Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kalibratie Van De Ph-Sonde; Kalibratie Van De Do-Sonde; Controlepunten Voor Inoculatie; Celinoculatie - Thermo Fisher Scientific HyPerforma - fermentor Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 3 | Informatie over werking
Thermo Scientific
3. De instelpunten van de temperatuur moeten tussen 5 en 55 °C liggen. Deze
instelpunten worden gecontroleerd door de TCU. Raadpleeg de richtlijnen
van de fabrikant van de TCU voor installatie- en bedieningsinstructies.

3.6.7 Kalibratie van de pH-sonde

In het algemeen kan de kalibratie van de pH-sonde (na het autoclaveren)
worden geverifieerd door een monster af te nemen en de pH te analyseren
met een andere, gekalibreerde pH-meter.

3.6.8 Kalibratie van de DO-sonde

Na zes tot acht uur polariseren kan de DO-sonde worden gekalibreerd in
de S.U.F. met standaardprotocollen. In het algemeen zet u de volledige
luchtspoeling aan (niet meer dan 60 slpm in de S.U.F. van 30 l of 600 slpm
in de S.U.F. van 300 l) tot de afgelezen DO-waarde stabiel is; dit is het 100%
DO-instelpunt voor de controller. Een instelpunt van nul procent opgeloste
zuurstof kan worden bereikt door de DO-sonde kortstondig uit te trekken.

3.6.9 Controlepunten voor inoculatie

Controleer het volgende voor inoculatie.
3 De temperatuur en roersnelheid bevinden zich op de gewenste
instelpunten.
3 De pH-sonde is gekalibreerd, geautoclaveerd en verbonden met een
aseptische connectorpoort indien de sonde voor eenmalig gebruik niet
wordt toegepast. Neem een monster van de media en meet de pH offline.
Offset de instelpunten van de controller volgens het verschil tussen de offline
en online meetwaarde, of voer zo nodig een kalibratie met enkel punt uit.
3 Indien een sonde voor eenmalig gebruik wordt toegepast, is
de DO-sonde geautoclaveerd, verbonden via een connectorpoort,
gepolariseerd (zes tot acht uur) en gekalibreerd. Indien een sonde voor
eenmalig gebruik wordt toegepast, hoeft de sonde enkel gepolariseerd
en gekalibreerd te worden tot 100% verzadiging.
3 De temperatuur-RTD zit volledig in de dompelhuls en is vastgemaakt.
3 Er is een methode beschikbaar om de aseptische buisverbindingen tot
stand te brengen.

3.6.10 Celinoculatie

Zodra de S.U.F. werkt in de beoogde stationaire, evenwichtige toestand en
de temperatuur heeft bereikt, is hij klaar voor inoculatie. Sluit de lijnset voor
toevoeging van entmateriaal aan op het entkweekvat (voorzien van de juiste
connectoren/buizen) en breng het entmateriaal over naar de S.U.F. Dit gebeurt
meestal met het buisverbindingsproces (aseptische Luer-lock-verbinding of
lassen van buizen) en de peristaltische pomp. Pomp het gewenste volume
entcellen in de S.U.F.
Gebruikershandleiding HyPerforma-fermentor voor eenmalig gebruik
|
98

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave