3. Kopiëren
Op enveloppen kopiëren
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u op enveloppen met een standaardformaat of aangepast
formaat kopieert. Plaats het origineel op de glasplaat en plaats de envelop in de handinvoer.
Stel de papierdikte in door het gewicht op te geven van de enveloppen waarop u afdrukt. Voor
informatie over de relatie tussen papiergewicht en -dikte en over de envelopformaten die gebruikt
kunnen worden, zie Pag. 136 "Aanbevolen papierformaten en -soorten".
Voor meer informatie over het gebruik van enveloppen, ondersteunde enveloptypen en het plaatsen van
enveloppen, zie Pag. 141 "Enveloppen".
Selecteer [Envelop] als papiertype onder [Instell. papierlade] in Gebruikersinst. voordat u deze functie
gebruikt. Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie over deze
instelling.
• De functie Duplex kan niet voor enveloppen worden gebruikt. Als de functie Duplex is ingesteld,
drukt u op [1-z
U moet de afmetingen van de envelop opgeven om te kopiëren op enveloppen van een aangepast
formaat. Stel de horizontale en verticale lengte van de envelop in.
CNU010
CNU004
: Horizontaal
76
2-z:B/B] om deze instelling te annuleren.