u tegen een voorwerp aanrijdt. Repareer, indien nodig, voordat u start. •...
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft een Rider 15V2. voetpedalen mogelijk is. Deze zitmaaier is uitgerust met een motor van Kawasaki van 15 paardekrachten.
PRESENTATIE Gasbediening De gasbediening regelt het toerental van de motor en daarmee ook de rotatiesnelheid van de messen. Om het toerental van de motor te verhogen of verlagen wordt de bediening vooruit resp. achteruit gebracht. Voorkom lange tijd stationair draaien, het risico van een afzetting op de bougie bestaat.
PRESENTATIE Maaielement De Rider 15V2 kan worden uitgerust met vijf verschillende maaielementen. • BioClip 900 mm/35" • Achteruitworp 970 mm/38" • Zijuitworp 970 mm/38" • Combi 1.030 mm/41" • Combi 1120 mm/44" Zie ”Onderhoud\Controle van de messen” voor de identificatie van het maaielement.
PRESENTATIE Hendel voor instelling van maaihoogte Met de hendel kan de maaihoogte op 9 verschillende standen worden gezet. Achteruit- en zijuitworpelement 40-90 mm (1 9/16" - 3 9/16") BioClip- en Combielement 45-95 mm (1 3/4" - 3 3/4") Zitting De zitting heeft aan de voorkant een scharnierbevestiging en kan naar voren geklapt worden.
GEBRUIK Voor de start • Lees de veiligheidsinstructies en de informatie over de plaats en functies van de hendels voor de start (zie blz. 5-14). • Voer dagelijks onderhoud uit voor de start (zie het onderhoudsschema op blz. 20). Starten van de motor 1.
Pagina 18
GEBRUIK 5. Als de motor start, laat dan de contactsleutel meteen terug springen naar de neutrale stand. BELANGRIJKE INFORMATIE Laat de startmotor niet langer dan ca. 5 seconden achter elkaar draaien. Als de motor niet start wacht dan ca. 15 seconden voordat de volgende startpoging wordt gedaan.
GEBRUIK Rijden met de zitmaaier 1. Zet de parkeerrem los door eerst het rempedaal in te drukken en het daarna op te laten komen. 2. Druk voorzichtig een van de pedalen in tot de gewenste snelheid verkregen is. Voor vooruit rijden, drukt u pedaal (1) in en voor achteruit rijden pedaal (2).
GEBRUIK 4. Druk de vergrendelknop op de hefstang in en laat het maaielement zakken. BELANGRIJKE INFORMATIE De levensduur van de aandrijfriemen wordt aanzienlijk vergroot wanneer de motor een laag toerental heeft wanneer de messen ingeschakeld worden. Geef daarom pas gas wanneer het maaielement in maaistand staat.
GEBRUIK WAARSCHUWING! Gebruik de zitmaaier nooit op terrein dat meer dan 15° helt. Maai hellingen van boven naar beneden, nooit dwars. Verander niet plotseling van richting. MAX 15 Afzetten van de motor Laat de motor bij voorkeur een minuut stationair lopen om weer de normale werktemperatuur te krijgen voordat hij wordt afgezet, als hij hard heeft moeten werken.
ONDERHOUD Onderhoudsschema Hieronder volgt een lijst van het onderhoud dat aan de zitmaaier moet worden uitgevoerd. Voor de punten die niet in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, moet u een erkende servicewerkplaats bezoeken. Dagelijks Onderhoudsinterval onder- in uren houd Onderhoud Bladzijde voor de start Controleer het oliepeil van de motor...
ONDERHOUD Demonteren van de kappen van de zitmaaier De motorkap De motor wordt bereikbaar voor service wanneer de motorkap wordt opgeklapt. Klap de zitting naar voren, maak de rubberen strop onder de zitting los en klap de kap naar achteren. De frontkap Maak de kliksluiting van de frontkap los en til de kap eraf.
ONDERHOUD Controle en afstellen van stuurkabels De besturing wordt geregeld met behulp van kabels. Deze kunnen na een tijdje gebruik oprekken, wat betekent dat de instelling van de besturing kan wijzigen. De besturing wordt op de volgende manier gecontroleerd en afgesteld: 1.
