8 Werking
8.4
Vorstbeveiliging
66
3. Houd de installatie vorstvrij.
Sluit de ketel niet af als de installatie niet vorstvrij gehouden kan
worden.
Opgelet
Tap de ketel en de CV-installatie af, als u voor langere tijd geen
gebruik maakt van de woning of het gebouw en er kans is op
vorst.
De vorstbeveiliging werkt niet als de ketel buiten bedrijf is.
De ingebouwde ketelbeveiliging werkt alleen voor de ketel en
niet voor de installatie en radiatoren.
Open de kranen van alle op de installatie aangesloten
radiatoren.
Zet de temperatuurregeling laag, bijvoorbeeld op 10°C.
Als het CV-water in de ketel te ver in temperatuur daalt, treedt de
ingebouwde ketelbeveiliging in werking. Deze werkt als volgt:
Bij een watertemperatuur lager dan 7°C start de pomp.
Bij een watertemperatuur lager dan 4°C start de ketel.
Bij een watertemperatuur hoger dan 10℃ schakelt de brander uit en
draait de pomp kort na.
Om bevriezing van de installatie en radiatoren in vorstgevoelige ruimten
(bijvoorbeeld een garage) te voorkomen, kan er op de ketel een
vorstthermostaat of, indien mogelijk, een buitensensor worden
aangesloten.
7686327 - v.05 - 25062020