Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

HyPerforma-fermentor voor
eenmalig gebruik (S.U.F.)
Gebruikershandleiding
Met HyPerforma aangepaste S.U.F.-toepassingen
DOC0031NL • Herziening H
februari 2022

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Thermo Fisher Scientific HyPerforma - fermentor

  • Pagina 1 HyPerforma-fermentor voor eenmalig gebruik (S.U.F.) Gebruikershandleiding Met HyPerforma aangepaste S.U.F.-toepassingen DOC0031NL • Herziening H februari 2022...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoud Waarschuwingen, veiligheid en garantie-informatie Gebruik van deze handleiding Hoofdstuk 1 Overzicht fermentor voor eenmalig gebruik (S.U.F.) 10 1.1 Inleiding 1.2 Hardware-kenmerken 1.2.1 Systeemfuncties 1.2.2 Roeren 1.2.3 Controlesysteem 1.2.4 Uitlaatbeheersysteem 1.2.5 Verwarming voor uitlaatventilatiefilter 1.2.6 Uitlaatfilterklem 1.2.7 Temperatuur 1.2.8 Verwarmingsprestaties 1.2.9 Externe controle 1.2.10 Laadcellen 1.3 Door de eindgebruiker en derden geleverde componenten...
  • Pagina 3 2.2 Werkplekvoorbereiding 2.2.1 Elektrische aansluitingen voor eenheden met een elektrisch bedieningspaneel 2.2.2 Voorbereiding van buitenste ondersteuningscontainer 2.2.3 Elektrische voorbereiding van systemen met elektrische bedieningspanelen 2.2.4 Voorbereiding van laadcellen 2.3 Installatie 2.3.1 Opstelling van uitlaatfilterbeugel 2.3.2 Opstelling van de condensator (indien aanwezig) 2.3.3 Aansluiting van TCU/koeler op de condensator (optioneel) 2.3.4 Opstelling van uitlaatfilterklem (indien aanwezig)
  • Pagina 4 3.5 Sonde-eenheid 3.5.1 Voorbereiding en sterilisatie 3.5.2 CPC AseptiQuik-aansluitingen uitvoeren 3.5.3 Sonde invoeren 3.5.4 Kalibratie van de sonde 3.5.5 Instructies voor Kleenpak-verbindingen 3.6 Instructies voor de microbiële celcultuur 3.6.1 Bedrijfsomstandigheden voor toepassingen met een microbiële celcultuur 3.6.2 Handmatige bediening van spoelsystemen met boorgat 3.6.3 Controlepunten voor het vullen met media 3.6.4 Vullen met media...
  • Pagina 5 4.2 Specificaties van hardware S.U.F. van 30 l 4.3 Specificaties van hardware S.U.F. van 300 l 4.4 Configureerbare hardware-opties 4.5 Kenmerken en specificaties van BPC 4.5.1 Standaard S.U.F. van 30 l BPC 4.5.2 Standaard S.U.F. van 300 l BPC 4.6 Informatie over opties en verpakking van BPC 4.7 Specificaties van accessoires en opties 4.7.1 Laadcellen 4.7.2 Kabelbeheersysteem...
  • Pagina 6: Waarschuwingen, Veiligheid En Garantie-Informatie

    Koppel de voeding los voordat u elektrische componenten opent. Onderhoud mag uitsluitend worden uitgevoerd door opgeleid personeel. Thermo Fisher Scientific raadt het gebruik van standaard lock-outprocedures aan wanneer onderhoud aan elektrische componenten wordt uitgevoerd. De hoofdonderbreker van het elektrische bedieningspaneel kan vergrendeld worden.
  • Pagina 7 Waarschuwingen, veiligheid en garantie-informatie WAARSCHUWING: Er kan statische elektriciteit worden opgebouwd in BPC's. • BPC's kunnen als isolatie voor elektrostatische lading optreden. Indien elektrostatische lading wordt overgebracht naar een BPC kan de lading worden opgeslagen in de BPC en/of het interne product. Dit fenomeen verschilt per product en gebruikstoepassing.
  • Pagina 8: Informatie Over De Watermantel Van Het Vat

    Waarschuwingen, veiligheid en garantie-informatie WAARSCHUWING: Heet oppervlak—niet aanraken. De verwarmingsmantel is bedoeld om de binnenwand van het vat te verwarmen. Normale gebruiksomstandigheden genereren warmte en kunnen deze hete oppervlakken creëren. • Heet intern oppervlak • Contact met oppervlakken kan brandwonden veroorzaken •...
  • Pagina 9: Elektrische Aansluitingen

    Waarschuwingen, veiligheid en garantie-informatie Opmerking: De S.U.F. BPC-temperatuurgrenzen zijn 5 °C tot 40 °C. De interne druk mag niet hoger zijn dan 0,034 bar (0,5 psi). De watermantel hoeft niet geregistreerd, geïnspecteerd en van het Code U-symbool voorzien te worden volgens artikel U-1(c)2(f) van de ASME Boiler and Pressure Vessel Code en/of de Europese richtlijn 97/23/EG betreffende drukapparatuur (PED).
  • Pagina 10: Gebruiksbeperkingen

    Waarschuwingen, veiligheid en garantie-informatie verkrijgen van resultaten via de apparatuur, vermelde componenten of services binnen het bereik dat u had gewenst, ook als u dat bereik aan ons heeft meegedeeld en het wordt beschreven in specificaties, een offerte of een werkomschrijving. BOVENDIEN ZULLEN BIJ ELK(E) INSTALLATIE, ONDERHOUD, REPARATIE, SERVICE, VERPLAATSING, AANPASSING OF ENIGE ANDERE VORM VAN MANIPULATIE VAN DE APPARATUUR DOOR EEN NATUURLIJKE PERSOON OF RECHTSPERSOON ANDERS...
  • Pagina 11: Richtlijnen Voor Seismische Activiteit

    De koper is bovendien verantwoordelijk voor het vastzetten en verankeren van de apparatuur op een aangegeven, vaste locatie. Thermo Fisher Scientific kan op aanvraag en tegen overeengekomen kosten ondersteuning bieden bij de seismische verankering en bevestiging voor aangeschafte apparatuur, op basis van de bouw- en landspecifieke wetten.
  • Pagina 12: Gebruik Van Deze Handleiding

    Gebruik van deze handleiding Gebruik van deze handleiding Bereik van deze publicatie Deze gebruikershandleiding bevat informatie over de Hyperforma eS.U.F.- en HyPerforma S.U.F.-systemen, met inbegrip van hardware, onderdelen, controlemethodes voor productontwerp, installatie, bediening en specificaties. De eS.U.F.- en S.U.F.-systemen delen een grote hoeveelheid informatie en naar beide wordt in deze handleiding verwezen als S.U.F.
  • Pagina 13: Informatie Over Aanbevolen Praktijken Van Werkvolume Toegevoegd

    Rev. Datum Paragraaf Aangebrachte wijziging Auteur 09/2017 Diverse aspecten van de indeling bijgewerkt E. Hale Gebruik van deze 09/2017 Sectie 'Afkortingen/acroniemen' toegevoegd E. Hale handleiding 09/2017 'Ruisniveau' toegevoegd aan tabel met specificaties E. Hale 11/2017 Hoofdstuk 4 Hardware-, BPC-onderdeelnummers verwijderd E.
  • Pagina 14: Vragen Over Deze Publicatie

    Vragen over deze publicatie Als u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze publicatie, neem dan contact op met technicaldocumentation@thermofisher.com of met uw Thermo Fisher Scientific-verkoopteam. Gerelateerde documenten Indien u niet beschikt over een van de hieronder vermelde gerelateerde publicaties, neem dan contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger.
  • Pagina 15: Overzicht Fermentor Voor Eenmalig Gebruik (S.u.f.)

