4 Beschrijving van het product
22
condensatiewarmte) wordt eveneens aan het CV-water overgedragen. De
afgekoelde rookgassen worden afgevoerd via de rookgasafvoerleiding.
Het condenswater wordt via een sifon afgevoerd.
4.2.3
Verwarming en productie van sanitair warm water
Bij de combiketel verwarmt een ingebouwde platenwarmtewisselaar
sanitair water. Een driewegklep bepaalt of verwarmd water naar de CV-
installatie stroomt of naar de platenwarmtewisselaar. Een
temperatuursensor in de boilervaten signaleert een temperatuurdaling bij
het tappen van warm water. De sensor geeft een signaal aan de
besturingsautomaat, die ervoor zorgt dat de ketel warm tapwater gaat
aanmaken. Indien de ketel in rust is, staat de driewegklep al richting de
platenwarmtewisselaar geschakeld. De pomp en de ketel zelf worden dan
ingeschakeld. Indien de ketel in bedrijf is voor CV, wordt de driewegklep
omgeschakeld. De driewegklep is veerbelast en verbruikt hierdoor alleen
stroom wanneer deze naar een andere stand loopt.
Het CV-water verwarmt het tapwater in de platenwarmtewisselaar. Dit
water wordt in de boilervaten gepompt zodat er altijd een grote voorraad
sanitair warm water beschikbaar is. Als er geen warmwater wordt getapt,
dan zorgt de ketel voor een periodieke opwarming van de
warmtewisselaar en boilervaten. Eventuele kalkdeeltjes worden uit de
platenwisselaar gehouden door een waterfilter, dat zichzelf eens per 76
uur reinigt.
4.2.4
Besturingsvoorziening
De ketel is voorzien van een intelligent besturingssysteem, wat zorgt voor
een betrouwbare warmtelevering. Dit houdt in dat de ketel praktisch
omgaat met negatieve invloeden uit de omgeving (zoals geringe
waterdoorstroming en luchttransportproblemen). De ketel gaat bij
dergelijke invloeden niet in storing, maar moduleert in eerste instantie
terug. En afhankelijk van de aard van de omstandigheden kan een
tijdelijke blokkering of regelstop volgen. De ketel blijft warmte leveren,
zolang zich geen gevaarlijke situaties voordoen.
4.2.5
Regeling
Aan/uit-regeling
De belasting tussen de minimale en de maximale waarde varieert op
basis van de op de ketel ingestelde aanvoertemperatuur. Op de ketel
kan een 2-draads aan/uit thermostaat of een power stealing thermostaat
worden aangesloten.
Modulerende regeling
De belasting tussen de minimale en de maximale waarde varieert op
basis van de door de modulerende regelaar bepaalde
aanvoertemperatuur. Het vermogen van de ketel kan modulerend
worden geregeld met een daarvoor geschikte regelaar.
Analoge regeling (0 – 10 V)
De belasting tussen de minimale en de maximale waarde varieert op
basis van de op de analoge ingang aangeboden spanning.
Belangrijk
Analoge regeling is alleen mogelijk in combinatie met de optionele
IF-01 print.
4.2.6
Watertemperatuurregeling
De ketel is voorzien van een elektronische temperatuurregeling met een
aanvoer- en een retoursensor. De aanvoertemperatuur is instelbaar
tussen 20°C en 90°C. De ketel moduleert terug als de ingestelde
aanvoertemperatuur is bereikt. De uitschakeltemperatuur is de ingestelde
aanvoertemperatuur + 5°C.
7686327 - v.05 - 25062020