b) Zet AL en G1 terug in hun oorspronkelijke
posities. Verwissel vervolgens AR en G1.
Als het indicatielampje constant groen
brandt, bevindt de breuk zich ergens in de
begrenzingsdraad tussen AR en het punt
waar de begeleidingsdraad is aangesloten op
de begrenzingsdraad (dikke zwarte lijn op de
afbeelding).
4. a) Stel dat het indicatielampje constant groen
brandde tijdens test 3a) hierboven. Herstel de
oorspronkelijke posities van alle aansluitingen.
Koppel vervolgens AR los. Sluit een nieuwe
lusdraad aan op AR. Sluit het andere uiteinde
van de nieuwe lusdraad aan op een punt in het
midden van de installatie.
Als het indicatielampje groen is, bevindt de breuk
zich ergens in de draad tussen het losgekoppelde
uiteinde en het punt waar de nieuwe draad is
aangesloten (dikke zwarte lijn op afbeelding).
Dutch - 78
PROBLEMEN OPLOSSEN
AR
G1
Guide
AR
3018-232
3018-233