•
De robotmaaier mag uitsluitend worden bediend,
onderhouden en gerepareerd door personen die
volledig vertrouwd zijn met de speciale kenmerken van
en veiligheidsvoorschriften voor het product. Lees de
gebruikershandleiding aandachtig door en zorg ervoor
dat u de instructies voor het gebruik van de robotmaaier
goed hebt begrepen voordat u het apparaat gebruikt.
•
Het is niet toegestaan het originele ontwerp van de
robotmaaier aan te passen. Alle wijzigingen zijn op
eigen risico.
•
Controleer of er geen stenen, takken, gereedschap,
speelgoed of andere voorwerpen op het gazon liggen
die de messen kunnen beschadigen. Voorwerpen op
het gazon kunnen er ook toe leiden dat de robotmaaier
hierin vast komt te zitten. Als dat gebeurt, kan het nodig
zijn om het voorwerp te verwijderen voordat de maaier
verder kan gaan met maaien.
•
Start de robotmaaier volgens de instructies. Wanneer
de hoofdschakelaar is ingesteld op 1, dient u ervoor te
zorgen dat u uw handen en voeten uit de buurt van de
roterende messen houdt. Steek nooit uw handen en
voeten onder de robotmaaier.
•
Til de robotmaaier nooit omhoog en draag hem nooit als
de hoofdschakelaar is ingesteld op stand 1.
•
Sta niet toe dat de robotmaaier wordt gebruikt door
personen die niet weten hoe de robotmaaier werkt en
zich gedraagt.
•
De robotmaaier mag nooit in aanraking komen met
personen of andere levende wezens. Als een persoon
of ander levend wezen in de baan van de robotmaaier
komt, moet deze onmiddellijk worden gestopt. Zie 4.5
Stoppen op pagina 37.
•
Zet niets boven op de robotmaaier of het laadstation.
•
Zorg ervoor dat de robotmaaier niet wordt gebruikt als
de maaischijf of behuizing defect is. De maaier mag ook
niet worden gebruikt als de messen, schroeven, moeren
of draden defect zijn.
•
Gebruik de robotmaaier niet als de hoofdschakelaar niet
werkt.
•
Schakel de robotmaaier altijd uit via de hoofdschakelaar
wanneer de maaier niet wordt gebruikt. De robotmaaier
kan alleen worden gestart als de hoofdschakelaar is
ingesteld op 1 en de juiste pincode is ingevoerd.
•
Gebruik de robotmaaier nooit terwijl er een
gazonsproeier aanstaat. Gebruik in dat geval de
timerfunctie (zie 6.3 Timer op pagina 44) zodat de
maaier en sproeier nooit tegelijkertijd werken.
•
GARDENA kan niet garanderen dat de robotmaaier
volledig compatibel is met andere typen draadloze
systemen, zoals afstandsbedieningen, radiozenders,
ringleidingen, ondergrondse elektrische afrasteringen
voor dieren en dergelijke.
•
Het ingebouwde alarm maakt een zeer hard geluid.
Let op, in het bijzonder wanneer de robotmaaier in een
gesloten ruimte wordt gehanteerd.
•
De robotmaaier mag nooit worden gebruikt bij
temperaturen lager dan 0 °C. Hierdoor kan schade aan
het product ontstaan.
INTRODUCTIE EN VEILIGHEID
3018--201
3012-663
Dutch - 9