HOOFDSTUK 6 AFDRUKKEN VIA TCP/IP EN APPLETALK (ETHERTALK)
De afdrukserver selecteren (TCP/IP)
Na de installatie van het PPD-bestand voert u de volgende procedure uit om de
printer driver te installeren.
1. Zet de printer AAN.
2. Open de map met programma's.
3. Open de map met hulpprogramma's.
4. Open het pictogram met het Print Center.
5. Klik op de knop Voeg printer toe....
6. Selecteer de optie voor LPR-printers die IP gebruiken.
7. Typ het TCP/IP-adres van de printer in het vak met het adres van de LPR-
printer.
Voor AppleTalk-aansluitingen is de naam van de AppleTalk-service voor de printer
BRO_xxxxxx_P1_AT, waar xxxxxx de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres.
Druk de configuratiepagina af als u het TCP/IP-adres wilt controleren. U kunt alle
netwerkinstellingen controleren door de configuratiepagina af te drukken. Hiervoor
houdt u de testtoets aan de achterkant van de afdrukserver met een fijne balpen
minder dan 5 seconden ingedrukt.
gebruikershandleiding voor nadere informatie over het afdrukken van de
configuratiepagina.
8. Als u de wachtrij opgeeft, gebruik dan de waarde "BRO_xxxxxx_P1_AT",
waar xxxxxx de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres.
9. Selecteer uw model in de keuzelijst met printermodellen.
10. Klik op de knop Voeg toe; de printer komt nu in de lijst van printers te
staan.
Raadpleeg de Appendix in deze
6-8