9.3
VOORBEREIDINGEN VOORAFGAAND AAN HET HEFFEN VAN EEN VOERTUIG
Neem alle veiligheidsvoorschriften uit hoofdstuk 7 vanaf pagina 10 in acht voordat u de mobiele kolomlift in gebruik neemt en er
voertuigen mee gaat heffen.
Een ongepast gebruik van de mobiele kolomlift stelt de operator en anderen bloot aan een groot risico op ernstig lichamelijk letsel
of de dood.
Controleer of de mobiele kolomlift geparkeerd staat op een droge, vlakke en stevige bodem. Start met de hoofdstroomschakelaar
in UIT-stand en met de hoofdstroomstekker losgekoppeld van het elektriciteitsnetwerk.
Plaats het voertuig op de gewenste plek in de werkplaats.
Gebruik het handtranspalletmechanisme om de hefkolommen te verrijden (zie hoofdstuk 9.1 op pagina 19) en plaats ze voor de
wielen van het te heffen voertuig.
Volg de instructies in 9.5 op pagina 23 om de master en slave kolommen te koppelen, indien u dit nog niet heeft gedaan.
Als u meerdere mobiele kolomliften wilt koppelen, raadpleegt u hoofdstuk 9.6 op pagina 25.
Monteer de wieladapters op alle hefvorken als u voertuigen met een kleinere wieldiameter wil heffen.
Als u er zeker van bent dat de mobiele kolomlift veilig kan worden gebruikt, koppelt u de hoofdstroomstekker aan het
elektriciteitsnetwerk en schakelt u de hoofdstroomschakelaar AAN. Zorg dat de NOODSTOP-knop uitgeschakeld is. Druk op de
RESET-knop.
Gebruik de configuratieselector om slechts 1 mobiele kolomlift (2 kolommen) of 2 mobiele kolomliften (4 kolommen) synchroon
te activeren.
Gebruik de elektrische bediening om de hefvorken tot de laagste stand te laten zakken. Controleer of de master en slave
kolommen op gelijk niveau zijn, d.w.z. op gelijke hoogte vanaf de grond. Volg de instructies onder 9.8 op pagina 28 om de 2
kolommen te synchroniseren als dit niet het geval is.
Wanneer alle hefvorken op gelijk niveau zijn, schuift u deze onder de banden.
Let er bij voertuigen met enkele wielen op dat de hefvorken de band volledig ondersteunen. Let er bij voertuigen met dubbele
wielen op dat de hefvorken de buitenste band volledig ondersteunen.
Wanneer de buitenste band slechts gedeeltelijk ondersteund wordt door de hefvorken kan de band gaan glijden of van de vork
afschuiven, waardoor het voertuig kan vallen of kantelen. Dit kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood van de operator en
toevallige omstanders, alsook tot schade aan het voertuig en de mobiele kolomlift.
Zorg daarom ALTIJD dat het buitenste wiel volledig ondersteund wordt door de hefvorken voordat u het voertuig omhoog brengt.
Bij wielen met velgen moet u de vorken voorzichtig verplaatsen om schade aan de velgen te voorkomen (en aan de mobiele kolomlift).
Gebruik de hefkolommen met het handtranspalletmechanisme totdat de kolommen volledig op de grond rusten.
DHOLLANDIA
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
21