4. Controleer of alle onderdelen voor de installatie
zijn meegeleverd. De cijfers tussen haakjes
verwijzen naar het onderdeel op de afbeelding.
Zie 2.1 Wat is wat? op pagina 13.
• Robotmaaier
• Laadstation (10)
• Lusdraad voor begrenzingslus en
begrenzingsdraad (22)
• Voeding (21)
• Laagspanningskabel (30)
• Krammen (23)
• Connectoren voor de lusdraad (24)
• Schroeven voor het laadstation (25)
• Meetlat (26)
• Koppelingen voor de lusdraad (22)
• Kabelmarkers (28)
Tijdens de installatie hebt u ook het volgende nodig:
• Hamer/kunststof moker (om de krammen
gemakkelijker in de grond te krijgen).
• Combinatietang voor het knippen van de
begrenzingsdraad en het samenknijpen van de
connectoren.
• Waterpomptang (voor het samenknijpen van de
koppelingen).
• Kantensteker/rechte spade als de
begrenzingsdraad moet worden ingegraven.
3.2 Het laadstation installeren
Beste locatie voor het laadstation
Houd bij het kiezen van de beste locatie voor het
laadstation rekening met de volgende aspecten:
• Zorg voor minimaal 3 meter vrije ruimte vóór het
laadstation.
• Kies een locatie dicht bij een stopcontact. De
bijgeleverde laagspanningskabel is 10 meter
lang.
• Een vlakke ondergrond vrij van scherpe
voorwerpen om het laadstation op te plaatsen.
• Bescherming tegen waternevel van bijvoorbeeld
een besproeiingsinstallatie.
• Bescherming tegen direct zonlicht.
• Eventuele noodzaak om het laadstation uit het
zicht van buitenstaanders te houden.
Dutch - 18
INSTALLATIE
3012-1311