REMKO CMF/CMT
Condensaataansluiting en beveiligde afvoer
100
4
5
6
9
10
12
11
Afb. 40: Condensaataansluiting en beveiligde
afvoer en strip fundamenten (sectie)
1:
Buiten module
2:
Richel
3:
Condensopvangbak
4:
Vloerconsole
5:
Versterkte strip fundamenten
HxBxD = 300x200x800 mm
6:
Laag kiezel waarin het water kan weglopen
7:
Condensafvoer-verwarming
8:
Aansluiting op het riool
9:
Beschermbuis voor koelleidingen en elektri-
sche aansluiting lijn (temperatuurbestendig tot
ten minste 80 ° C)
10: Invriezen niveau
11: Drainage buis
12: Bodem
40
1
2
3
5
7
8
10
12
B
5
1
A
D
Afb. 41: Afmetingen van de strip fundamenten
(bovenaanzicht)
De namen van 1,3,5,8,9, en 11 zie de legenda
Afmetingen van de strip fundamenten
Meet
Waarde in mm
A
B
C
D
E
Condensaataansluiting
Door het dauwpunt van de condensor lamellen
ontstaat tijdens het verwarmen van condensatie.
Onder het apparaat moet worden voorzien van een
opvangbak die kan leeglopen van de condensaat.
n
De in het gebouw gemonteerde condensleiding
moet verlegd worden met een verval van mini-
maal 2 %. Monteer eventueel dampdiffusie-
dichte isolatie.
Bij gebruik van het apparaat bij een buitentem-
n
peratuur van minder dan 4 °C moet worden
gelet op een vorstvrije plaatsing van de con-
densafvoer. Monteer eventueel een lintverwar-
ming langs de leiding.
Na het verleggen de vrije afvoer van het con-
n
dens controleren en zorgen voor een perma-
nente lekdichtheid.
E
B
5
9
8
1
3
11
C
800
200
600
370
400