7 Inbedrijfstelling
Afb.60
Rookgasmeetpunt
Afb.61
Stap 1
Afb.62
Stap 2
Afb.63
Positie afstelschroef A
A
58
AD-0001221-01
MW-3000325-01
MW-3000326-01
AD-0000320-01
1. Schroef de dop van het rookgasmeetpunt los.
2. Steek de meetsensor van de rookgasanalysator in de meetopening.
Waarschuwing
Dicht de opening rond de meetsensor tijdens de meting goed af.
Belangrijk
De rookgasanalysator moet een minimale nauwkeurigheid hebben
van ±0,25% O
.
2
3. Meet het percentage O
vollast en laaglast, zoals hierna beschreven.
Belangrijk
Metingen moeten gedaan worden zonder frontmantel.
Vollast inschakelen
1. Druk tegelijkertijd op de twee toetsen links om de
schoorsteenvegerstand te selecteren.
Het apparaat brandt nu op laaglast. Wacht even totdat in het display
L:XX° verschijnt.
2. Druk tweemaal op de toets
Het apparaat brandt nu op vollast. Wacht even totdat in het display
H:XX° verschijnt.
Controle en instelling bij vollast
1. Stel de ketel in op vollast:
2. Meet het percentage O
3. Vergelijk de gemeten waarde met de controlewaarden in de tabel.
4. Valt de gemeten waarde buiten de gegeven waarden in de tabel,
corrigeer dan de gas/luchtverhouding.
5. Stel met behulp van afstelschroef A het percentage O
toegepaste gassoort in op de nominale waarde. Maar in ieder geval
binnen de hoogste en laagste instelgrens.
Opgelet
De O
waarden bij vollast moeten lager zijn dan de O
2
laaglast.
Voor meer informatie, zie
Schoorsteenvegerstand (gedwongen vollast of laaglast), pagina
76
Controle-/instelwaarden O
Tab.41
Controle-/instelwaarden O
Waarden bij vollast voor G25 (L-gas)
Calenta Ace 40L
(1) Nominale waarde
Tab.42
Controle-/instelwaarden O
Waarden bij vollast voor G20 (H-gas)
Calenta Ace 40L
(1) Nominale waarde
in de rookgassen. Voer een meting uit bij
2
.
in de rookgassen.
2
bij vollast
2
bij vollast voor G25 (L-gas)
2
bij vollast voor G20 (H-gas)
2
7686327 - v.05 - 25062020
van de
2
waarden bij
2
O
(%)
(1)
2
4,0 - 4,5
(1)
O
(%)
(1)
2
4,3 - 4,8
(1)