De gebruiker moet uitgebreid onderwezen worden in de bediening, het func-
tioneren en onderhouden van de complete installatie, inclusief alle aanvul-
lende componenten. Daarnaast moeten aan de gebruiker alle maatregelen
die noodzakelijk zijn om een veilig gebruik van de installatie te garanderen,
worden meegedeeld. Het uitvoeren van de instructie moet worden vastge-
legd in het ingebruiknemingsprotocol (zie '10. Ingebruiknemingsprotocol'
op pagina 44). De montage- en gebruikshandleiding altijd bewaren in de
buurt van de PIKO H
O op een gemakkelijk bereikbare plaats.
2
Er kan ook verontreinigde condens uit de bekleding van de verbrandingska-
mer lekken en de plaats van opstelling vervuilen/beschadigen. Hier moet bij
de eerste stookbeurten een absorberende mat onder het apparaat worden
gelegd, tot er geen condens meer uitkomt.
Voor de ingebruikname moet gecontroleerd worden of er in de stookruimte/
aslade nog voorwerpen aanwezig zijn. Deze moeten worden verwijderd!
Bedenk dat bij het verwarmen of afkoelen van de haard lichte uitzettings- of
spanningsgeluiden kunnen ontstaan. Die zijn normaal en ontstaan door de
materiaaluitzetting als gevolg van de hoge temperaturen.
4.1.1 REGELING VERBRANDINGSLUCHT
De regeling van de verbrandingslucht geschiedt traploos door de stelhendel
te verstellen, die onder de deur is aangebracht (zie afb.). Voer de verstelling
bij gesloten haarddeur uit!
Luchttoevoer geopend (A): bij het ontsteken of bijvullen wordt de stelhendel
helemaal naar rechts geschoven. Nu wordt de maximale hoeveelheid ver-
brandingslucht naar de stookkamer geleid als primaire lucht en secundaire
lucht (zie afbeelding A).
Verminderde stook (B): de stelhendel staat ongeveer in de middenpositie. De
primaire lucht is nu gesloten, zodat het vuur niet teveel lucht krijgt en het
hout te snel opbrandt. De secundaire
lucht stroomt via de luchtverplaatsing
tegen de ruit en voorkomt verregaand
roetvorming op de ruit. Dit is de nor-
male positie tijdens de verbranding.
De exacte positie is afhankelijk van de
omstandigheden ter plaatse en kan
door de gebruiker worden aangepast
aan het verbrandingsgedrag van de
kachel (zie afbeelding B).
Luchttoevoer gesloten (C): stelhen-
del helemaal links. In deze positie
wordt geen verbrandingslucht naar
de stookkamer geleid. De lucht-
toevoer mag pas worden gesloten
nadat de brandstof volledig is ver-
brand. Wanneer de kachel niet in
gebruik is, moet de luchttoevoer altijd worden gesloten (zie afbeelding C).
4.2 A ANMAKEN / BRANDEN
Het aanmaken van uw kachel is zeer eenvoudig als u zich aan de onder-
staande instructies houdt:
1. De kachel mag uitsluitend worden aangemaakt wanneer de bekleding
van de verbrandingsruimte correct is aangebracht.
2. Luchtafvoerende ventilatoren (keuken, badkamer, wc etc.) uitschakelen.
Het ontstaan van een onderdruk in de ruimte door het afzuigen van
rookgas uit de schoorsteen wordt hiermee voorkomen. Controleer de
toevoer van verbrandingslucht (de afsluitklep indien nodig openen)!
3. De regelaar voor de verbrandingslucht op positie 'Aanmaken' zetten en
de haarddeur openen.
4. Gekliefd hout (van zacht hout) in het midden van de verbrandingskamer
opstapelen (afbeelding 1).
NL 24