    Hoofdstuk 1 Overzicht S.U.F. Overzicht fermentor voor eenmalig gebruik (S.U.F.) Inhoudsopgave Inleiding Hardware-kenmerken Door de eindgebruiker en derden geleverde componenten Kenmerken BioProcess Container Bijkomende systeemcomponenten Thermo Scientific Gebruikershandleiding HyPerforma-fermentor voor eenmalig gebruik...
  • Pagina 16: Inleiding

    Hoofdstuk 1 Overzicht S.U.F. 1.1 Inleiding De eS.U.F.- en S.U.F.-systemen zijn ontworpen als eenmalig te gebruiken alternatieven voor conventionele aerobe fermentoren met geroerde tank die tegenwoordig worden gebruikt in toepassingen van microbiële celculturen. De S.U.F. is gebaseerd op het al jarenlang toegepaste ontwerp van de reactor met geroerde tank (STR).
  • Pagina 17 Hoofdstuk 1 Overzicht S.U.F. Afbeeldingen 1.1 en 1.2 tonen de verschillen tussen de S.U.F. en eS.U.F. Deur met mantel Bijkomende koelleidingen Grotere mante- loppervlakte Basis met mantel Afbeelding 1.1. eS.U.F. van 300 l. Afbeelding 1.2. S.U.F. van 300 l. De HyPerforma S.U.F.-systemen worden aangeboden met diverse controlesystemen als oplossing met open architectuur of als complete systeemoplossing.
  • Pagina 18: Hardware-Kenmerken

    Hoofdstuk 1 Overzicht S.U.F. De BPC omvat het mengschroefsysteem, het spoelsysteem, inlaat-/ uitlaatpoorten van het ventilatiefilter, poorten voor sonde-integratie, vul-, onttrek- en monsterpoorten. De materialen zijn voor volledig gekwalificeerd voor contact met biologische producten volgens kunststoffen van USP-klasse VI. Elke eenheid is geproduceerd onder cGMP en wordt ondersteund door kwalificatie- en validatie-informatie.
  • Pagina 19: Uitlaatbeheersysteem

    Hoofdstuk 1 Overzicht S.U.F. 1.2.4 Uitlaatbeheersysteem Een optioneel condensatorsysteem is beschikbaar en wordt aanbevolen. Het koelt uitlaatgassen af en brengt condensaat weer in omloop in de fermentor. 1.2.5 Verwarming voor uitlaatventilatiefilter Een optionele uitlaatventilatiefilterverwarming is beschikbaar om de levensduur van het uitlaatfilter te verhogen in de S.U.F. BPC. Door het filter voldoende te verwarmen tot er geen condensatie meer is, verlaagt het risico dat het filtermembraan vuil wordt.
  • Pagina 20: Verwarmingsprestaties

    Hoofdstuk 1 Overzicht S.U.F. Vergelijking mantels van eS.U.F. Afbeelding 1.4 toont het verschil in de manteloppervlakte van elk S.U.F.-systeem. Afbeelding 1.4. Manteloppervlakken van de S.U.F. (links) en eS.U.F (rechts). 1.2.8 Verwarmingsprestaties De verwarmingstijden voor S.U.F.-systemen verschillen op basis van bedrijfsvloeistofvolume en -temperatuur, omgevings- of verwarmingsvloeistoftemperatuur, spoel- en mengsnelheid.
  • Pagina 21: Door De Eindgebruiker En Derden Geleverde Componenten

    Hoofdstuk 1 Overzicht S.U.F. 1.3 Door de eindgebruiker en derden geleverde componenten 1.3.1 pH- en DO-sondes Tabel 1.1 toont de vereiste lengte en diameter van traditionele sensoren (sondes) die kunnen worden geïntegreerd in de S.U.F. Deze vereisten zijn gebaseerd op de nodige invoerdiepte van de sonde bij gebruik met de sondepoorten.
  • Pagina 22: Controllers

    Hoofdstuk 1 Overzicht S.U.F. Tabel 1.3. Compatibele sondes (vervolg). Opties voor sonde van eenmalig gebruik Houdbaarheid (maand) Houdbaarheid Houdbaarheid Sonde Onderdeelnummer BPC-aansluiting Kamerpoort na assemblage fabrikant Optische stekkerpoort SV20962.01 Buispoort 20716.01 4 mm venster Niet-steriel monster Geen contact Geen contact Afgasanalysator N.v.t.
  • Pagina 23: Kenmerken Van De Bpc

    Hoofdstuk 1 Overzicht S.U.F. 21CFR deel 11 voor cGMP-productie. Er zijn tal van sensoren voor eenmalig gebruik beschikbaar voor pH-, DO- en drukregeling. Thermo Scientific kan complete, geïntegreerde oplossingen leveren met de Thermo Scientific OEM Controller of met de hieronder opgesomde fabrikanten. •...
  • Pagina 24: Werkvolume

    Hoofdstuk 1 Overzicht S.U.F. 1.4.3 Werkvolume Ieder S.U.F.-systeem is ontworpen voor een bepaald werkvolumebereik. De minimale en nominale werkvolumes worden vermeld in de specificatietabellen in hoofdstuk 4. Het vermelde totale volume omvat de vereiste gasruimte voor een optimale beluchting en gasbehandeling. De werkelijke werkvolumes mogen de aangegeven nominale werkvolumes niet overschrijden.
  • Pagina 25: Aftappen En Oogsten

    Hoofdstuk 1 Overzicht S.U.F. Voor het spoelen bij 30 slpm met de twee onderste mengschroeven ondergedompeld in media kunt u werken vanaf 14-18 l. Zonder luchtstroom kunt u werken vanaf ongeveer 15-20,5 l. Om de mengschroeven van de S.U.F. van 300 l bij 370 rpm te bedekken en overmatig spatten van de schroef te voorkomen, vermenigvuldigt u de bovenstaande volumes met tien.
  • Pagina 26: Monstername

    Hoofdstuk 1 Overzicht S.U.F. 1.4.7 Monstername S.U.F.-systemen zijn uitgerust met een kleine monsterpoort naast de dompelhuls van de BPC. Met deze ondergedompelde silicone buis met kleine diameter en een lengte van 152,4 mm (6 inch) kunnen monsters met weinig leeg volume worden verzameld om te kijken naar de levensvatbaarheid en dichtheid van cellen, en om de analyten te analyseren.
  • Pagina 27: Bijkomende Systeemcomponenten

    Hoofdstuk 1 Overzicht S.U.F. Tabel 1.5. BPC-informatie voor afbeeldingen 1.5 en 1.6. Component Beschrijving Capsulefilter voor eenmalig gebruik voor uitwisseling van uitlaatgassen 1. Uitlaatventilatiefilter (twee typen beschikbaar) 2. Condensatorzak (optioneel) Optionele condensatorzak voor eenmalig gebruik De ingebouwde sensor voor eenmalig gebruik kan worden gebruikt met een 3.
  • Pagina 28: Hoofdstuk 1

    Hoofdstuk 1 Overzicht S.U.F. Afbeelding 1.7. Sonde-eenheid. 1.5.2 Accessoires Om te helpen bij de werking van de S.U.F., zijn bijkomende accessoires beschikbaar (zie hieronder). Vereist • Robuuste slangklemmen Aanbevolen • Uitlaatbeheersysteem met condensator en ventilatiefilters. Optioneel • E-Box • Monsterspruitstuk met Luer-lock •...
  • Pagina 29: Installatie En Opstelling

    Hoofdstuk 2 Installatie en opstelling Installatie en opstelling Inhoudsopgave Voorbereiding van initiële installatie Werkplekvoorbereiding Installatie Thermo Scientific Gebruikershandleiding HyPerforma-fermentor voor eenmalig gebruik...
  • Pagina 30: Voorbereiding Van Initiële Installatie

    Hoofdstuk 2 Installatie en opstelling 2.1 Voorbereiding van initiële installatie De eS.U.F.- of S.U.F.-hardware wordt verpakt geleverd. Voor instructies over het uitpakken, de basisopbouw en gedetailleerde inhoud van de verpakking raadpleegt u de S.U.F. Handleiding voor in- en uitpakken (DOC0052). Volg de instructies aandachtig en houd al het verpakkingsmateriaal bij.
  • Pagina 31: Voorbereiding Van Buitenste Ondersteuningscontainer

    Hoofdstuk 2 Installatie en opstelling 2.2.2 Voorbereiding van buitenste ondersteuningscontainer Elke buitenste ondersteuningscontainer wordt door de fabrikant verzonden en komt aan met diverse veiligheidsmechanismen. Volg de onderstaande richtlijnen om de S.U.F. bij aankomst te configureren. WAARSCHUWING: Procedures waarbij het elektrische bedieningspaneel (E-Box) moeten worden geopend dienen plaats te vinden met de hoofdstroomonderbreker in vergrendelde stand en alle stroombronnen losgekoppeld.
  • Pagina 32: Voorbereiding Van Laadcellen

    Hoofdstuk 2 Installatie en opstelling 4. Fermentoren worden verzonden met hoofdonderbreker in stand 'uit'. Zet de hoofdonderbreker aan. 5. Sluit de E-Box en vergrendel het paneel. 2.2.4 Voorbereiding van laadcellen Voor S.U.F.-eenheden die zijn aangeschaft met af fabriek geïnstalleerde laadcellen worden de laadcellen verzonden in vergrendelde positie (met schroefbevestiging) om de apparatuur te beschermen.
  • Pagina 33: Installatie

    Hoofdstuk 2 Installatie en opstelling 5. De S.U.F.-hardware is nu klaar om de verwerking van een celcultuur voor te bereiden. VOORZICHTIG: Verplaats de eenheid niet (vooral wanneer ze gevuld is) terwijl laadcellen ontgrendeld zijn, aangezien dit de cellen kan beschadigen. 6. Voor systemen met weergaveschermen van laadcellen raadpleegt u bijlage C voor informatie over het kalibreren van gereedschap.
  • Pagina 34 Hoofdstuk 2 Installatie en opstelling 2. Zoek de buitenste ondersteuningscontainer voor verwerking van de celcultuur. 3. Bij monitoring van het volume kan de eenheid op een weegschaal worden geplaatst indien geen laadcellen worden gebruikt. Andere toepassingen kunnen alle binnenkomende en uitgaande vloeistoffen meten.
  • Pagina 35: Opstelling Van Uitlaatfilterbeugel

