2.4 Toepassingsgrens warmtepomp bij monovalent bedrijf
65°C
60°C
55°C
50°C
-16°C; 45°C
45°C
40°C
35°C
30°C
25°C
20°C
-18°C; 20°C
15°C
-30°C
-20°C
Afb. 7: Toepassingsgrens en meetpuntenCMF/CMT 120
AT: Buitentemperatuur
VT: Warmwateraanvoertemperatuur
65°C
60°C
55°C
50°C
-18°C; 45°C
45°C
40°C
35°C
30°C
25°C
20°C
-18°C; 20°C
15°C
-30°C
-20°C
Afb. 8: Toepassingsgrens en meetpunten CMF/CMT 160
AT: Buitentemperatuur
VT: Warmwateraanvoertemperatuur
Opmerking: De linker temperatuurwaarde in de diagrammen heeft betrekking op de buitentemperatuur,
de onderste op de warmwateraanvoertemperatuur.
-10°C; 56°C
-7/55
-15/45
-7/45
2/45
-15/35
-7/35
2/35
2/35
3°C; 20°C
-10°C
0°C
-10°C; 56°C
-7/55
-15/45
-7/45
2/45
-15/35
-7/35
2/35
2/35
3°C; 20°C
-10°C
0°C
7/55
20/55
7/45
10/35
7/35
10°C
20°C
AT
[ ° C]
7/55
20/55
7/45
10/35
7/35
10°C
20°C
AT
[ ° C]
34°C; 58°C
34°C; 32°C
30°C
40°C
34°C; 60°C
34°C; 32°C
30°C
40°C
13