9 BEDIENING
9.1
GEBRUIK VAN HET HANDTRANSPALLETMECHANISME
Het handtranspalletmechanisme wordt gebruikt om de hefkolommen op
een veilige en praktische manier te verrijden, onder de banden van het
voertuig te duwen of te verwijderen. Volg de volgende instructies om het
mechanisme te bedienen:
1. Plaats de handgreep in stand [3] om de pomp te activeren. Maak
pompende bewegingen met de handgreep om de hefkolommen op te
krikken.
2. Laat de handgreep in ruststand [2] en beweeg de mobiele kolomlift
naar de gewenste locatie.
3. Trek de handgreep naar stand [1] om de hefkolommen naar de grond
te laten zakken. Controleer of de hefkolommen volledig op de grond
rusten voordat u een voertuig gaat heffen.
4. Laat na het beëindigen van de taak de handgreep in ruststand achter
[2].
Indien de operator vergeet om de hefkolommen volledig naar de grond te
laten zakken alvorens een voertuig op te heffen, zal een faalveiligheid op
het handtranspalletmechanisme automatisch hetzelfde doen wanneer het
voertuig van de grond wordt getild.
UITSLUITEND het handtranspalletmechanisme mag worden gebruikt om hefkolommen te verrijden.
Gebruik NOOIT de mobiele kolomlift om voertuigen, machines of andere voorwerpen te verplaatsen. Indien de mobiele
kolomlift wordt gebruikt om zaken te vervoeren kan dat de operator en omstanders blootstellen aan een risico op ernstig letsel
of de dood. Daarnaast kan het leiden tot materiële schade aan de mobiele kolomlift, het voertuig of de vervoerde voorwerpen.
9.2
ELEKTRISCHE BEDIENINGSKAST
De master kolom is uitgerust met de elektrische bedieningskast. Het bevat de volgende elementen:
1
Hoofdstroomschakelaar: draai de schakelaar in wijzerzin om
de mobiele kolomlift aan te schakelen. Draai de schakelaar in
tegenwijzerzin om de hoofdstroom af te schakelen.
2
Indicatielamp:
geeft
hoofdstroomschakelaar weer.
3
Configuratieselector: draai de schakelaar in tegenwijzerzin
om slechts 1 mobiele kolomlift te activeren (2 hefkolommen).
Draai de schakelaar in wijzerzin om 2 mobiele kolomliften (4
hefkolommen) synchroon te gebruiken.
4
Knop STIJGEN: druk op deze knop om de hefvorken en het
voertuig omhoog te brengen.
5
Knop DALEN: druk op deze knop om de hefvorken en het
voertuig omlaag te brengen.
6
Knop VEILIG NEER: druk deze knop in om de hefvorken en
het voertuig in de veiligheidssloten van de hefkolom te laten
zakken.
DHOLLANDIA
WAARSCHUWING
de
aan/uit-stand
van
de
19