3 Installatie
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de robotmaaier installeert.
Lees voordat u met de installatie begint eerst het vorige
hoofdstuk 2. Presentatie.
Lees ook het huidige hoofdstuk volledig door voordat u
met de installatie begint. De wijze waarop de installatie
is uitgevoerd, bepaalt tevens hoe goed de robotmaaier
functioneert. Het is daarom belangrijk om de installatie
zorgvuldig te plannen.
De planning is gemakkelijker als u een schets maakt
van het werkgebied, met inbegrip van alle obstakels. Zo
vindt u eenvoudiger de beste positie voor het laadstation,
de begrenzingsdraad en de begeleidingsdraad. Geef
op de schets aan hoe de begrenzingsdraad en de
begeleidingsdraad moeten lopen.
Zie 7 Voorbeelden van tuinen op pagina 60 voor
installatievoorbeelden.
Kijk ook op www.gardena.com voor meer beschrijvingen
en tips over het installeren.
Volg onderstaande stappen om de installatie
uit te voeren:
3.1 Voorbereidingen
3.2 Het laadstation installeren
3.3 De accu laden
3.4 De begrenzingsdraad installeren
3.5 De begrenzingsdraad aansluiten
3.6 De begeleidingsdraad installeren
3.7 De installatie controleren
3.8 Ingebruikname en kalibratie
3.9 Het dokken in het laadstation testen
Het laadstation, de begrenzingslus en de
begeleidingsdraad moeten zijn aangesloten om een
volledige startprocedure te kunnen uitvoeren.
3.1 Voorbereidingen
1. Als het gras in het werkgebied langer dan
10 cm is, moet u het gras eerst met een gewone
gazonmaaier maaien. Verzamel daarna het gras.
2. Vul gaten en kuilen op om te voorkomen dat
regenwater hier plassen vormt. Het product
kan beschadigd raken als het wordt gebruikt in
waterplassen. Zie 11 Garantievoorwaarden op
pagina 81.
3. Lees alle stappen volledig door voordat u met de
installatie begint.
INSTALLATIE
3018-212
Dutch - 17