8.3 Elektrische aansluiting buiten-
module
n
Voor de elektrische aansluiting dient de zij-
wand nadat de schroeven zijn losgedraaid te
worden verwijderd.
Afb. 49: Verwijder de zijwand door losdraaien van
de schroeven
1: Schroeve
n
De elektrische afzekering van de installatie
moet gebeuren volgens de technische gege-
vens). Houd daarbij rekening met de
gevraagde leidingdiameters!
n
Alle leidingen moeten rekening houdend met
de juiste polariteit worden aangesloten en trek-
ontlast.
n
Volg het aansluitschema en de elektrische
schema's op.
n
De drie-aderige besturingskabel moet op de
klemmen S1, S2, S3 en de aardklem worden
aangesloten.
n
Let bij het aansluiten van de besturingskabel
op de juiste polariteit.
n
Wordt de buitenmodule op een dak gemon-
teerd, dan moet deze extra worden geaard,
ook de dragende constructie. (aansluiten aan
de bliksemafleider of de aardelektrode)
AANWIJZING!
Let bij het aansluiten van de buitenmodule op
het correct aansluiten van de nulleiding, anders
gaan de varistoren op de netfilterprintplaat van
de buitenmodule kapot.
1
2
1
1
1
Afb. 50: Terminals buitenmodule CMF/CMT 120
1: Netaansluiting 230V/1~ /50Hz
2: Besturingskabel
A: Aansluiting buitenmodule
B: Aansluiting binnenmodule
1
2
Afb. 51: Terminals buitenmodule CMF/CMT 160
1: Netaansluiting 400V/3~ /50Hz
2: Besturingskabel
A: Aansluiting buitenmodule
B: Aansluiting binnenmodule
A
Anschluss Außenmodul
L1
N
S1
S2
PE
PE
L1
N
S1
S2
B
Netzzuleitung
1
Anschluss Innenmodul
230V/1~/50Hz
A
Anschluss Außenmodul
N
L1
L2
L3
S1
L1
L2
L3
N
PE
PE
S1
B
Netzzuleitung
1
Anschluss Innenmodul
400V/3~N/50Hz
S3
S3
S2
S3
S2
S3
49