9.10.2. Programma A-1: Dranken
Bij dit programma wordt de magnetronstand gebruikt. Gebruik voor het verwarmen
een kom of pan die geschikt is voor de magnetron.
Zet de drank die u wilt verwarmen op het draaiplateau in de ovenruimte. Wan-
neer u meerdere glazen of schalen in de magnetron plaatst, dient u er op te let-
ten dat deze elkaar niet raken.
Kies een van de instellingen 1, 2 of 3 afhankelijk van de hoeveelheid drank.
Start het programma voor dranken.
Wanneer de drank of dranken niet heet genoeg mochten zijn, kunt u vervolgens een
ander programma in de stand magnetron starten (zoals beschreven vanaf pPagina
28).
9.10.3. Programma A-2: Pasta
Bij dit programma wordt de magnetronstand gebruikt.
Gebruik voor het koken van pasta een hoge pan omdat het geheel kan overkoken.
Gebruik net zoveel water als bij gewoon koken.
Zet de kom met de pasta midden op het draaiplateau in de ovenruimte.
Kies een van de instellingen 100 g, 200 g of 300 g afhankelijk van de hoeveelheid pasta.
Start het programma voor pasta.
Als de pasta na het koken nog te hard is, kunt u vervolgens een ander programma
in de stand magnetron starten (zoals vanaf pPagina 28 beschreven).
36