3.5 De begrenzingsdraad aansluiten
Om de begrenzingsdraad aan te sluiten op het
laadstation:
BELANGRIJKE INFORMATIE
De begrenzingsdraad mag zichzelf niet
kruisen wanneer deze wordt aangesloten
op het laadstation. Sluit het rechteruitein-
de van de draad aan op de pen rechts op
het laadstation en het linkeruiteinde op de
pen links.
1. Steek de uiteinden van de draad in de
aansluitklem:
• Open de aansluitklem.
• Plaats de draad in de uitsparing in de
aansluitklem.
2. Druk de aansluitklemmen samen met een tang.
Druk totdat u een klik hoort.
3. Knip overtollige begrenzingsdraad weg. Knip op 1
tot 2 cm boven de aansluitklemmen af.
4. Kantel de beschermkap van het laadstation naar
voren en steek de draadeinden in de relevante
kanalen aan de achterkant van het laadstation.
Druk de verbinder op de metalen pennen, met
de markeringen AL (links) en AR (rechts), op het
laadstation.
5. Markeer de draden met de bijgeleverde
kabelmarkers. Dat maakt het eenvoudiger om de
draden later opnieuw aan te sluiten, bijvoorbeeld
nadat het laadstation tijdens de winter binnen is
opgeslagen.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De rechteraansluitklem moet zijn
aangesloten op de metalen pen rechts op
het laadstation en het linkerdraaduiteinde
moet zijn aangesloten op de linkeraan-
sluitklem.
INSTALLATIE
3012-284
3012-264
3012-265
3018-236
Dutch - 29