Hoofdstuk 3
|
Informatie over werking
Thermo Scientific
Monstername
De S.U.F. is uitgerust met een kleine monsterpoort die deel uitmaakt
van de dompelhuls van de BPC. Met deze ondergedompelde silicone
buis met kleine diameter (1,59 x 4,76 mm (1/16 x 3/16 inch)) en een
lengte van 152,4 mm (6 inch) kunnen monsters met weinig leeg volume
worden verzameld om te kijken naar de levensvatbaarheid en dichtheid
van cellen, en om de analyten te analyseren. Deze ondergedompelde
buis met een aseptische Luer-lock-connector (SmartSite
rechtstreekse bemonstering mogelijk, ofwel de aansluiting van diverse
monsterspruitstukken met een standaard Luer-lock-verbinding. Ook kunnen
spruitstukken gelast worden aan de C-Flex-monsterlijn (3,18 x 6,35 mm
(1/8 x 1/4 inch)) met een buizenlasser. Voor aanbevolen systemen voor
vloeistofoverdracht neemt u contact op met uw vertegenwoordiger.
Bedrijfsdruk
De BPC is niet geclassificeerd als een drukvat. Al het gas geleverd aan
de controller van de fermentor moet geregeld worden op een druk die niet
hoger is dan de aanbevelingen van de fabrikant, gewoonlijk 1,034–4,137 bar
(15–60 psi), afhankelijk van de schaal en het gebruik van het vat. De gasdruk
in de BPC-gasruimte mag nooit groter zijn dan 0,034 bar (0,5 psi).
WAARSCHUWING:
Overdruk kan leiden tot beschadiging van de
BPC of persoonlijk letsel. De maximumdruk in de slang na het inlaatfilter
moet ongeveer 0,345 bar (5 psi) bedragen. De sectie van de slang na het
inlaatfilter moet eenvoudig kunnen samengedrukt worden met twee vingers.
De BPC werkt niet als een gesloten systeem. Hij heeft inlaat- en uitlaatfilters
die een steriele omgeving creëren waarin cellen kunnen groeien zonder
het risico op verontreiniging. In bepaalde omstandigheden kan het
debiet van gasinlaat echter hoger zijn dan de uitlaat. Dit doet zich voor
in het onwaarschijnlijke geval van een storing van de drukregelaar aan
een gastoevoer, of bij verstopping van de ventilatie van de S.U.F. door
overmatige schuimvorming. De S.U.F. BPC is niet geclassificeerd als een
drukvat. Al het gas geleverd aan de controller van de fermentor moet
geregeld worden op een druk die niet hoger is dan de aanbevelingen
van de fabrikant, gewoonlijk 2,06–4,13 bar (30–60 psi). De gasdruk
in de BPC-gasruimte mag nooit groter zijn dan 0,034 bar (0,5 psi).
•
Voor veeleisende toepassingen kan een optionele verwarming voor
de uitlaatventilatie gerechtvaardigd zijn.
•
Bij overmatige schuimvorming in uw celcultuurproces gebruikt u een
schuimsensor.
•
Drukomzetters voor eenmalig gebruik zijn beschikbaar voor de S.U.F.
Deze technologie gecombineerd met hoogwaardige controlesystemen
(gebruikelijk in tal van industriële toepassingen) kan de gasdruk regelen
binnen de grenzen van de S.U.F.
Gebruikershandleiding HyPerforma-fermentor voor eenmalig gebruik
™
) maakt een
|
38