Frequentierespons (ingebouwde microfoon)
U kunt de geluidsniveaus wijzigen door u specifiek te richten op het bereik van de hoge of lage
frequenties en een van de 3 beschikbare niveaus te selecteren.
Bedieningsstanden:
1 Selecteer de geluidsscène [„ Aangepast] (A 63).
2 Selecteer [Freq.respons ingeb. mic.].
>
[¡ ! Audio-instelling]
3 Selecteer de gewenste optie en selecteer vervolgens [X].
Opties
[h Normaal]:
Geschikt voor een evenwichtig geluid onder normale opnameomstandigheden.
[ç Lage tonen verst.]:
Accentueert het bereik van de lage frequenties voor een krachtiger geluid.
[è Lage tonen filteren]:
Filtert het bereik van de lage frequenties om het lawaai van de wind, de motor van
een auto en vergelijkbare omgevingsgeluiden te verminderen.
[é Middentonen verst.]:
Hiermee worden menselijke stemmen en dialogen het beste opgenomen.
[ê Mid/hoog verst.]:
De beste optie om bijvoorbeeld livemuziek op te nemen en de speciale
geluidskenmerken van diverse instrumenten duidelijk vast te leggen.
Audio-limiter
De audio-limiter, oftewel audiopiekbegrenzer, beperkt de amplitude van audiosignalen om
audiovervormingen te voorkomen wanneer de camcorder plotselinge, luide geluiden vastlegt.
Bedieningsstanden:
* In de stand
alleen voor externe microfoons.
1 Wanneer u de ingebouwde microfoon gebruikt, selecteert u van tevoren de geluidsscène
[„ Aangepast] (A 63).
• Deze stap is niet nodig wanneer u een externe microfoon gebruikt.
2 Zorg ervoor dat [FUNC]
3 Selecteer [Audio-limiter].
>
[C ! Audio-instelling]
4 Selecteer [i Aan] en selecteer vervolgens [X].
>
[Freq.respons ingeb. mic.]
*
>
[C Audio] is ingesteld op [ö Handmatig] (A 65).
>
[Audio-limiter]
Audio opnemen
67