Zie onderstaande figuur voor de onderdelen die overeenstemmen met de nummers in deze tabel
#
Beschrijving
1
Hefkolom L+R: hoofdmontage met de hefcilinder, de hefschuif met de hefvorken, de hydraulische groep, de elektrische
bedieningskast, de werklamp, enz. De hoofdkolommen zijn op wielen gemonteerd en uitgerust met een
handtranspalletmechanisme.
De master kolom [1a] is uitgerust met het elektrische bedieningspaneel [6] en de hydraulische groep [7]. De slave kolom
[1b] bestaat slechts uit een hefcilinder en is volledig afhankelijk van de master kolom.
2
Handtranspalletmechanisme L+R: stelt de operator in staat om de hefkolommen rond te bewegen, ze onder de banden
van het voertuig te duwen of te verwijderen.
Voordat een voertuig geheven kan worden, moeten de hefkolommen tot de grond zakken met behulp van het
handtranspalletmechanisme om voldoende stabiliteit te garanderen. Een faalveiligheid doet dit automatisch wanneer de
operator dit vergeet.
3
De hefschuif en hefcilinder L+R: schuif gemonteerd in de hefkolom, wordt op en neer bewogen door de hydraulische
hefcilinder. In de hefschuif bevinden zich de hefvorken.
4
Hefvorken L+R: de hefvorken vormen de lastdragende structuur die het voertuig draagt. De standaardhefvorken zijn geschikt
voor vrachtwagens, aanhangwagens en opleggers met een grotere banddiameter.
Wieladapters [4a] zijn bevestigd aan de hefkolommen, om de afstand tussen de vorken aan te passen aan kleinere banden
van bestelwagens enz. Zie hoofdstuk 9.4 op pagina 22.
5
Veiligheidsslot L+R: slot dat voorkomt dat de hefvorken en voertuigen naar beneden zakken in geval van onverwacht
drukverlies in het hydraulisch circuit. DE operator MOET ALTIJD het veiligheidsslot inschakelen zodra het voertuig de
gewenste hoogte heeft bereikt.
6
Elektrische bedieningskast: op een vast punt gemonteerd aan de achterkant van de master kolom. Bevat de elektrische
schakelaars waarmee de operator alle functies kan uitvoeren, een hoofdstroomschakelaar, een noodstop en 2 stekkers.
De noodstoppen op de master en slave kolommen waarmee de operator in geval van nood direct elke elektrisch opgewekte
beweging stop kan zetten.
De bovenste stekker maakt het mogelijk om verschillende mobiele kolomliften met elkaar te verbinden. Met de onderste
stekker worden de master en slave kolommen met elkaar verbonden.
7
De hydraulische groep: bevat de elektromotor die de hydraulische pomp, het oliereservoir en de stuurventielen aanstuurt.
De hydraulische groep bevat ook de hydraulische snelkoppelingen, waarmee de master en slave kolommen verbonden
kunnen worden; de hoofdstroomkabel en hoofdstroomstekker.
8
Nivelleringsventiel: handbediend ventiel om de master en slave kolommen op hetzelfde niveau te brengen wanneer ze
ongelijk zijn en het voertuig daardoor schuin zou worden geheven.
9
Werklamp L+R: lichtbuis die de werkruimte onder een voertuig extra kan belichten.
DHOLLANDIA
TERMINOLOGIE MOBIELE KOLOMLIFT
6