Inhoudsopgave
Advertenties
Controleer of de voertuigcarrosserie uitgeladen is. Zo niet, begin indien mogelijk met het uitladen van de voertuigcarrosserie.
Is dit niet mogelijk, zorg dan dat het gewicht gelijk verdeeld is over de linker- en rechterkant van de carrosserie.
Houd er rekening mee dat het verwijderen of toevoegen van onderdelen aan het voertuig tot gewichtsverschuivingen kan
leiden.
Controleer de bandendruk van het geheven voertuig. Overschrijd NOOIT het draagvermogen van de band tijdens het heffen.
Nadat de hefkolommen rond de banden van het voertuig zijn geplaatst, dient u ALTIJD het handtranspalletmechanisme te
gebruiken om de hefkolommen tot grondniveau te laten dalen. Zorg dat de hefkolommen stevig op de grond staan en niet
kunnen bewegen wanneer een voertuig wordt geheven.
Als algemene voorzorgsmaatregel en om te voorkomen dat mensen geraakt of verpletterd worden door de mobiele kolomlift,
de hefvorken, het voertuig, voorwerpen die van de lift of uit het voertuig vallen, en om te voorkomen dat mensen bekneld
raken door de bewegende delen van de lift.
Behoud steeds de visuele controle over de volledige werkzone van de mobiele kolomlift, de
hefvorken en het voertuig, ook over de zone ONMIDDELLIJK ACHTER en ONDER de lift en het
voertuig.
Laat NIET toe dat andere mensen in de buurt van de mobiele kolomlift en het voertuig staan. ZORG
ER TE ALLEN TIJDE VOOR DAT ER NIEMAND ONDER OF BINNEN HET BEREIK VAN DE
BEWEGENDE HEFVORKEN EN HET VOERTUIG STAAT.
Hef NOOIT een voertuig wanneer er een passagier in zit of iemand op de hefvorken staat.
Nadat het voertuig tot de geschikte werkhoogte is gestegen, dient u altijd de veiligheidssloten van de hefkolommen te
activeren. Wandel of werk NOOIT onder een voertuig dat niet gezekerd is door de veiligheidssloten.
Rondslingerende voorwerpen onder het voertuig kunnen een gevaar vormen wanneer de mobiele kolomlift daalt. Zorg ALTIJD
dat de zone onder en direct naast de mobiele kolomlift en het voertuig volledig vrij worden gehouden.
Zorg dat de wielbasis en de spoorbreedte van voertuigen met pneumatische ophanging niet kunnen veranderen wanneer het
voertuig stijgt. Schakel de pneumatische ophanging uit. Raadpleeg de instructies van de voertuigconstructeur voor advies.
Hef NIET één wiel van voertuigen met een vlottende as en meerdere wielen (bijvoorbeeld ATV-aanhangwagens met twee
vlottende wielen). Dit kan ertoe leiden dat de mobiele kolomlift instabiel wordt of kantelt. De niet-naleving van deze instructies
kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood van de operator of omstanders.
Schakel de mobiele kolomlift uit wanneer het werk is voltooid of een storing optreedt. Schakel de lift veilig uit: schakel eerst
de hoofdstroomschakelaar op de elektrische bedieningskast uit. Trek daarna de hoofdstroomstekker eruit.
Koppel de mobiele kolomlift altijd van de hoofdstroomtoevoer los voordat u onderhoud uitvoert. Laat de lift nooit onbewaakt
achter wanneer er onderhoud wordt gepleegd. Wanneer u de lift onbeheerd achterlaat, dient u ALTIJD een duidelijk
waarschuwingsteken aan de hefkolommen te bevestigen om anderen te waarschuwen dat de lift buiten gebruik is.
Ga ALTIJD na of de hydraulische leidingen en elektrische kabels tussen de hefkolommen voldoende beschermd zijn. Gebruik
robuuste kabelslangen om de kabel- en slangenboom te beschermen tegen schade als gevolg van vallende voorwerpen, hete
metaalspanen, lasvonken en slakken enz.
Bij het uitvoeren van werkzaamheden (lassen, plasmasnijden, enz.) waarvoor aarding nodig is, moet u erop letten dat de
aarding geplaatst wordt op het voertuig zelf, met inachtname van de instructies van de voertuigconstructeur. Aarding van de
hefcilinders, hydraulische leidingen en/of elektrische kabels van de hefkolommen kan de mobiele kolomlift ernstig
beschadigen.
Het belangrijkste is dat u bij de bediening van de mobiele kolomlift uw GEZOND VERSTAND GEBRUIKT. Bedien de mobiele
kolomlift NIET voordat u de inhoud van deze handleiding volledig gelezen en begrepen hebt. Een ongepast gebruik van de
mobiele kolomlift verhoogt het risico voor de operator en eventuele omstanders op ernstig letsel of de dood.
Elektrische gevaren
Draag geen metalen kleding, sieraden, horloges of ringen in de buurt van een elektrisch circuit onder spanning.
Zorg bij werkzaamheden aan elektrische delen altijd voor een goede aarding. Indien u dit nalaat, kunnen elektrische delen
DHOLLANDIA
WAARSCHUWING
12
Advertenties
Inhoudsopgave