    Hoofdstuk 2 Installatie en opstelling Afbeelding 2.4. Een TCU-slang aansluiten op de poort van de watermantel. 2.3.1 Opstelling van uitlaatfilterbeugel Om de uitlaatfilterbeugel te installeren, klemt u hem aan de rand van de S.U.F.-tank. Duw de rode handgrepen omlaag om hem vast te zetten (Afbeelding 2.5).
  • Pagina 36: Opstelling Van De Condensator (Indien Aanwezig)

    Hoofdstuk 2 Installatie en opstelling 2.3.2 Opstelling van de condensator (indien aanwezig) Indien uw systeem een optionele condensator bevat, moet de geassembleerde condensator worden geïnstalleerd. Condensatoren voor eenheden van 30 l worden op de uitlaatfilterpaal geklemd (Afbeelding 2.6). Condensatoren voor eenheden van 300 l worden vastgeschroefd op de uitlaatfilterbeugel (Afbeelding 2.7).
  • Pagina 37: Aansluiting Van Tcu/Koeler Op De Condensator (Optioneel)

    Hoofdstuk 2 Installatie en opstelling 2.3.3 Aansluiting van TCU/koeler op de condensator (optioneel) Volg de onderstaande stappen om een TCU of koeler aan te sluiten op de S.U.F.-condensator, indien aanwezig. 1. Sluit de inlaat- en uitlaatslangen aan op de TCU (Afbeelding 2.10). Mogelijk moet u de kleppen bevestigen aan de TCU.
  • Pagina 38: Opstelling Van Uitlaatfilterklem (Indien Aanwezig)

    Hoofdstuk 2 Installatie en opstelling 3. Sluit het (de) resterende uiteinde(n) aan op de uitlaatpoort(en) op de condensator. – In systemen van 300 l zijn de uitlaatpoorten de poorten die verder weg  van de tank liggen (getoond in Afbeelding 2.11) – In systemen van 30 l is de uitlaatpoort de onderste poort aan de condensator (zichtbaar in Afbeelding 2.6).
  • Pagina 39: Opstelling Van Optioneel Kabelbeheersysteem

    Hoofdstuk 2 Installatie en opstelling Klem geïnstalleerd op stang van uitlaatsysteem met C-beugel Afbeelding 2.12. Klem geïnstalleerd op een S.U.F. van 300 l. 2. Steek de draad aan de klem in de controller. Een blauw lampje op de ontgrendelingsknop van de klem geeft aan dat de eenheid stroom krijgt en klaar is om de klem handmatig te starten.
  • Pagina 40: Voorbereiding Van Luchtleiding

    Hoofdstuk 2 Installatie en opstelling 2.3.6 Voorbereiding van luchtleiding Zie tabellen 3.2 en 3.3 (pagina 94) voor aanbevolen luchtdebieten. De bedrijfsdrukwaarden op het niveau van de S.U.F. zijn erg belangrijk en moeten worden nageleefd. Merk op dat de debieten in de grafieken zowel toepassingen met half en volledig volume bevatten.
  • Pagina 41: Informatie Over Werking

    Hoofdstuk 3 Informatie over werking Informatie over werking Inhoudsopgave Algemene informatie over de werking van het systeem Instructies voor het laden van BPC en aandrijfas in eenheden van 30 l Instructies voor het laden van BPC en aandrijfas in eenheden van 300 l Uitlaatsysteem Sonde-eenheid Instructies voor de microbiële celcultuur...
  • Pagina 42: Algemene Informatie Over De Werking Van Het Systeem

    Hoofdstuk 3 Informatie over werking 3.1 Algemene informatie over de werking van het systeem 3.1.1 BPC voorbereiden en laden Elke buitenste ondersteuningscontainer is ontworpen voor een specifieke S.U.F. BPC. Bevestig dat het juiste volume van BPC wordt gebruikt voor het overeenkomstige volume van de buitenste ondersteuningscontainer.
  • Pagina 43 Hoofdstuk 3 Informatie over werking Monstername De S.U.F. is uitgerust met een kleine monsterpoort die deel uitmaakt van de dompelhuls van de BPC. Met deze ondergedompelde silicone buis met kleine diameter (1,59 x 4,76 mm (1/16 x 3/16 inch)) en een lengte van 152,4 mm (6 inch) kunnen monsters met weinig leeg volume worden verzameld om te kijken naar de levensvatbaarheid en dichtheid van cellen, en om de analyten te analyseren.
  • Pagina 44: Interface Voor Roermechanisme Bij Eenheden Met Elektrische Bedieningspanelen

    Hoofdstuk 3 Informatie over werking Ondanks uitvoerig testen werden geen aanwijzingen gevonden van overdruk die voldoende is om een breuk in het omhulsel te creëren. Ontwikkelingstests van het BPC-systeem hebben aangetoond dat bij overmatige druk de polymeer container zal falen aan de bovenste delen van de kamer waar er geen ondersteuning is door de buitenste ondersteuningscontainer;...
  • Pagina 45 Hoofdstuk 3 Informatie over werking Verwarmingsprestaties De verwarmingstijden voor S.U.F.-systemen verschillen op basis van vloeistofvolume en -temperatuur, omgevings- of verwarmingsvloeistoftemperatuur, spoel- en mengsnelheid. Gebruikers moeten de strategieën voor indeling van procesvloeistof en enting afstemmen op de unieke aspecten van de S.U.F. Procescontrollers en verwarmingen zijn ontworpen om een optimale warmteoverdracht te leveren en de opwarmtijden te minimaliseren, terwijl de integriteit van de constructie met polymeerfilm van de BPC behouden blijft (tabel 3.1).
  • Pagina 46: Resetbare Onderbrekers

    Hoofdstuk 3 Informatie over werking Tabel 3.2. Koeltijden voor S.U.F.-systemen (omgevingstemperatuur van 25 °C). Streef­ Vloeistofbatchvolume Initiële Tijd Systeem waarde (half/vol) vloeistof (half/vol) vloeistof 30 l* 30 l (vol) 42 °C 10 °C 1,45 uur (vol) S.U.F. van 300 l 150/300 l 5 °C 10 °C 1,3 uur/1,8 uur Aangepaste...
  • Pagina 47: Externe Datalogging En -Controle

    Hoofdstuk 3 Informatie over werking minimaal bedrijfsvolume te starten. Met de mogelijkheid om bedrijfsvolumes te volgen door laadcellen of een weegschaal te gebruiken, kan de gebruiker het vloeistofvolume en de celdichtheid afstemmen op het gerelateerde werkvolume tijdens de procesrun wanneer de fermentor wordt vergroot. Een laadcelset voor meting van gewicht/volume is optioneel beschikbaar.
  • Pagina 48: Laden Van Bpc En Aandrijfas In Eenheden Van 30 L

    Hoofdstuk 3 Informatie over werking 3.2 Laden van BPC en aandrijfas in eenheden van 30 l 3.2.1 Initiële installatiestappen voor eenheden van 30 l Elke buitenste ondersteuningscontainer is ontworpen voor een specifieke S.U.F. BPC. Bevestig dat het juiste volume van BPC wordt gebruikt voor het overeenkomstige volume van de buitenste ondersteuningscontainer.
  • Pagina 49 Hoofdstuk 3 Informatie over werking 2. Richt de BPC met de lagerpoort naar boven en naar de motoraandrijving, met de sondepoorten van de connectoren naar de onderste opening. 3. Verwijder de kap op de BPC-lagerpoort en plaats de poort in de steun (Afbeelding 3.3).
  • Pagina 50 Hoofdstuk 3 Informatie over werking 5. Breng de spoellijn en onderste afvoerlijn door de onderste toegangsopening (Afbeelding 3.5). Afbeelding 3.5. De spoel- en onderste afvoerlijnen leggen. 6. Open de deur van de condensatoreenheid, indien aanwezig, en voer het condensatordeel van de zak door de condensator. 7.
  • Pagina 51: Opmerkingen Over Filters