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de gaskabel Controleer of de motor reageert bij gas geven en of het juiste toerental wordt bereikt bij volgas geven. Ga in geval van twijfel naar een servicewerkplaats. Indien afstelling nodig is, kan dit als volgt op de onderste kabel uitgevoerd worden: 1.
ONDERHOUD Vervangen van luchtfilter WAARSCHUWING! Het uitlaatsysteem is warm. Laat het afkoelen voordat u begint aan het vervangen van het luchtfilter. Als de motor zwak lijkt of ongelijkmatig loopt kan de oorzaak een verstopt luchtfilter zijn. Het is daarom belangrijk om met regelmatige tussenpozen het luchtfilter te vervangen (zie onder ”Onderhoud/ Onderhoudsschema”...
ONDERHOUD Controle van het luchtfilter van de brandstofpomp Controleer regelmatig of er geen vuil op het luchtfilter van de brandstofpomp zit. Het filter kan indien nodig met een kwast schoongemaakt worden. • Schroef de bouten los en haal de pomp van de steun.
ONDERHOUD Controle van veiligheidssysteem De zitmaaier is uitgerust met een veiligheidssysteem dat starten of rijden onder de volgende condities verhindert. De motor moet alleen gestart kunnen worden wanneer het maaielement omhoog getild is en de hydrostaatpedalen in neutraalstand staan. Startmotor Functioneert De bestuurder hoeft niet op de bestuurderszitting te zitten.
ONDERHOUD Hoofdzekering De zekering zit in een losse houder onder het deksel van de accubak, voor de accu. Type: Platte stift, 15 A. Gebruik geen andere zekering bij vervangen. Een gesprongen zekering geeft aan dat de stift verbrand is. Trek de zekering uit de houder om te vervangen.
ONDERHOUD Monteren van maaielement WAARSCHUWING! Draag een beschermingsbril wanneer u het maaielement monteert. De veer waarmee de riem wordt gespannen kan loskomen en persoonlijk letsel veroorzaken. 1. Plaats de Rider op een vlakke ondergrond en activeer de parkeerrem. Controleer of de hendel voor het instellen van de maaihoogte in de laagste stand staat.
ONDERHOUD 6. Plaats de steunwielen weer op hun plaats terug. 7. Monteer de frontkap. 8. Zet de veer van het spanwiel vast. Monteren van BioClip 90 Wanneer de BioClip 90 gemonteerd moet worden moeten de steunwielen van de aandrijfriem weggehaald worden. 1.
ONDERHOUD ONDERHOUD Controle en afstellen van gronddruk van het maaielement Om het beste maairesultaat te krijgen moet het maaielement de ondergrond volgen zonder te stevig aan te liggen. De druk wordt afgesteld met een schroef aan beide kanten van de zitmaaier. 1.
ONDERHOUD Controle van de parallelliteit van het maaielement Controleer de parallelliteit van het maaidek als volgt: 1. Controleer de luchtdruk van de banden 60 kPa (0,6 kp/cm /8,5 PSI). 2. Zet de zitmaaier op een vlakke ondergrond. 3. Zet de hefstang in maaistand. 4.
Pagina 34
ONDERHOUD BELANGRIJKE INFORMATIE Op een BioClip 90 element moeten de messen in een hoek van 90° ten opzichte van elkaar staan. Anders kunnen de messen tegen elkaar lopen en beschadigingen aan het maaielement veroorzaken. 5. Controleer of de messen net als op de afbeel- ding in een hoek van 90º...
Pagina 35
ONDERHOUD 4. Een tip: Markeer de stand van de messen op de desbetreffende poelie met een stift. Draai de drie bouten 1/2 – 1 slag losser. Druk de riem samen tot max. slapte en draai een van de bouten vast. Vervang de riem en zet hem vast volgens de afbeelding (plaatje op de kap).
ONDERHOUD Servicestand voor maaielement Om ervoor te zorgen dat u bij schoonmaken, reparatie en service overal goed bij kunt, kan het maaielement in servicestand gezet worden. Servicestand betekent dat het element opgeklapt en vergrendeld is in verticale stand. In servicestand zetten 1.
Pagina 37
ONDERHOUD 4. Monteer de twee steunwielen aan elke kant van het achterdeel van het element. WAARSCHUWING! Draag een beschermingsbril wanneer u het maaielement demonteert. De veer waarmee de riem wordt gespannen kan loskomen en persoonlijk letsel veroorzaken. 5. Maak de veer van de spanpoelie van de aandrijfriem los.
Pagina 38
ONDERHOUD WAARSCHUWING! Neem voorzichtigheid in acht zodat uw hand niet bekneld raakt. 8. Til de aandrijfriem (1) eraf. Trek daarna de spie (2) eruit. 9. Trek het frame naar voren en plaats de splitpen terug. 10. Pak de voorkant van het maaielement beet, trek eraan en til het naar servicestand.
ONDERHOUD Controle van messen Om het beste maairesultaat te bereiken is het belangrijk dat de messen onbeschadigd en scherp zijn. Controleer of de bevestigingsbouten van de messen goed zijn aangedraaid. 90° 90° BELANGRIJKE INFORMATIE Vervangen of slijpen van de messen moet door een erkende servicewerkplaats gedaan worden.
ONDERHOUD Vervangen van breekpen (BioClip 90, Combi 103) Om het maaielement met aandrijving te beschermen wanneer op een hindernis wordt gebotst, moeten de messen voorzien zijn van een breekpen. Op iedere mesbout zit een gebogen verende glijring. Deze ring moet altijd door een nieuwe worden vervangen wanneer de breekpen vervangen wordt.
SMEREN Controle van het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil in de motor als de machine horizontaal staat en de motor gestopt is. Klap de motorkap omhoog. Maak de peilstok daarna los en trek hem weer omhoog. Doe de peilstok vervolgens weer in het gat door hem in te schroeven.
SMEREN Vervangen van motorolie De motorolie moet de eerste keer vervangen worden na 8 uur bedrijfstijd. Daarna moet het verversen om de 100 bedrijfsuren plaatsvinden. Bij zware belasting of hoge omgevingstempera- turen, om de 50 bedrijfsuren olie vervangen. WAARSCHUWING! De motorolie kan zeer warm zijn als deze direct na het stoppen afgetapt wordt.
SMEREN Controle van het oliepeil van de transmissie 1. Verwijder de kap op de transmissie. Maak de beide bouten los (een aan iedere kant) en til de transmissiekap eraf. 2. Controleer of er olie in de olietank van de transmissie zit. Vul indien nodig bij met motor- olie SAE 10W/30 (klasse SF-CC).
SCHEMA VOOR HET OPSPOREN VAN STORINGEN Probleem Oorzaak De motor start niet • Er zit geen brandstof in de brandstoftank • Bougie verkeerd • Verkeerde bougieaansluiting of verwisselde kabels • Vuil in carburateur of brandstofleiding • De startmotor trekt de motor niet rond De startmotor trekt de motor niet rond •...
STALLEN Winterstalling Volg de volgende stappen om de zitmaaier gereed te maken voor stalling: Aan het einde van het maaiseizoen moet de zitmaaier direct klaar gemaakt worden voor stalling, 1. Maak de zitmaaier zorgvuldig schoon, vooral dit moet ook gebeuren wanneer hij langer dan 30 onder het maaielement.
Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de zitmaaier Husqvarna Rider 15V2 met een serienummer uit het jaar 2002 en verder (het jaar met daaropvolgend een serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming is met de voorschriften in de RICHTLIJNEN VAN DE RAAD: - van 22 juni 1998 ”betreffende machines”...
SERVICESCHEMA Maatregel Leverservice 1. Vul de accu met accuzuur en laadt hem vier uur op. 2. Monteer stuur, sleepoog en in voorkomende gevallen overige onderdelen. 3. Stel het maaielement af: Stel de hefveer af (het ”gewicht” van het maaielement moet 12-15 kg/26,5-33 lbs worden).