8
Voer de toestelcode van het systeem in in de
mobiele telefoon om het systeem te registreren.
Er verschijnt een bericht op het scherm van het systeem en
de BLUETOOTH-verbinding is gelegd.
• De toestelcode van het systeem is standaard "1234". U kunt de
toestelcode ook wijzigen. Zie "Toestelcode bewerken" (pagina 115).
• Wanneer de BLUETOOTH-verbinding gelegd is, wordt het icoon met
de signaalsterkte weergegeven. Wanneer u een roamingservice
gebruikt, wordt het roamingicoon "R" weergegeven.
Geheim-icoon
Niveau van
de signaal-
0
1
sterkte
Icoon
• Wanneer u zich op een plaats bevindt die buiten het bereik ligt, wordt
"No service" weergegeven.
De mobiele telefoon gebruiken
Stel de Zichtbare modus in op Aan. Zie "De zoekmodus instellen"
(pagina 115).
1
Leg de BLUETOOTH-verbinding tussen dit toestel en
de mobiele telefoon met behulp van de mobiele
telefoon.
Meer informatie over het gebruik van de mobiele telefoon kunt
u vinden in de gebruiksaanwijzing van uw mobiele telefoon.
2
Voer de toestelcode in op de mobiele telefoon.
Dit toestel en de mobiele telefoon beginnen een verbinding
te leggen via BLUETOOTH.
• De toestelcode van het systeem is standaard "1234". U kunt de
toestelcode ook wijzigen. Zie "Toestelcode bewerken" (pagina 115).
• De apparaatnaam van het systeem is standaard ingesteld als"INE-
S900R". U kunt de apparaatnaam ook wijzigen. Zie "Toestelnaam
bewerken" (pagina 115).
Een BLUETOOTH-compatibel
apparaat verbinding laten maken
Hier is een beschrijving van de manier waarop u een mobiele telefoon
handmatig verbinding laat maken met het systeem.
Wanneer de mobiele telefoon de verbinding met het systeem heeft
gelegd, zal hij de volgende keer automatisch verbinding maken. Als hij
niet automatisch verbinding maakt met het systeem, volgt u de
onderstaande aanwijzingen.
1
Druk op <MENU>.
2
Raak [Phone] aan.
Het menuscherm van de Telefoon wordt weergegeven.
3
Raak [Lijst toestellen] aan.
Het scherm met de Lijst toestellen wordt weergegeven.
Roamingicoon
2
3
4
5
4
Raak de naam van de mobiele telefoon waarmee u
verbinding wilt leggen, in de lijst aan.
wordt op de mobiele telefoon weergegeven met de
•
instelling van de verbinding.
5
Raak [Verbinden] aan.
De BLUETOOTH-verbindingsprocedure start.
• Wanneer de procedure begint, wijzigt de weergave
[Verbinden] in [Onderbroken].
De BLUETOOTH-verbinding
onderbreken.
1
Druk op <MENU>.
2
Raak [Phone] aan.
Het menuscherm van de Telefoon wordt weergegeven.
3
Raak [Lijst toestellen] aan.
Het scherm met de Lijst toestellen wordt weergegeven.
4
Raak de naam van de mobiele telefoon waarmee u
verbinding wilt verbreken, in de lijst aan.
wordt weergegeven op een mobiele telefoon waarmee
•
verbinding is gelegd.
5
Raak [Onderbroken] aan.
De BLUETOOTH-verbinding wordt onderbroken.
81
-NL