    Hoofdstuk 3 Informatie over werking 8. Indien aanwezig, plaats de condensatorzak dan recht en soepel in de condensatoreenheid, en sluit en vergrendel de deur van de condensator (Afbeelding 3.7). Zorg dat de condensatorzak niet te strak of te los in de condensatorhardware zit.
  • Pagina 52 Hoofdstuk 3 Informatie over werking 10. Indien een kabelbeheersysteem beschikbaar is, maakt u de lijnen vast aan de juiste inlaatpoorten (Afbeeldingen 3.9, 3.10 en 3.11). Afbeelding 3.10. Verbinding inkomende lijnen. Afbeelding 3.9. Lijn opstellen aan het kabelbeheersysteem. Afbeelding 3.11. Verbinding inkomende lijnen aan een direct spoelfilter.
  • Pagina 53 Hoofdstuk 3 Informatie over werking 13. Gebruik de onderste openingen aan de basis van de ondersteuningscontainer als referentie voor uitlijning van de hanglipjes aan de BPC. 14. Maak de twee hanglipjes aan de onderzijde van de BPC vast aan de houders (pennen) op de S.U.F. (Afbeelding 3.12). Afbeelding 3.12.
  • Pagina 54 Hoofdstuk 3 Informatie over werking 16. Om de aandrijfas te kunnen invoeren, vult u de BPC met lucht op 0,1 vvm gedurende ongeveer 5 minuten (de tijden zullen variëren naargelang het debiet, de inlaatdruk en het containervolume). VOORZICHTIG: Om de BPC niet te beschadigen, moet hij deels worden opgeblazen voordat u begint met de invoer van de aandrijfas.
  • Pagina 55 Hoofdstuk 3 Informatie over werking 5. Sluit de voorzijde van de klem (Afbeelding 3.15) en zet de borgpen terug (Afbeelding 3.16). Afbeelding 3.15. De voorzijde van de klem sluiten. Afbeelding 3.16. De borgpen terugzetten. 6. Verifieer dat de klem is aangesloten op lucht en het blauwe lampje brandt. 7.
  • Pagina 56: Aandrijfas Invoeren Voor Eenheden Van 30 L

    Hoofdstuk 3 Informatie over werking 9. Indien de klem is geïntegreerd in een controller, kan ze ook worden vrijgemaakt met een knop op het aanraakscherm van de controller. 3.2.2 Aandrijfas invoeren voor eenheden van 30 l WAARSCHUWING: Om de BPC niet te beschadigen, moet hij deels worden opgeblazen voordat u begint met de invoer van de aandrijfas.
  • Pagina 57 Hoofdstuk 3 Informatie over werking Afbeelding 3.19. Twee handen Afbeelding 3.20. De spiebaan van gebruiken om de aandrijfas te laden. de motoraandrijving uitlijnen. 4. Gebruik de volgende stappen om de aandrijfas direct aan de motoraandrijving te koppelen (Afbeeldingen 3.21–3.23). • Plaats de schroefkap op de holle doorgang en draai deze met de hand rechtsom vast (Afbeelding 3.21).
  • Pagina 58: Afsluitende Installatiestappen Voor Eenheden Van 30 L

    Hoofdstuk 3 Informatie over werking Afbeelding 3.22. De dop vastdraaien. Afbeelding 3.23. Afdekking opnieuw plaatsen en vergrendelen. 5. De luchttoevoer kan worden uitgeschakeld zodra de aandrijfas is ingevoerd. 3.2.3 Afsluitende installatiestappen voor eenheden van 30 l 1. Positioneer en sluit een staafklem op de onderste afvoerlijn, zo dicht mogelijk bij de BPC-poort (Afbeelding 3.24).
  • Pagina 59 Hoofdstuk 3 Informatie over werking Afbeelding 3.26. De RTD vastzetten door de Afbeelding 3.25. De RTD invoeren in de Luer-lock-kraag te draaien. dompelhuls. 4. Optioneel: Sluit de druksensor aan op het controle-apparaat. 5. Verhoog de BPC-druk tot 34.47 mbar (0,5 psi) om de film van de BPC te helpen plaatsen op de mantel en schotten.
  • Pagina 60: Laden Van Bpc En Aandrijfas In Eenheden Van 300 L

    Hoofdstuk 3 Informatie over werking RTD-/monsterpoort Secundaire aardklem Afbeelding 3.28. Vat naar aardklem van media. 3.3 Laden van BPC en aandrijfas in eenheden van 300 l 3.3.1 Initiële installatiestappen voor eenheden van 300 l Voordat u de BPC laadt, verifieert u dat de S.U.F.-hardware vast staat met vergrendelde wielen.
  • Pagina 61 Hoofdstuk 3 Informatie over werking 2. Maak de vergrendeling die de motor op zijn plaats houdt vrij (door ze omlaag te trekken) en schuif de motor weg van het midden van de tank. 3. Verwijder de bestraalde BPC uit de beschermende verpakking en dubbele plastic zakken (Afbeelding 3.30).
  • Pagina 62 Hoofdstuk 3 Informatie over werking 5. Plaats de bovenste lijnsets, nog steeds in de plastic zakken, over de bovenrand van de tank (Afbeelding 3.32). Dit voorkomt dat de container beperkt wordt tijdens de opblaasstap. Afbeelding 3.32. Plaatsing van verpakte lijnset over rand van container voorbereiden.
  • Pagina 63 Hoofdstuk 3 Informatie over werking Grendel van uitlaatpoort (gesloten) Afbeelding 3.34. Schuifgrendel van uitlaatpoort (uit de tank verwijderd). Verschuif het grendel om de uitlaatpoort vast te zetten Afbeelding 3.35. De uitlaatpoort vergrendelen. 7. Haal de kap van de lagerpoort in de BPC en laad de lagerpoort in de steun (Afbeelding 3.36).
  • Pagina 64 Hoofdstuk 3 Informatie over werking 8. Indien de motor werd ontgrendeld voor een vlotte invoer van de lagerpoort, zet hem dan weer in zijn positie vast. WAARSCHUWING: Indien u de motor niet vastzet, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of schade aan de BPC. 9.
  • Pagina 65: Opmerkingen Over Filterverwarming

    Hoofdstuk 3 Informatie over werking Opmerkingen over filterverwarming: • De controller van de ventilatiefilterverwarming is vooraf ingesteld op 55 °C. • BPC's van 30 l kunnen één of twee uitlaatfilters hebben. • De ventilatiefilterverwarming van 30 l werkt op 53 W, de ventilatiefilterverwarming van 300 l op 151 W. Afbeelding 3.41.
  • Pagina 66 Hoofdstuk 3 Informatie over werking Opmerking over buis: Zorg dat de buismaat correct is voor de ™ pompkop. PharMed -buizen worden aanbevolen voor de condensaatlijn. De standaardbuis van silicone zou voldoende moeten zijn voor 24 uur. 15. Verifieer dat zowel de pomp als de TCU of koeler ingeschakeld is en werkt met de juiste instellingen.
  • Pagina 67 Hoofdstuk 3 Informatie over werking 18. Haal de witte plastic geleideplaat uit de onderzijde van de buitenste ondersteuningscontainer (Afbeelding 3.46) en breng de spoelinlaatlijn, filter en afvoerlijn door de onderste opening in de buitenste onder- steuningscontainer. Zet de plastic geleideplaat terug (Afbeelding 3.47). Opening van afvoerlijn Openingen...
  • Pagina 68 Hoofdstuk 3 Informatie over werking 20. Sluit de aanvoerlijn van binnenkomend gas aan op het spoelfilter. Blaas de BPC op met lucht via het spoelsysteem. Het opblazen duurt ongeveer één tot vijf minuten. 25 slpm of 0,034 bar (0,5 psi) interne druk mag niet overschreden worden voor BPC's van 30 l.
  • Pagina 69 Hoofdstuk 3 Informatie over werking Afbeelding 3.50. Hanglipjes bevestigen. 24. Trek de temperatuur-/monsterpoort door de grote opening aan de voorzijde van de buitenste ondersteuningscontainer. 25. Sluit een druksensor aan op de monitor (of de externe controller die u eventueel gebruikt). Nadat het scherm is gestabiliseerd, laat u het 30 minuten opwarmen en dan tarreert u de monitor.
  • Pagina 70: Aandrijfas Invoeren Voor Eenheden Van 300 L

