7.4
AANBEVOLEN DAGELIJKSE INSPECTIE VOOR GEBRUIK
Het gebruik van een mobiele kolomlift die beschadigd of slecht onderhouden is, kan de operator en omstanders blootstellen
aan een groot risico op ernstig lichamelijk letsel of de dood.
Inspecteer de mobiele kolomlift elke dag voor het eerste gebruik om dit risico te vermijden. Verzeker u ervan dat alle
veiligheidssystemen en alle functies correct werken en dat er geen onderhoud of herstellingen nodig zijn.
Gebruik de mobiele kolomlift NIET indien er onveilige omstandigheden zijn of er ongewone geluiden of bewegingen opgemerkt
worden. Contacteer in dat geval een erkende DHOLLANDIA-dienstverlener. [zie Opmerking].
Verberg ongevallen of schade NIET; dit kan gevaarlijk zijn voor u, uw collega's en andere personen.
Erkende DHOLLANDIA-dienstverleners kunnen gevonden worden op www.dhollandia.com of door te bellen naar uw regionale
DHOLLANDIA-verdeler. Zie contactinformatie op pagina 3.
Alvorens de mobiele kolomlift te gebruiken, moet de operator de volgende dagelijkse inspectie uitvoeren.
Vervang ontbrekende, versleten of onleesbare waarschuwingsstickers onmiddellijk.
Controleer de algemene staat van de hoofdstroomschakelaar en de hoofdstroomkabel. Controleer
of de kabel goed is vastgezet in de stekker, en of er geen schade is aan de stroomkabel.
Controleer of de hoofdstroomschakelaar en de indicatielamp op de elektrische bedieningskast de
aan/uit-stand van de schakelaar correct weergeven.
Controleer de algemene staat van de elektrische bedieningskast en haar schakelaars. Ga na of alle
schakelaars (behalve de AAN/AF-cabineschakelaar en de noodstop) vlot terugkeren naar de
neutrale positie wanneer ze losgelaten worden.
Voer een visuele inspectie uit van de algemene staat van de kabels die naar de bedieningskast
lopen, van de hydraulische groep, de stekkers en de kabels tussen de master en slave kolommen
en tussen de verschillende mobiele kolomliften. Controleer of de kabels niet afgeschuurd,
losgekomen of beschadigd zijn. Controleer of stekkers in goede staat zijn en of kabels goed in de
stekkers zijn gemonteerd.
Controleer of het deksel van de hydraulische groep correct gemonteerd en vastgemaakt is.
Voer een visuele inspectie uit van de algemene staat van de hydraulische leidingen tussen de
master en slave kolommen. Verzeker u ervan dat de leidingen onbeschadigd en niet bekneld zijn of
ergens tegenaan schuren, en dat ze voldoende beschermd zijn door een beschermende
kabelmantel en robuuste kabelslangen. Controleer of er geen zichtbare olielekken zijn.
Controleer de hydraulische groep op zichtbare olielekken.
Voer een visuele inspectie uit van de algemene staat van de hefkolommen, de hefschuiven en de
hefvorken, veiligheidssloten, wieladapters en het handtranspalletmechanisme. Inspecteer op
eventuele beschadigingen, barsten of vervormingen in het materiaal en de lasnaden.
Controleer de hefcilinders, hun slangbreukventielen en fittings op zichtbare olielekken.
Hef de hefvorken tot ongeveer 1000 mm. Ga na of de master en slave kolommen synchroon stijgen.
Controleer als u meerdere mobiele kolomliften bedient of alle hefkolomsets synchroon stijgen.
Test of de noodstop functioneert. Controleer of de functies STIJGEN/DALEN uitgeschakeld zijn na
DHOLLANDIA
WAARSCHUWING
OPMERKING
Controlepunten
16
OK – NIET
Gecorrigeerd
OK