De hydraulische aansluitingen voor de klapinrichting en de tandvoorspanning zijn met kabelbinders
gemarkeerd. Als er twee kabelbinders aan de slang zitten, gaat het om de toevoerleiding (+). Als er slechts
één kabelbinder aan de slang gemonteerd is, dan gaat het om de retourleiding (-).
LET OP!
Om een transportbreedte minder dan 3 m te
bereiken, moeten de tastwielen op het
eerste zijframe en de tastwielhouder geheel
naar boven worden geplaatst.
OPMERKING!
Bij het afkoppelen van de hydraulische
slangen voor de tandvoorspanning onder
druk eerst de afsluitkraan sluiten en daarna
pas de hydraulische slangen afkoppelen.
Zo blijven de tanden ook in geparkeerde
toestand in de gewenste positie.
6.4
Werkpositie en instelling van de werkdiepte
De egintensiteit wordt ingesteld met de voorspanning van de veerpakketten.
De verstelling gebeurt hydraulisch en comfortabel vanaf de tractorstoel. Op
de schaal (zie Afbeelding 5) kan afgelezen worden welke stand momenteel
ingesteld is. Hierbij geldt dat bij de positie -3 tot 0 de veren niet
voorgespannen zijn. Vanaf 0 begint de voorspanning, bij 6 is de volledige
voorspanning bereikt. Bij de positie -3 zijn de tanden omhoog geklapt, wat
betekent dat de tanden in de transportpositie staan.
De werksnelheid heeft een sterke invloed op de intensiteit van het eggen.
De normale snelheid ligt tussen 4 en 12 km/h, afhankelijk van de
gevoeligheid en het groeistadium van het gewas.
De tastwielen kunnen afhankelijk van de gewenste spoorbreedte op het
frame worden verschoven. De doorgangshoogte en de tandhoek kunnen via
een raster in de tastwielen worden ingesteld. Hoe verder de tastwielen in het
frame omhoog worden gezet, des te kleiner is de afstand tussen het frame
en de bodem en des te steiler staan de tanden t.o.v. de bodem.
Om alle tastwielen, ook de achterste, even hoog in te stellen, moet
hetzelfde aantal gaten boven de houder zichtbaar zijn.
Pagina 12
Vertaling handleiding APV vario-cultuureg
Afbeelding 4: in- en uitklappen van de vario-cultuureg
Afbeelding 5
Afbeelding 6: werkpositie