    Hoofdstuk 3 Informatie over werking Afbeelding 3.51. Klem geïnstalleerd op een BPC van 300 l. 3.3.2 Aandrijfas invoeren voor eenheden van 300 l De motor en mengeenheid in Afbeelding 3.52 dient als referentie voor de assemblage en invoer van de aandrijfas. De aandrijfas bestaat uit drie stukken en moet stuk voor stuk worden geassembleerd en ingevoerd.
  • Pagina 71 Hoofdstuk 3 Informatie over werking 1. Bereid de holle doorgang voor door eerst de borgpen op de veiligheidsafdekking te verwijderen (Afbeelding 3.53), de veiligheidsafdekking te openen en de schroefkap van de aandrijfas aan de mengeenheid weg te halen (linksom draaien) (Afbeeldingen 3.54 en 3.55). Afbeelding 3.53.
  • Pagina 72 Hoofdstuk 3 Informatie over werking 3. Steek eerst de onderste sectie door de holle doorgang van de motoraandrijving. Schuif de borgpen van de motor in de as, zodat deze niet in de buis valt (Afbeelding 3.56). Assembleer de middelste en onderste secties van de aandrijfas door ze samen te voegen met een draaibeweging, waardoor de twee secties aan elkaar worden vastgemaakt (Afbeelding 3.57).
  • Pagina 73 Hoofdstuk 3 Informatie over werking 4. Laad de deels geassembleerde aandrijfas door de holle doorgang en houd deze in positie met de borgpen. Neem de bovenste sectie van de aandrijfas en monteer ze aan het middelste segment op de eerder beschreven manier.
  • Pagina 74 Hoofdstuk 3 Informatie over werking Afbeelding 3.61. De aandrijfaskap terugzetten. 7. Draai de kap vast door een spansleutel linksom op de holle doorgang te plaatsen. Draai vast met de meegeleverde momentsleutel (Afbeelding 3.61). Opmerking: De momentsleutel heeft een standaard vierkantaandrijving van 10 mm (3/8 inch) en is in de fabriek gekalibreerd op 16,9 Nm (150 in-lb.).
  • Pagina 75: Afsluitende Installatiestappen Voor Eenheden Van 300 L

    Hoofdstuk 3 Informatie over werking 3.3.3 Afsluitende installatiestappen voor eenheden van 300 l 1. Leg de poorten volledig door de voorste opening van de buitenste ondersteuningscontainer en bevestig de sondeclips (Afbeelding 3.63). Afbeelding 3.63. Een sondeclip bevestigen. 2. Haal de afvoerlijnset uit de plastic zak (Afbeelding 3.64), plaats de lijnklem zo dicht mogelijk bij de BPC-poort en sluit de klem (Afbeelding 3.65).
  • Pagina 76 Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 4. Gebruik de volgende stappen om de RTD of geselecteerde temperatuursensor in de dompelhuls te steken (Afbeelding 3.66). • Plaats een kleine hoeveelheid glycerol (0,5 ml) in de huls om te helpen bij de warmteoverdracht. •...
  • Pagina 77 Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 7. Bevestig de aardklem aan het rvs inzetstuk in de RTD-/monsterpoort (Afbeelding 3.68). RTD-/monsterpoort BPC-aardklem Afbeelding 3.68. Aardklem van schuimsensor aan de RTD. 8. Verhoog de BPC-druk tot een waarde tussen 20 en 34,47 mbar (0,29 en 0,5 psi) om de film van de BPC te helpen plaatsen op de mantel en schotten.
  • Pagina 78: Uitlaatsysteem

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 3.4 Uitlaatsysteem 3.4.1 Overzicht van de werking van het uitlaatsysteem De condensator wordt gebruikt als accessoire voor de S.U.F. samen met ventilatiefilterverwarmingen, die nodig zijn met of zonder de condensator. De condensator voorkomt dat vloeistoffen en vaste stoffen condenseren en zich ophopen aan de binnenzijde van de ventilatiefilters van de S.U.F.
  • Pagina 79: Wanneer Moet De Condensator Worden Gebruikt

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 3.4.2 Wanneer moet de condensator worden gebruikt Grote hydrofobe ventilatiefilters van 254 mm (10 inch) met een nominale poriegrootte van 0,2 micron vergroten het beschikbare oppervlak voor het ontgassen. Bovendien is de standaard S.U.F. van 30–300 l ontworpen voor gebruik met een optionele condensator.
  • Pagina 80: Condensatoren En Reserve-Ventilatiefilters

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 3.4.3 Condensatoren en reserve-ventilatiefilters Alle systemen, met name grote systemen, halen voordeel uit het gebruik van een condensator. De condensator verhoogt de betrouwbaarheid van het systeem bij hoge debieten van meer dan 1 vvm (of 30 splm voor vaten van 30 l en 300 slpm voor vaten van 300 l) en moet sterk worden overwogen wanneer batchruns langer dan een dag bij 1 vvm worden uitgevoerd (of drie dagen bij lagere vvm).
  • Pagina 81: Sonde-Eenheid

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 8. Controleer met de indicator of het venster aan de voorzijde van de TCU of het reservoir zich nog minstens op het minimumpeil bevindt. 9. De instellingen voor de TCU en peristaltische pomp zijn af fabriek geconfigureerd.
  • Pagina 82: Cpc Aseptiquik-Aansluitingen Uitvoeren

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 7. Autoclaveer de sonde-eenheid met een gevalideerde sterilisatiecyclus (ongeveer 30 minuten op 122 °C). Sterilisatiecycli van 30 minuten zijn doorgaans voldoende. Opties voor droge of vochtige cyclusparameters kunnen worden gebruikt. Trage uitlaatcycli hebben de voorkeur, aangezien dit de sondes minder belast tijdens temperatuur- en drukwijzigingen van het autoclaveren.
  • Pagina 83 Hoofdstuk 3 | Informatie over werking Instructies voor de aansluiting met CPC AseptiQuik De volgende stappen beschrijven de uitvoering van een steriele aseptische aansluiting met CPC AseptiQuik G geslachtsloze connectoren. 1. Scheur de plastic verpakking van de connector op de BPC open en verwijder ze (Afbeeldingen 3.73 en 3.74).
  • Pagina 84 Hoofdstuk 3 | Informatie over werking Uitlijnen met groeven van de connector aan elke kant Afbeelding 3.77. Connectoren uitlijnen. 4. Belangrijk: Knijp elke zijde van de connectoren samen tot u ze aan weerszijden hoort en voelt samenklikken (Afbeelding 3.78). 5. Belangrijk: Controleer visueel of de vlakken van elke connector op gelijke hoogte liggen aan de vier zijden, om een juiste afdichting van de pakkingen te garanderen (Afbeelding 3.79).
  • Pagina 85: Sonde Invoeren

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 6. Knijp de treklipjes samen tot u een klik hoort en voelt (Afbeelding 3.80). Afbeelding 3.80. Treklipjes samendrukken. 7. Steek uw wijsvinger tussen de treklipjes, trek dan naar boven weg van de connector om de papieren membranen te verwijderen uit de connectoren (Afbeelding 3.81).
  • Pagina 86 Hoofdstuk 3 | Informatie over werking Afbeelding 3.82. Een sondeclip bevestigen. 2. Installeer een vooraf gesteriliseerde sensor en sondekit met de aseptische verbindingsmethoden beschreven in sectie 3.5.2. De aseptische verbinding is voltooid voordat de balg inklapt (Afbeelding 3.83). Afbeelding 3.83. De vooraf gesteriliseerde sensor installeren.
  • Pagina 87 Hoofdstuk 3 | Informatie over werking Afbeelding 3.84. Ingeklapte balg. 4. Positioneer de sondeclip in de gewenste horizontale locatie. Hef de sonde en plaats ze op de sondeclip (Afbeelding 3.85). Afbeelding 3.85. De sonde optillen in de veer. 5. Verifieer dat de sonde op de juiste diepte en in de juiste hoek blijft wanneer de balg uitzet om vrij in de sondeclip te rusten.
  • Pagina 88: Kalibratie Van De Sonde

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 3.5.4 Kalibratie van de sonde De kalibratie van de sonde hangt van de controller af. De volgende algemene regels zijn echter van toepassing: • pH-sondes moeten voorafgaand aan stoomsterilisatie worden gekalibreerd. De kalibratie van de sonde kan gestandaardiseerd worden door een offline monster te vergelijken nadat de pH-sonde is aangesloten op de S.U.F.
  • Pagina 89: Sterilisatie

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking • Haal de connector NIET uit de binnenverpakking (zak van het apparaat) tot net voor de installatie. • De montagehulp wordt niet-steriel geleverd en kan meermaals worden gebruikt. De eenheid moet tussen elk gebruik worden bewaard in een schone en droge omgeving.
  • Pagina 90: Sterilisatie Met Autoclaaf

