Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebr uiksaanwijzing
Rider 13 C5
Neem de gebruiksaanwijzing gr ondig door en gebruik de
D D D D u u u u t t t t c c c c h h h h
machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Husqvarna Rider 13 C5

  • Pagina 1 Gebr uiksaanwijzing Rider 13 C5 Neem de gebruiksaanwijzing gr ondig door en gebruik de D D D D u u u u t t t t c c c c h h h h machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    INHOUD Inhoud Verwijderen van BioClip-plug ........Smeren INHOUD Controle v an het oliepeil van de motor ......Inhoud ................Vervangen van motorolie ..........INLEIDING Smeren van de riemspanner ........Beste klant! ..............Smeren algemeen ............Rijden en transport op de openbare weg ..... Storingssc hema Slepen ................
  • Pagina 3: Inleiding

    Beste klant! Gef eliciteerd met uw keuze voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders zijn gemaakt volgens een uniek concept met een aan de voorzijde gemonteerd maaidek en een gepatenteerde besturing van de achterwielen. De Rider werkt heel effectief, ook op kleine en nauwe oppervlakken.
  • Pagina 4: Ser Vicejournaal

    Ser vicejournaal Ser vice bij levering 1 Laad de accu 4 uur lang bij max. 3 A. 2 Monteer het stuur, de zitting en indien nodig andere onderdelen. 3 Controleer en stel de luchtdruk van de banden af (60 kPa, 0,6 bar, 9 PSI). 4 Stel het maai-element af: Stel de sluitveren af (het maai-element weegt tussen 12-15 kg / 26.5-33 lb).
  • Pagina 5: Verklaring Van De Symbolen

    VERKLARING V AN DE SYMBOLEN Symbolen Ontsteking Dez e symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. Hydrostatische free-wheell WAARSCHUWING! Slordig of onjuist gebruik kan resulteren in ernstig letsel of overlijden van de gebruiker of anderen. Waarschuwing: draaiende delen. Houd de handen en voeten vrij.
  • Pagina 6 VERKLARING V AN DE SYMBOLEN Het maaidek moet w orden gemonteerd bij volle snelheid. Startinstructie Controleer het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil van de hydrostaat Breng de maaikast omhoog Schakel de parkeerrem in en vergrendel deze. Als de motor koud is, gebruik dan de choke Los de handrem voordat u gaat rijden Zet de motor af en maak de...
  • Pagina 7: Eiligheidsinstructies

    VEILIGHEIDSINSTR UCTIES V eiligheidsinstructies • Stop de motor en voorkom een motorstart voordat u de uitloopgoot schoonmaakt. Dez e instructies zijn gemaakt voor uw veiligheid. Lees ze • Pas op voor de uitworp en richt die niet op iemand. aandachtig door. •...
  • Pagina 8: Rijden Op Hellingen

    VEILIGHEIDSINSTR UCTIES Rijden op helling en • Laat de machine nooit zonder toezicht achter wanneer de motor draait. Zet de messen altijd uit, trek de handrem aan, stop de motor en haal de sleutel eruit voordat u de Het r ijden op hellingen is een van de operaties waar het risico machine achterlaat.
  • Pagina 9: Kinderen

    VEILIGHEIDSINSTR UCTIES • Maai niet vlakbij randen, sloten of wallen. De machine kan • Vul nooit binnenshuis brandstof bij. plotseling omslaan wanneer één wiel over de rand van een diepte of een sloot komt, of wanneer een rand instort. • Maai geen nat gras.
  • Pagina 10: Transport

    VEILIGHEIDSINSTR UCTIES • Wees voorzichtig bij het onderhoud van de accu. In de • Verminder het brandgevaar door gras, blad en ander vuil accu wordt een explosief gas gevormd. Voer nooit dat erin vast komt te zitten van de machine te halen. Laat onderhoud aan de accu uit terwijl u rookt of in de buurt van de machine afkoelen voor deze in de stalling wordt gezet.
  • Pagina 11: Wat Is Wat

    WAT IS WAT? Plaatsing van de bedieningsorganen 1 Gashendel/chokehendel Koppelingspedaal. 2 Ontstekingsslot 9 Instelling van zitting. 3 Versnellingshendel 10 Product- en serienummerplaatje 4 Hendel voor instelling van maaihoogte 11 Deksel brandstoftank 5 Hefstang voor het maaielement 12 Motorkapslot 6 Vergrendeling voor parkeerrem. 13 Accu 7 Parkeerrem –...
  • Pagina 12: Presentatie

    De handrem wordt op de volgende wijze aangezet: Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend kwaliteitsproduct waar u lang plezier van zult hebben. Rider 13 C5 hebben een versnellingsbak van het ”inlinetype” met 5 versnellingen vooruit en één achteruit. 1 Druk het parkeerrempedaal in.
  • Pagina 13: Hefstang Voor Het Maaielement

    PRESENTATIE Hefstang voor het maaielement Zitting De hendel wordt gebruikt om de maaikast in de transport- of De zitting heeft een gelede bevestiging aan de voorkant en maaistand te zetten. kan voorover worden geklapt. Wanneer de stang naar achteren wordt getrokken zal het De zitting kan ook worden afgesteld in de lengterichting.
  • Pagina 14: Rijden

    Rijden Voor de start 3 Zet de versnellingspook in stand ”N” (vrij). BELANGRIJK! Het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de bestuurderszitting mag niet geblokkeerd zijn door bijv. kledingstukken, bladeren, gras of viezigheid. Dat verslechtert de koeling van de motor. Risico van ernstige motorbeschadigingen.
  • Pagina 15: Starten Van Een Motor Met Een Zwakke Accu

    Rijden 7 Als de motor start, laat dan de contactsleutel meteen • Sluit ieder eind van de rode kabel aan op de POSITIEVE terug springen naar de neutrale stand. pool (+) van iedere accu, en let goed op dat u geen einde tegen het chassis kortsluit.
  • Pagina 16: Maaitips

    Rijden 3 Kies de gewenste maaihoogte (1-7) met de hendel voor • De mooiste grasmat krijgt u als u deze vaak maait. Het het instellen van de maaihoogte. maaien wordt regelmatiger en het afgeknipte gras wordt gelijkmatiger over het oppervlak verdeeld. De totale tijd die u aan het maaien besteedt wordt niet langer aangezien een hogere rijsnelheid kan worden gekozen zonder dat het maairesultaat slechter wordt.
  • Pagina 17: Afzetten Van De Motor

    Rijden Afzetten van de motor Laat de motor bij voorkeur een minuut stationair lopen om weer de normale werktemperatuur te krijgen voordat hij wordt afgezet, als hij hard heeft moeten werken. Voorkom lange tijd stationair draaien, het risico bestaat dat een afzetting op de bougie optreedt.
  • Pagina 18: Onderhoud

    Onderhoud Onderhoudsschema Hier volgt een lijst met het onderhoud dat aan de zitgrasmaaier moet worden uitgevoerd. Voor de punten die niet in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, moet u een erkende servicewerkplaats bezoeken. Dagelijks onderhoud Minstens Onderhoudsinterval Onderhoud voor de start jaarlijks in uren 100 200...
  • Pagina 19: Schoonmaken

    Onderhoud Schoonmaken Frontkap Maak de snelsluiting los en verwijder de frontkap. Maak de machine direct na gebruik schoon. Het is veel makkelijker maairesten weg te spoelen als ze nog niet vast gedroogd zijn. Vleugelkap Maak de bouten van de vleugelkap (2 st) los en til de kap eraf. Olieresten kunnen worden opgelost met een koud ontvettingsmiddel.
  • Pagina 20: Controle Van Rem Rider

    Onderhoud 3 Indien nodig kunnen de kabels gespannen worden door 2 Trek de buitenhuls van de chokekabel zo ver mogelijk de stelmoeren aan iedere kant van de stuurkrans aan te naar rechts en zet de klemschroef vast. draaien. Span de kabels niet te strak, ze moeten alleen tegen de stuurkrans getrokken worden.
  • Pagina 21: Vervangen Van Brandstoffilter

    Onderhoud Controleren van het luchtfilter van 6 Til de voorreiniger voorzichtig uit het ventilatorhuis. de brandstofpomp Controleer regelmatig of het luchtfilter van de brandstofpomp vrij is van vuil. Het filter kan indien nodig worden gereinigd met een penseel. Maak het ventilatorhuis voorzichtig schoon, zodat het vuil niet in de carburateur valt.
  • Pagina 22: Vervangen Van Bougie

    Onderhoud Vervangen van bougie 1 Trek de bougiedop los en maak het rond de bougie schoon. 2 Verwijder de bougie met een 5/8” (16 mm) bougiesleutel. 3 Controleer de bougie. Vervang de bougie wanneer de elektroden rondom verbrand zijn of wanneer de isolator gescheurd of beschadigd is.
  • Pagina 23: Controle Van Veiligheidssysteem

    Onderhoud Controle van veiligheidssysteem Startmotor De zitmaaier is uitgerust met een veiligheidssysteem dat starten of rijden onder de volgende condities verhindert. Ontstekingssysteem De motor mag alleen kunnen starten wanneer het maaidek in de omhoogstand staat en de parkeerrem is ingeschakeld. De bestuurder hoeft niet op de bestuurderszitting te zitten.
  • Pagina 24: Controle Van De Koelluchtinlaat Van De Motor

    Onderhoud Controle van de koelluchtinlaat van 3 Stel de gronddruk van het maaielement af door de stelschroeven die aan beide kanten van de zitmaaier de motor achter de voorwielen zitten, in of uit te schroeven. De gronddruk moet tussen 12 en 15 kilo zijn en de veren Maak het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de moeten gelijk gespannen zijn.
  • Pagina 25: Servicestand Voor Maai-Element

    Onderhoud 5 Draai na het afstellen de moeren vast. 5 Haal de aandrijfriem eraf en hang deze op de ontlastingshaak. 6 Nadat het afstellen gereed is, moet de parallelliteit van het element opnieuw gecontroleerd worden. 7 Plaats de frontkap. Servicestand voor maai-element Om ervoor te zorgen dat u bij schoonmaken, reparatie en service overal goed bij kunt, kan het maai-element in servicestand gezet worden.
  • Pagina 26: Terugkeer Uit Servicestand

    Onderhoud Terugkeer uit servicestand Bij een aanrijding met een hindernis waarbij schade is ontstaan, moeten beschadigde messen vervangen worden. 1 Pak de voorkant van het element beet en maak de Laat de servicewerkplaats beoordelen of het mes vergrendeling los, klap het element naar beneden en duw gerepareerd/geslepen kan worden of weggegooid moet het terug.
  • Pagina 27: Smeren

    Smeren Controle van het oliepeil van de 2 Verwijder de peilstok. Verwijder de aftapklep aan de linkerkant van de motor. motor Controleer het oliepeil in de motor als de machine horizontaal staat en de motor uit is. Klap de motorkap omhoog. Maak de peilstok daarna los en trek hem weer omhoog.
  • Pagina 28: Storingsschema

    Storingsschema Probleem Oorzaak De motor start niet Geen brandstof in de brandstoftank De bougie defect Verkeerde bougieaansluitingen of verwisselde kabels Vuil in carburateur of brandstofleiding De startmotor krijgt de motor niet rond De startmotor krijgt de motor niet rond Accu leeg Slecht contact tussen kabel en accupool Hendel voor de maaikast in verkeerde stand Hoofdzekering kapot.
  • Pagina 29: Stallen

    Stallen Winterstalling Beschermkap Aan het eind van het maaiseizoen moet de zitmaaier Om uw machine te beschermen tijdens stalling of transport is onmiddellijk in orde worden gemaakt voor stalling, ook als een hoes verkrijgbaar. Neem contact op met uw dealer voor deze langer dan 30 dagen niet gebruikt gaat worden.
  • Pagina 30: Technische Gegevens

    TECHNISCHE GEGEVENS Rider 13 C5 Afmetingen Lengte met maaidek, mm/ft 2220/7,29 Breedte met maaidek, mm/ft 1000/3,29 Hoogte, mm/ft 1070/3,52 Bedrijfsgewicht met maaidek, kg/lb 226/497 Asafstand, mm/ft 887/2,9 Spoorbreedte voor, mm/ft 712/2,34 Spoorbreedte achter, mm/ft 627/2,06 Bandenmaat 165/60-8 Bandenspanning achter en voor, kPa / bar / PSI 60 (0,6/8,5) Max.
  • Pagina 31: Eg-V Erklaring Van Overeenstemming

    Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de zitmaaier Husqvarna Rider 13 C5 met een serienummer uit het jaar 2010 en verder (het jaar met daaropvolgend een serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming is met de voorschriften in de RICHTLIJN VAN DE RAAD: van 17 mei 2006 "betreffende machines"...
  • Pagina 32 Originele instructies 1153733-36 ´®z+UiA¶6+¨ ´®z+UiA¶6+¨ 2010-03-04...

Inhoudsopgave