Invacare® Action® 3 NG
•
Verstelbare voetplaten met standaardhoogte:
1. Draai de vergrendelingsbout B los met een
inbussleutel van 5 mm.
2. Stel de hoogte in en zorg dat de schroef zich vastzet
in een van de inkepingen van de voetplaatbuis.
3. Draai vergrendelingsbout B vast (3–5 Nm) op de
gewenste positie.
De afstand tussen het laagste deel van de
voetsteun en de vloer moet minimaal 50 mm
bedragen.
•
In diepte, hoek (1) en breedte (2) verstelbare
voetplaten:
1. Draai de vergrendelingsbout G of H los met een
inbussleutel van 5 mm.
2. Pas de diepte en de hoek aan en draai
vergrendelingsbout G (12 Nm) of H (8–9 Nm)
stevig vast op de gewenste positie.
30
•
In breedte verstelbare voetplaten (2):
1. Draai de twee vergrendelingsbouten I los met een
inbussleutel van 5 mm.
2. Pas de breedtepositie aan en draai de twee
vergrendelingsbouten I stevig vast (3–5 Nm) op
de gewenste positie.
Invacare raadt aan om aanpassing van de voetplaat te laten
uitvoeren door een gekwalificeerde monteur.
Voor een goede stand van de voeten zijn er twee
soorten banden leverbaar: de hielband (als serie
verkrijgbaar) en de kuitband (optioneel) die worden
bevestigd aan de beensteun. Beide zijn verstelbaar
met behulp van klittenband of schuifgesp.
1608510-H