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking Sterilisatie met autoclaaf • Installeer de mannelijke of vrouwelijke connector op de te steriliseren uitrusting. Als de connector op een tank is aangesloten, moet de tank juist worden geventileerd met een ontluchter. • Zorg dat de beschermkap van de connector goed is geplaatst. Autoclaafpapier of een ander autoclaveerbaar en lucht/stoom doorlatend materiaal kan worden gebruikt om de dop losjes te bedekken zodat deze zich tijdens hantering niet kan verplaatsen.
  • Pagina 91 Hoofdstuk 3 | Informatie over werking VROUWELIJK DEEL* Vergrendelclips (aan beide kanten) Beschermdoppen MANNELIJK DEEL* Zuiger Cilinder O-ring Basis Tegenhoudring Duimsteun GEACTIVEERDE STERIELE KLEEN- PAK-CONNECTOR Afbeelding 3.86. Schema van Kleenpak-connector. 1. Trek het lipje omhoog en verwijder het van de beschermdoppen zodat u de doppen kunt verwijderen van de connectoren (Afbeelding 3.87).
  • Pagina 92 Hoofdstuk 3 | Informatie over werking Ronde zijde Vrouwelijke Tegenhoudring connector Cilinder Platte zijde Mannelijke waar beide connector opgevouwen trekstrips uitsteken Afbeelding 3.88. Mannelijke en vrouwelijke connectoren uitlijnen. Opmerking: Indien de connectoren niet juist zijn uitgelijnd, kan geen verbinding tot stand worden gebracht. 3.
  • Pagina 93 Hoofdstuk 3 | Informatie over werking Opmerking: De connector moet goed in het montagehulpmiddel blijven zitten als deze juist is geïnstalleerd (Afbeelding 3.91). Montagehulpmiddel (dwarsdoorsnede) Trekstrips Afbeelding 3.91. Dwarsdoorsnede van montagehulp. 5. Houd het montagehulpmiddel in de palm van uw hand. Hierbij moet de connector naar buiten wijzen en moet u met uw duim de connector in het montagehulpmiddel ondersteunen.
  • Pagina 94: De Verbinding Tot Stand Brengen Zonder Het Montagehulpmiddel Voor Connectoren

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking Afbeelding 3.94. Duimsteun van Afbeelding 3.95. Mannelijke mannelijke connector omlaag duwen. connector omlaag gedrukt. Voor een goede verbinding moet de plunjer in de mannelijke connector volledig in de vrouwelijke connector zijn ingebracht. Bij wijze van controle herhaalt u de activering totdat u een harde stop bereikt.
  • Pagina 95 Hoofdstuk 3 | Informatie over werking Beschermdoppen Afbeelding 3.97. Doppen van connectoren verwijderen. 2. Houd de cilinder van de grootste (mannelijke) connector boven de basis. • Lijn de kleine (vrouwelijke) connector uit met de grote (mannelijke) connector. • De platte kanten moeten uitgelijnd zijn. •...
  • Pagina 96 Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 4. Ondersteun de mannelijke en vrouwelijke connectoren en verwijder de tegenhoudring uit de mannelijke connector door het lipje naar het getande uiteinde van de mannelijke connector te trekken (Afbeelding 3.100). Verwijder de tegenhoudring van de mannelijke connector Afbeelding 3.100.
  • Pagina 97 Hoofdstuk 3 | Informatie over werking WAARSCHUWING: Niet gebruiken indien slechts één strook per ongeluk is verwijderd in plaats van beide, aangezien dit de steriliteit van het pad zal beïnvloeden. 6. Duw de duimsteun van de mannelijke Kleenpak-connector omlaag naar de basis van de cilinder tot ze samenkomen (Afbeeldingen 3.103 en 3.104). Afbeelding 3.103.
  • Pagina 98: Instructies Voor De Microbiële Celcultuur

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 3.6 Instructies voor de microbiële celcultuur Voordat de fermentatierun begint, raadpleegt u de controlelijst in bijlage D om na te gaan of alle vereiste stappen zijn voltooid. 3.6.1 Bedrijfsomstandigheden voor toepassingen met een microbiële celcultuur De optimale bedrijfsparameters voor een microbiële celcultuur variëren sterk tussen cellijnen en mediaformuleringen.
  • Pagina 99: Handmatige Bediening Van Spoelsystemen Met Boorgat

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking Tabel 3.3. S.U.F.-bereik van bedrijfsparameters (gebaseerd op de optie van uitlaatfilter met hoog debiet; het gebruik van filters met laag debiet in de uitlaatkamer van 300 l vereist tweemaal zoveel filters en kan de bedrijfsparameters verlagen). 30 l 300 l Temperatuur (°C)
  • Pagina 100: Controlepunten Voor Het Vullen Met Media

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking Voor meer informatie over de groei van specifieke cellijnen in het S.U.F.-systeem neemt u contact op met de technische ondersteuning (zie hoofdstuk 6). 3.6.3 Controlepunten voor het vullen met media Controleer het volgende voordat u vloeistof vult. 3 De BPC (30 l of 300 l, respectievelijk) is aan de hand van de instructies in sectie 3.2 of 3.3 in de buitenste ondersteuningscontainer geladen.
  • Pagina 101: Roeren Voor Eenheden Met E-Boxes

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 6. Vul bij tot het gewenste vloeistofvolume; 20–100% van het nominale volume wordt aanbevolen. 7. Als u een vloeistof batch-naar-tank-aardingskabel gebruikt met de roestvrijstalen connector van de bemonsteringsslang, moet de bemonsteringsslang ontlucht worden voordat de sonde wordt gekalibreerd.
  • Pagina 102: Temperatuurregulering

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking Tabel 3.5. Aanbevolen werking voor geselecteerde vloeistofvolumes (maximale rpm). Maximale rpm in Maximale rpm in Vloeistofvolume eenheid van 30 l eenheid van 300 l 275 rpm 15 l 350 rpm 30 l 598 rpm 60 l 120 rpm 150 l 240 rpm...
  • Pagina 103: Kalibratie Van De Ph-Sonde

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 3. De instelpunten van de temperatuur moeten tussen 5 en 55 °C liggen. Deze instelpunten worden gecontroleerd door de TCU. Raadpleeg de richtlijnen van de fabrikant van de TCU voor installatie- en bedieningsinstructies. 3.6.7 Kalibratie van de pH-sonde In het algemeen kan de kalibratie van de pH-sonde (na het autoclaveren) worden geverifieerd door een monster af te nemen en de pH te analyseren met een andere, gekalibreerde pH-meter.
  • Pagina 104: Controlepunten Tijdens Het Proces

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking Opmerking: Voor afschuifgevoelige culturen kunnen cellen worden ingevoerd door de toevoegpoort zo te manipuleren dat het entmateriaal langs de binnenwand van de BPC en in de bulkvloeistof wordt geleid, waardoor de schuifspanning op de cellen wordt beperkt. Aangepaste lijnsets kunnen worden geleverd met ondergedompelde buizen.
  • Pagina 105: Uitschakeling Van S.u.f. En Verwijdering Van Bpc Na Gebruik

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 3.6.13 Uitschakeling van S.U.F. en verwijdering van BPC na gebruik 1. Nadat een run is voltooid en de inhoud is geoogst (afgevoerd), zet u de schakelaar van de motorregelaar op de E-Box uit. Controleer of de motor is uitgeschakeld en de aandrijfas niet draait. 2.
  • Pagina 106: De Volgende Run Voorbereiden

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 3.6.14 De volgende run voorbereiden Tussen runs kan de S.U.F.-hardware (buitenste ondersteuningscontainer, sonderek, aandrijfas, mixeraandrijving enz.) worden afgeveegd met een nat doekje. Bewaar de aandrijfas in de houder nabij de bovenzijde van de buitenste ondersteuningscontainer. De S.U.F.-hardware kan gereinigd worden volgens de standaard reinigingsprocedures voor een laboratorium.
  • Pagina 107: Bpc-Monsterneming

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 3.7 BPC-monsterneming Tijdens de werking van de S.U.F. moeten mogelijk monsters worden genomen om diverse parameters vastgesteld door de gebruiker te controleren. De volgende sectie beschrijft twee technieken voor monsterneming: aseptische monsterneming met een steriele spuit en monsterneming met een steriel spruitstuk.
  • Pagina 108: Monsterneming Met Een Steriel Spruitstuk

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 4. Creëer een lichte vacuümdruk door de zuiger een beetje uit te trekken. 5. Open de klem en neem een monster op (ongeveer 30–60 ml); let er daarbij op dat er niets terugstroomt. 6. Sluit de klem en verwijder de spuit (dit is een ontluchtingsmonster). 7.
  • Pagina 109 Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 4. Inspecteer de lasverbindingen en de open stroombaan door de lasverbindingen af te klemmen. 5. Open twee klemmen aan de inlaat en de klem aan de ontluchtingscontainer (container van 100 ml). 6. Ontlucht de monsterlijn door deze container te vullen (30–60 ml wordt aanbevolen).
  • Pagina 110: Verificatieprocedures

    Hoofdstuk 3 | Informatie over werking 3.8 Verificatieprocedures 3.8.1 Verificatie van de mengsnelheid Om de mengsnelheid te verifiëren, gebruikt u een gekalibreerde snelheidsmeter. Verwacht een nauwkeurigheid van ± 0,75% van volledige schaal. De schaal van de snelheid kan worden aangepast als de kalibratie moet worden aangepast.
  • Pagina 111: Specificaties En Informatie Over Onderdelen

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen Specificaties en informatie over onderdelen Inhoudsopgave Hardware-kenmerken en afmetingen BPC-specificaties Hardware op bestelling Thermo Scientific Gebruikershandleiding HyPerforma-fermentor voor eenmalig gebruik...
  • Pagina 112: Hardware-Kenmerken En Afmetingen

