Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aan De Printer Koppelen; Een Tweede Brother Lpr-Poort Toevoegen - Brother NC-2100p Gebruikershandleiding

10/100base-tx externe
Inhoudsopgave

Advertenties

Aan de printer koppelen

Gebruik nu de standaardmethode voor het installeren van printers om op uw
Windows-systeem een printer te maken.
1. Klik op Start, selecteer Instellingen en ga naar Printers.
2. Selecteer Printer toevoegen om met het installeren van de printer te
beginnen.
3. Klik in het venster van de wizard Printer toevoegen op Volgende.
4. Selecteer Locale printer wanneer u wordt gevraagd op welke wijze de
printer op uw computer is aangesloten en klik op Volgende.
5. Selecteer de juiste driver. Klik daarna op Volgende.
6. Als u een printer driver selecteert die reeds wordt gebruikt, kunt u de
bestaande driver houden (aanbevolen), of dit stuurprogramma vervangen.
Selecteer de gewenste optie en klik op Volgende.
7. Selecteer de Brother LPR-poort (de poortnaam die u hebt toegewezen in
stap 4 van het onderdeel dat de installatie van de Brother-software Peer-to-
Peer afdrukken (LPR) behandelt) en klik op Volgende.
8. Voer een naam in voor de Brother-printer en klik op Volgende. U noemt de
printer bijvoorbeeld "Brother Netwerkprinter".
9. Windows vraagt of u een testpagina wilt afdrukken. Selecteer Ja en
vervolgens op Voltooien.
De installatie van de Brother Netwerkprinter is nu voltooid.

Een tweede Brother LPR-poort toevoegen

U mag hiervoor het installatieprogramma niet opnieuw uitvoeren. In plaats daarvan
klikt u op Start, selecteert u Instellingen en opent u het venster Printers. Klik nu op
het pictogram van de printer die u wilt configureren, selecteer op de menubalk
Bestand en kies Eigenschappen. Klik op het tabblad Details en klik op Poort
toevoegen. In het dialoogvenster Poort toevoegen selecteert u het keuzerondje
Andere en vervolgens "Brother LPR-poort". Klik op OK en voer de poortnaam in.
De standaardnaam voor de poort is BLP1. Als deze naam reeds wordt gebruikt,
verschijnt er een foutmelding als u probeert om de naam een tweede keer te
gebruiken. U dient dan BLP2 enz. te gebruiken. Nadat u de poortnaam hebt
gespecificeerd, klikt u op OK. Het venster Eigenschappen poort wordt geopend.
Voer het IP-adres in van de printer waarop u wilt afdrukken en klik op OK. In de
driver, onder Afdrukken naar de volgende poort, staat nu de poort die u zojuist hebt
gemaakt.
HOOFDSTUK 3 PEER-TO-PEER AFDRUKKEN (TCP/IP)
3-3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave