6.3 SCHOORSTEENBRAND
Bij het verbranden van hout (met name naaldhout) springen regelmatig vonken
vanuit de haard in de schoorsteen. Hierdoor zou de roetlaag in de schoorsteen in
brand kunnen vliegen (bij regelmatige reiniging door de schoorsteenveger komt
dit zelden voor). Dat de schoorsteen brandt, is te herkennen aan de vlammen
die uit de schoorsteen komen, aan een grote hoeveelheid vonken, aan rook- en
geuroverlast en aan de steeds warmer wordende schoorsteenmuren. Het is in een
dergelijk geval belangrijk om adequaat te handelen. Bel de brandweer via 112.
Verder moet de schoorsteenveger geïnformeerd worden en moeten brandbare
voorwerpen uit de buurt van de schoorsteen worden gehaald.
Opgelet: in de tussentijd nooit met water blussen. De temperaturen bij een
schoorsteenbrand kunnen oplopen tot wel 1300 °C. Het bluswater zou onmiddel-
lijk in stoom veranderen. Een emmer met 10 liter water zou veranderen in 17 m
stoom. De enorme druk die hierbij ontstaat, kan de schoorsteen laten exploderen.
Na het doven van de schoorsteen moet die door een vakman op scheuren en
ondichte plaatsen worden onderzocht en eventueel gerepareerd worden.
6.4 ONDERHOUD
Controleer de afdichting van de deur regelmatig. Deze afdichting moet indien
nodig (bij slijtage, scheuren etc.) worden vervangen. De bekleding van de
verbrandingskamer regelmatig controleren. Deze bestaat uit natuurlijke pro-
ducten, zolang de bekleding van de verbrandingskamer in zijn positie blijft en
niet kapot gaat, is die in orde. Voor een goede functie moet de kachel ieder
jaar (als het kan voor de stookperiode) door een expert worden onderhouden!
Voor kachels die onafhankelijk zijn van de kamerlucht geldt
bovendien:
Een goede afdichting van de deur is uiterst belangrijk voor een van de
kamerlucht onafhankelijke werking van de kachel. Controleer de afdichting
minstens eenmaal per stookperiode op visuele kenmerken (druk, slijtage,
deuken) en vervang die bij beschadigingen onmiddellijk.
De stookplaats mag niet worden veranderd! Er mogen uitsluitend originele
onderdelen, die door de producent zijn goedgekeurd, worden gebruikt!
Neem indien nodig contact op met uw handelaar!
6.4.1 ONDERHOUD VAN DER WATERWARMTE-
WISSELA AR SENSO M H
Onderhoud van de SENSO M H
de SENSO M H
O / PIKO H
2
hij zijn volledige functionaliteit ontplooien. De verwarmingstechnische con-
trole van alle veiligheidsmechanismen (thermische afvoerbeveiliging etc.)
moet jaarlijks voor het stookseizoen worden uitgevoerd. Deze controle mag
uitsluitend door een vakbedrijf worden uitgevoerd. Wij adviseren om met
3
uw vakbedrijf een onderhoudscontract af te sluiten. Dan wordt de jaarlijkse
veiligheidscontrole automatisch voor het stookseizoen uitgevoerd. Alle jaar-
lijkse veiligheidscontroles moeten gedocumenteerd worden!
6.4.2 ONTLUCHTEN VAN DE WATERWARMTE-
WISSELA AR SENSO M H
SENSO M H
O
2
De ontluchting vindt u achter de bovenste deur van de bekleding. De ont-
luchting moet met een ontluchtingssleutel (5 mm) worden geopend.
Het systeem moet ontlucht worden:
• voor de eerste ingebruikneming en opnieuw na de eerste gebruiksdagen.
• als er geluiden (luchtbellen) te horen zijn in de warmtewisselaar
• als de druk van de huiswatervoorziening werd aangepast
PIKO H
O
2
De ontluchting vindt u bij de verwarmingsaansluitingen in het onderste vak.
De ontluchting moet met een ontluchtingssleutel worden geopend. Er moet
NL 33
O / PIKO H
O
2
2
O / PIKO H
O is een vereiste. Alleen wanneer
2
2
O regelmatig en correct wordt onderhouden, kan
2
O / PIKO H
O
2
2
NL