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen 4.1 Hardware-kenmerken en afmetingen 4.1.1 Ontwerpkenmerken S.U.F. van 30 l De onderstaande afbeeldingen 4.1 en 4.2 tonen de kenmerken van de fermentor voor eenmalig gebruik (S.U.F.) van 30 l. Afbeelding 4.1. Achteraanzicht van S.U.F. van 30 l. Afbeelding 4.2.
  • Pagina 113: Ontwerpkenmerken S.u.f. Van 300 L

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen 4.1.2 Ontwerpkenmerken S.U.F. van 300 l De onderstaande afbeeldingen 4.3 en 4.4 tonen de kenmerken van de S.U.F. van 300 l. Afbeelding 4.3. Voor-/bovenaanzicht van S.U.F. van 300 l. Afbeelding 4.4. Achteraanzicht van S.U.F. van 300 l. Houder van uitlaatventilatiefilter 13.
  • Pagina 114: Afmetingen S.u.f. Van 30 L

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen 4.1.3 Afmetingen S.U.F. van 30 l De onderstaande afbeeldingen 4.5 en 4.6 tonen de afmetingen van de fermentor voor eenmalig gebruik (S.U.F.) van 30 l. Alle eenheden worden standaard geleverd met vier sondehangers, een aandrijfas en een weerstandtemperatuurdetector (RTD).
  • Pagina 115: Afmetingen S.u.f. Van 300 L

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen 4.1.4 Afmetingen S.U.F. van 300 l De onderstaande afbeeldingen 4.7 en 4.8 tonen de afmetingen van de fermentor voor eenmalig gebruik (S.U.F.) van 300 l. Opmerking: De afmetingen van de eS.U.F. van 300 l verschillen licht. Raadpleeg tabellen 4.3 en 4.4.
  • Pagina 116: Specificaties Van Hardware S.u.f. Van 30 L

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen 4.2 Specificaties van hardware S.U.F. van 30 l Tabellen 4.1 en 4.2 bevatten specificaties voor de S.U.F. van 30 l en S.U.F. van 30 l met eS.U.F. BPC-systemen. Tabel 4.1. Specificaties van hardware S.U.F. van 30 l. S.U.F.
  • Pagina 117 Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen Tabel 4.2. Specificaties van hardware S.U.F. van 30 l (vervolg). S.U.F. van 30 l met S.U.F. van 30 l. eS.U.F. BPC Nominaal werkvolume van vloeistof 30 l Minimaal werkvolume van vloeistof Totaal reactorvolume (vloeistof en gas) 43 l Vatdiameter 26,6 cm (10,5 inch)
  • Pagina 118: Specificaties Van Hardware S.u.f. Van 300 L

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen 4.3 Specificaties van hardware S.U.F. van 300 l Tabellen 4.3 en 4.4 bevatten specificaties voor de S.U.F. van 300 l en eS.U.F. van 300 l. Tabel 4.3. Specificaties van hardware S.U.F. van 300 l. S.U.F. van 300 l eS.U.F.
  • Pagina 119 Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen Tabel 4.4. Specificaties van hardware S.U.F. van 300 l (vervolg). S.U.F. van 300 l eS.U.F. van 300 l Nominaal werkvolume van vloeistof 300 l Minimaal werkvolume van vloeistof (bij 200 rpm) 60 l Totaal reactorvolume (vloeistof en gas) 435 l Vatdiameter 57,2 cm (22,5 inch)
  • Pagina 120: Configureerbare Hardware-Opties

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen 4.4 Configureerbare hardware-opties Onderdeelnummers op bestelling zullen worden gegenereerd voor door de klant geselecteerde configureerbare items die hieronder worden getoond. Tabel 4.5. Configureerbare hardware-opties. Categorie Opties/capaciteiten Opmerkingen 120 VAC of 240 VAC met essentiële bedieningselementen Ondersteunt vermogen van E-Box voor rpm van motor, druk en basis-I/O...
  • Pagina 121: Kenmerken En Specificaties Van Bpc

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen 4.5 Kenmerken en specificaties van BPC 4.5.1 Standaard S.U.F. van 30 l BPC De onderstaande afbeeldingen 4.9 en 4.10 tonen de standaard BioProcess Container (BPC) van de S.U.F. van 30 l. Lagerpoort en mengschroef Toevoer-/aanvoerleiding Toevoer-/aanvoerleiding Schuimsensor (optioneel)
  • Pagina 122: Standaard S.u.f. Van 300 L Bpc

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen 4.5.2 Standaard S.U.F. van 300 l BPC Afbeeldingen 4.11 en 4.12 tonen de standaard BioProcess Container (BPC) van de S.U.F. van 300 l. Toevoer-/aanvoerleiding met druksensor Toevoer-/aanvoerleiding Toevoer-/ aanvoerleiding Toevoer-/ aanvoerleiding Toevoer-/ met druksensor aanvoerleiding pH-sensor voor eenmalig Mengschroef...
  • Pagina 123: Informatie Over Opties En Verpakking Van Bpc

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen 4.6 Informatie over opties en verpakking van BPC Zie tabellen 4.6–4.8 voor configureerbare en aangepaste opties voor BPC's en voor informatie over standaard BPC-verpakking. Tabel 4.6. Configureerbare BPC-opties. Categorie Opties/capaciteiten Condensator BPC's zijn beschikbaar met of zonder een condensator Film CX 5-14 of Aegis 5-14 Schuimsensor...
  • Pagina 124: Specificaties Van Accessoires En Opties

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen Tabel 4.8. BPC-verpakking voor alle maten (als droge BPC-systemen). 'Plat verpakt' geleverd Buitenverpakking Twee polyethyleen buitenlagen Beschrijving Productcode Label Partijnummer Uiterste gebruiksdatum op buitenverpakking en verzonden container Sterilisatie Straling (25 tot 40 kGy) in buitenverpakking Verzonden container Duurzame kartonnen doos Documentatie...
  • Pagina 125 Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen Afbeelding 4.14. Mettler Toledo MTB-laadcel. Afbeelding 4.15. Locatie van laadcel. Laadcellen worden gewoonlijk radiaal gemonteerd in sets van drie. De montagelocatie is iets anders voor elke grootte om de onderste afvoer- of spoelsystemen en -slangen gemakkelijker toegankelijk te maken. Thermo Scientific Gebruikershandleiding HyPerforma-fermentor voor eenmalig gebruik...
  • Pagina 126 Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen Tabel 4.9. Specificaties van laadcellen. Specificatie S.U.F. Parameter weegmodule 30 l 300 l Modelnummer MTB-100 MTB-200 Nominale capaciteit per laadcel 100 kg (220 lb.) 200 kg (441 lb.) Laadlimiet, veilig Zie specificatie Maximale horizontale kracht 0,98 kN (220 lb.) 1,96 kN (441 lb.)
  • Pagina 127: Kabelbeheersysteem

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen Tabel 4.11. Bestelgegevens voor gemonteerde laadcelweergaven van Mettler Toledo. Onderdeel­ Beschrijving nummer IND331-scherm, los gemonteerde stijl met analoge interface (STD), kabel/stekker van 120 VAC US-lijn SV50177.306 IND331-scherm, los gemonteerde stijl met Allen-Bradley RIO-interface, kabel/stekker van 120 VAC US-lijn SV50177.307 IND331-scherm, los gemonteerde stijl met Device Net-interface, kabel/stekker van 120 VAC US-lijn SV50177.308...
  • Pagina 128: Ventilatiefilterverwarmingen

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen Kanaal voor sensordraden Afbeelding 4.18. Verstelbare arm en kanaal voor sensordraden (achteraanzicht). Tabel 4.12. Informatie over het bestellen van kabelbeheersystemen. Onderdeel­ Afmetingen Beschrijving nummer 30 l Kabelbeheersysteem SV51006.01 300 l Kabelbeheersysteem, linkshandige configuratie SV51006.02 300 l Kabelbeheersysteem, rechtshandige configuratie...
  • Pagina 129: Uitlaatsysteem

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen Corrosiebestendige, roestvrijstalen klemmen Voorgevormde schuimisolator voor eenvoudige installatie en verwijdering voorkomt warmteverlies; gegoten 12,7 mm (1/,2 inch) past zich aan de behuizing aan Thermokoppel ingebed Vooraf ingestelde in verwarmingsmat temperatuurregelaar Afbeelding 4.19. Ventilatiefilterverwarming. Ventilatiefilterverwarmingen worden verkocht als een set met de verwarming zelf, de controller met een waterdichte behuizing en een installatievoedingskabel.
  • Pagina 130 Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen De condensator beschermt tegen verstopping van het filter door vocht naar buiten te condenseren voordat uitlaatgassen de ventilatiefilters bereiken. BPC's zijn niet bestemd voor werking onder druk en vuile (verstopte) uitlaatfilters leiden tot drukopbouw in de zak. Terwijl verwarmingen voor ventilatiefilters in veel gevallen de ophoping van condensaat kunnen voorkomen, wordt dit minder effectief in grotere fermentoren.
  • Pagina 131 Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen Afbeelding 4.21. Afmetingen voor S.U.F.-eenheden van 30 l met condensator (getoonde afmetingen in centimeter (inch)). Afbeelding 4.22. Afmetingen voor S.U.F.-eenheden van 300 l met condensator (getoonde afmetingen in centimeter (inch)). Thermo Scientific Gebruikershandleiding HyPerforma-fermentor voor eenmalig gebruik...
  • Pagina 132: Diverse Items

