OPMERKING
Als u het wachtwoord wilt verwijderen, volgt u dezelfde procedure als
bij het instellen van een wachtwoord. Geef eerst het bestaande wacht-
woord op. Laat het invoerveld voor het nieuwe wachtwoord leeg en
druk op
. Druk nogmaals op
bevestigen.
Als u niet meer weet wat uw wachtwoord is, raadpleegt u pagina 62.
Een gebruikerswachtwoord instellen
U kunt alleen een gebruikerswachtwoord instellen als u al een
beheerderswachtwoord hebt ingesteld.
Met een gebruikerswachtwoord kunt u:
Voorkomen dat het pc-werkstation tijdens uw afwezigheid wordt
•
opgestart of gebruikt door een opstartwachtwoord te laten vragen.
Met dit wachtwoord kunt u ook het pc-werkstation inschakelen als
•
het toetsenbord (plus de muis) is vergrendeld. Typ het wachtwoord
en druk op
Als u zowel een beheerderswachtwoord als een gebruikerswachtwoord
hebt ingesteld en u voert het programma Setup uit met behulp van het
gebruikerswachtwoord, kunt u niet alle Setup-opties wijzigen. Als u het
programma Setup uitvoert met behulp van het beheerderswachtwoord,
kunt u alle opties wijzigen.
Een gebruikerswachtwoord instellen:
1 Start het programma Setup. Raadpleeg pagina 79.
2 Selecteer het menu Beveiliging.
3 Selecteer het submenu Gebruikerswachtwoord.
4 Kies de optie "Gebruikerswachtwoord instellen". U moet het
wachtwoord twee keer invoeren. Sla de wijzigingen op en sluit Setup
af door "Afsluiten" en vervolgens "Opslaan en afsluiten" te kiezen.
om het toetsenbord te ontgrendelen.
Wachtwoorden instellen
om uw keuze te
19