•
Robotmaaier
•
Laadstation
•
Voeding
•
Laagspanningskabel
•
Schroeven voor het laadstation
•
Meter
3.2.1 Installatiegereedschappen
Tijdens de installatie hebt u ook het volgende nodig:
•
Hamer/kunststof moker (om de haringen
eenvoudiger in de grond te krijgen).
•
Combinatietang voor het knippen van de
begrenzingsdraad en het samenknijpen van de
connectoren.
•
Waterpomptang (voor het samenknijpen van de
koppelingen).
•
Kantensteker/rechte spade als de begrenzingsdraad
moet worden ingegraven.
3.3 Laadstation
Het laadstation heeft 3 functies:
•
Controlesignalen door de begrenzingsdraad
verzenden.
•
Stuursignalen verzenden door de begeleidingskabel
zodat de robotmaaier het laadstation kan vinden.
•
De accu van de robotmaaier opladen.
3.3.1 Beste locatie voor het laadstation
Houd bij het kiezen van de beste locatie voor het
laadstation rekening met de volgende aanbevelingen:
•
Zorg voor minimaal 3 m/10 ft vrije ruimte vóór het
laadstation.
•
Leg minimaal 1,5 m/5 ft. begrenzingsdraad vanaf het
laadstation in een rechte lijn naar rechts en links.
•
Plaats het laadstation in de buurt van een
stopcontact. De bijgeleverde laagspanningskabel is
10 m/33 ft lang.
•
Plaats het vulstation op een vlakke ondergrond vrij
van scherpe objecten.
•
Bescherm het laadstation tegen spatwater,
bijvoorbeeld van sproeiers.
•
Bescherm het laadstation tegen direct zonlicht. Het
oplaadproces wordt beïnvloed door de
omgevingstemperatuur.
•
Plaats het laadstation in het lagere deel van een
werkgebied met een aanzienlijke helling.
•
Overweeg of het laadstation aan het zicht van
buitenstaanders moet worden onttrokken.
758 - 001 - 25.05.2018
3 m / 10 ft
2 m / 7 ft
Plaats het laadstation niet in krappe ruimtes of in een
hoek. Als dat wel gebeurt, kan de robotmaaier moeite
hebben om het laadstation te vinden.
Het laadstation moet op een vlakke ondergrond worden
geplaatst. De voorkant van het laadstation mag niet
hoger of lager worden geplaatst dan de achterkant,
zoals aangegeven in onderstaande afbeelding.
Max 3 cm / 1.2"
Het laadstation mag niet zodanig worden geplaatst dat
de grondplaat verbogen kan raken.
Wanneer de installatie wordt uitgevoerd in een
werkgebied met een steile helling, moet het laadstation
onder aan de helling worden geplaatst. Dat maakt het
eenvoudiger voor de robotmaaier om de
begeleidingsdraad naar het laadstation te volgen.
Installatie - 11