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen Tabel 4.14. Informatie over het bestellen van condensatorsystemen. Beschrijving Onderdeelnummer Volledig condensatorsysteem met 120 VAC voor S.U.F.-eenheid van 30 l (TCU voor SV51016.02 condensator is inbegrepen) Volledig condensatorsysteem met 240 VAC voor S.U.F.-eenheid van 30 l (TCU voor SV51016.03 condensator is inbegrepen) Volledig condensatorsysteem met 240 VAC voor S.U.F.-eenheid van 300 l (TCU voor...
  • Pagina 133 Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen Uitlaatfilterklem De uitlaatfilterklem kan gebruikt worden om de luchtstroom naar redundante uitlaatfilters tijdelijk stop te zetten (Afbeelding 4.25). De klem is gemonteerd aan de uitlaatfilterpaal en gesloten met een pneumatisch mechanisme dat wordt geactiveerd door de controller.
  • Pagina 134: Informatie Over Het Bestellen Van Onderdelen

    Hoofdstuk 4 | Specificaties en informatie over onderdelen Tabel 4.15. Informatie over het bestellen van diverse items Beschrijving Onderdeelnummer Autoclaaflade SV50177.01 Sonde-eenheid (niet-steriel, voor gebruik in autoclaaf) SH30720.01 Uitlaatfilterklem voor systeem van 300 l SV50177E.15 Uitlaatfilterklem voor systeem van 30 l SV50177E.16 Robuuste slangklem (1 stuk) SV20664.01 Robuuste slangklemmen (10-pack)
  • Pagina 135: Onderhoud En Probleemoplossing

    Hoofdstuk 5 | Onderhoud en probleemoplossing Onderhoud en probleemoplossing Inhoudsopgave Onderhoud Probeemoplossing en veelgestelde vragen Thermo Scientific Gebruikershandleiding HyPerforma-fermentor voor eenmalig gebruik...
  • Pagina 136: Onderhoud

    Hoofdstuk 5 | Onderhoud en probleemoplossing 5.1 Onderhoud 5.1.1 Routine-onderhoud Omgevingsomstandigheden, gebruiksparameters en de naleving door de gebruiker van standaard operationele procedures zoals uiteengezet in deze handleiding, kunnen veel invloed hebben op de nuttige levensduur van de S.U.F.-hardware. De volgende richtlijnen zijn gebaseerd op de standaard bedrijfsomstandigheden beschreven in deze gebruikershandleiding.
  • Pagina 137: Probeemoplossing En Veelgestelde Vragen

    Hoofdstuk 5 | Onderhoud en probleemoplossing 5.2 Probeemoplossing en veelgestelde vragen 5.2.1 Problemen met de werking van de hardware Probleem: De S.U.F. werkt niet. Oplossing: Controleer de stroomvoorziening. • Verifieer de hoofdaansluiting van de elektrische stekker in het stopcontact, de stand van de hoofdschakelaar en de stand van de noodstop.
  • Pagina 138 Hoofdstuk 5 | Onderhoud en probleemoplossing Probleem: De mixerregelaar reageert niet op invoer van de gebruiker. Oplossing: Laat de snelheid stabiliseren voordat u de interface van het toetsenbord gebruikt. • Indien u de snelheid te snel aanpast, kan het verscheidene seconden duren tot ze stabiel is.
  • Pagina 139: Problemen Met De Verwerking Van Celculturen

    Hoofdstuk 5 | Onderhoud en probleemoplossing Probleem: De laadcellen geven een verkeerde waarde weer. Oplossing: Verifieer dat de laadcellen en hun weergave juist zijn ingesteld. • Verifieer dat de vergrendelingen van de laadcellen zijn vrijgemaakt en dat de drieklemmen zijn verwijderd. •...
  • Pagina 140 Hoofdstuk 5 | Onderhoud en probleemoplossing Probleem: DO-leeswaarden zijn verkeerd of instabiel. Oplossing: Pas de controller aan volgens het volume van het S.U.F.-systeem. • Een groot aantal parameters kunnen het vermogen van een fermentorcontroller beïnvloeden om een instelpunt tijdens de procescontrole effectief aan te houden.
  • Pagina 141 Hoofdstuk 5 | Onderhoud en probleemoplossing Probleem: We ondervinden problemen om het volume en de aanvoersnelheid of het supplement te controleren tijdens een run van de fermentor. Oplossing: Gebruik laadcellen of een weegschaal om volumes te controleren volgens het gewicht. De S.U.F.
  • Pagina 142: Problemen Met Sondes En Connectoren

    Hoofdstuk 5 | Onderhoud en probleemoplossing 5.2.3 Problemen met sondes en connectoren Probleem: De pH- en DO-sondes zijn niet ingevoerd voordat media werden gevuld. Kan ik onder die omstandigheden toch nog een steriele aansluiting tot stand brengen? Oplossing: Indien u standaardsondes gebruikt en de klemmen gesloten zijn aan de sondepoorten van de aseptische connectoren voordat u vloeistof vult, kunt u een steriele verbinding maken na het vullen met media.
  • Pagina 143: Problemen Met Bpc En Spoelen

    Hoofdstuk 5 Onderhoud en probleemoplossing 5.2.4 Problemen met BPC en spoelen Probleem: De S.U.F. BPC lijkt te krap. Oplossing: Verifieer dat de container wordt ontlucht en bepaal de oorzaak van de overdruk. • Verlaag het inlaatgasdebiet van het spoelsysteem. • Inspecteer het uitlaatfilter en/of de condensator op beperking of blokkering. •...
  • Pagina 144: Algemene Bestelinformatie

    Hoofdstuk 6 | Algemene bestelinformatie Algemene bestelinformatie Inhoudsopgave Bestelinstructies Contactgegevens voor bestellen en ondersteuning Technische ondersteuning Thermo Scientific Gebruikershandleiding HyPerforma-fermentor voor eenmalig gebruik...
  • Pagina 145: Bestelinstructies

    Hoofdstuk 6 | Algemene bestelinformatie 6.1 Bestelinstructies BPC's en hardwarecomponenten voor de fermentor voor eenmalig gebruik (S.U.F.) kunnen rechtstreeks besteld worden bij Thermo Fisher Scientific. Deze artikelen bestaan uit alle componenten met onderdeelnummers die beginnen met de volgende tekens: • •...
  • Pagina 146: Technische Ondersteuning

    Hoofdstuk 6 | Algemene bestelinformatie 6.3 Technische ondersteuning Technische ondersteuning voor de S.U.F. is beschikbaar in verschillende indelingen. Een gedeelte of alles van het volgende kan van toepassing zijn, afhankelijk van persoonlijke ervaringen en omstandigheden. Hotline en e-mail voor technisch onderhoud Neem contact op met uw verkoopvertegenwoordiger van Thermo Scientific voor algemene informatie over prijzen, beschikbaarheid, levering, bestelling en klachten over producten.
  • Pagina 147: Bijlage A-Controlelijst Voor Fermentatierun

    Bijlage A | Controlelijst voor fermentatierun Bijlage A—Controlelijst voor fermentatierun Verifieer dat de volgende stappen zijn voltooid voordat u de run van de celcultuur begint. De BPC laden 3 Alle scherpe voorwerpen zijn buiten het installatiepad. 3 Er is geen blokkering in het uitlaatfilter. Verifieer dat geen doorzichtige stekker in de uitlaatpoort van 77 mm (3 inch) is geïnstalleerd door een vinger in het gat van de filteruitgang te steken.
  • Pagina 148 Bijlage A | Controlelijst voor fermentatierun Monstername 3 De kap is weggehaald en besproeid met een ethanoloplossing (70–85% volgens de aanbevelingen van de vestiging). 3 De Luer-lock-spuit is ingevoerd in de SmartSite-poortaansluiting. 3 De monsterlijn is niet afgeklemd. 3 Volume wordt getrokken om de monsterlijn te spoelen. 3 De monsterlijn is geklemd en spoelvolume verwijderd.
  • Pagina 149: Bekijk Meer Informatie Op

    Uitsluitend voor onderzoek of verdere productie. Niet voor diagnostisch gebruik of directe toedieningen in mensen of dieren. © 2022 Thermo Fisher Scientific Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle handelsmerken zijn het eigendom van Thermo Fisher Scientific en haar dochterondernemingen tenzij anders vermeld. Kleenpak is een handelsmerk van Pall Corporation.

Inhoudsopgave