3.4 Parkeerremmen
De parkeerremmen zijn bedoeld om de rolstoel te blokkeren
wanneer deze stilstaat, om te voorkomen dat de rolstoel
onbedoeld wegrolt.
WAARSCHUWING!
Risico op omvallen bij abrupt remmen
Als u de handremmen gebruikt terwijl u in
uw rolstoel rijdt, kan de bewegingsrichting
onbeheersbaar worden en de rolstoel abrupt
stoppen, waardoor een botsing kan ontstaan of u
uit de rolstoel kunt vallen.
– Rem dus nooit met de handremmen terwijl de
rolstoel in beweging is.
WAARSCHUWING!
Risico's als gevolg van een onbestuurbare
rolstoel
– De parkeerremmen moeten gelijktijdig worden
gebruikt.
– Gebruik de handremmen niet om de rolstoel
af te remmen.
– Leun niet tegen de parkeerremmen ter
ondersteuning of bij verplaatsing.
WAARSCHUWING!
Risico op kantelen
De handremmen werken niet goed als er
onvoldoende lucht in de banden zit.
– Zorg voor de juiste bandenspanning, 11.3
Banden, pagina 80.
1608510-H
LET OP!
Kans op beknelling of verbrijzeling
Er bestaat een kleine opening tussen het
achterwiel en de parkeerrem waarbij het risico
bestaat dat uw vingers bekneld raken.
– Houd uw vingers uit de buurt van beweegbare
onderdelen wanneer u de rem gebruikt, maar
houd uw hand altijd op de remhendel.
De afstand tussen de remschoen en de band kan
worden aangepast. De aanpassing moet worden
uitgevoerd door een gekwalificeerde monteur.
Standaardrem
1. Duw de remhendel met de handpalm zo ver mogelijk
naar voren om te remmen.
2. Trek de remhendel met de onderste vingers naar
achteren om de rem te ontkoppelen.
Productoverzicht
15