Opmerking
• In het geval van een multi-systeem zijn er beperkingen voor
wat betreft de aansluitvolgorde van de koelmiddelleidingen tus-
sen de buitenunits.
Zie de Opmerking in "2-1 Combinatie" voor meer details.
• Bij installatie op een dak, erop letten dat het dak stevig genoeg
is en ervoor zorgen dat alle werkzaamheden waterdicht wor-
den uitgevoerd.
• Zorg voor een goede afvoer van het gedeelte rondom het appa-
raat door afvoergoten aan te brengen rondom de fundering.
Soms wordt er door de buitenunit tijdens het functioneren afvoer-
water naar buiten afgevoerd.
• Gebruik voor roestwering moeren met kunststof onderlegringen.
Als de verf op moerverbindingen loslaat, wordt de roestwerende
werking verminderd.
6.
KOELMIDDELLEIDINGEN
Opmerking
• Alle leidingen die ter plaatse worden aangelegd, moeten door een
gekwalificeerd koeltechnicus worden gemonteerd. Deze leidin-
gen moeten voldoen aan de ter plaatse geldende voorschriften.
• Nadat het leidingwerk voltooid is, onder geen omstandigheden de
afsluiter openen totdat "7. BEDRADING BUITEN HET APPA-
RAAT" en "10. CONTROLEREN VAN DE APPARATUUR EN DE
INSTALLATIEOMSTANDIGHEDEN" voltooid zijn.
• Gebruik geen vloeimiddel bij het solderen van de koelmiddelleidin-
gen. Gebruik fosfor-koper soldeermetaal (BCuP-2: JIS Z 3264/B-
Cu93P-710/795: ISO 3677) waarvoor geen vloeimiddel nodig is.
(Vloeimiddel is erg schadelijk voor koelmiddelleidingystemen.
Wanneer bijvoorbeeld een vloeimiddel op basis van chloride
wordt gebruikt zullen de leidingen corroderen en wanneer het
vloeimiddel fluor bevat zal de koelmiddelolie worden aange-
tast.)
6-1 Keuze van het leidingmateriaal en de koelmid-
delaftakkingset
• Gebruik enkel leidingen die van binnen en van buiten schoon zijn
en waarin zich geen schadelijke stoffen zoals zwaveloxidanten,
vuil, snijolieresten, vocht of andere verontreiniging heeft verza-
meld. (Het aandeel vreemde bestanddelen in de leidingen zoals
olies voor fabricage moet 30 mg/10 m of minder zijn.)
• Houd voor wat betreft de koelmiddelleidingen rekening met het
volgende.
Materiaal: Naadloze fosfor-gedesoxideerde koperen leiding
Diameter: Zie "6-5 Aansluitvoorbeeld" om de juiste diameter
te bepalen.
Dikte: Kies een dikte voor de koelmiddelleiding die voldoet
aan de nationale en lokale wetgeving.
De Koelmiddelleiding (gasleiding en vloeistofleiding) en koel-
middelaftakking moeten een ontwerpdruk van minstens 3,3
MPa hebben.
Als dit niet bevestigd kan worden, gebruik dan de koelmidde-
laftakkingset gekozen bij 6-5 Aansluitvoorbeeld.
Bestaande leidingen moeten een ontwerpdruk van minstens
3,3 MPa hebben.
Ga in het bijzonder na dat er geen roestvorming is en de dikte
van de leidingen niet kleiner is dan de kleinste dikte hieronder.
Ontlating (O type, 1/2H type) in de tabel geeft de materiaal-
typen aan die gespecificeerd worden in JIS H 3300.
(eenheid : mm)
Ontlating
O type
buitendiameter
φ6,4 φ9,5 φ12,7 φ15,9 φ19,1
kleinste dikte
0,4*
0,5*
0,7*
* Bij buiging van 3×D of meer (D: Buitendiameter koelmiddelleiding)
Ontlating
buitendiameter
φ19,1 φ22,2 φ25,4 φ28,6 φ31,8 φ34,9 φ38,1 φ41,3
kleinste dikte
0,6
0,6
0,7
• Volg bij leidingwerkzaamheden de maximum toegestane lengte,
hoogteverschil en lengte na een aftakking zoals aangegeven in
"6-5 Aansluitvoorbeeld".
Nederlands
Kunsthars
onderlegringen
0,9*
1,0*
(eenheid : mm)
1/2H type
0,8
0,9
1,0
1,1
1,1
• Voor aftakkingen en verbinding van leidingen tussen buitenunits
(in geval van een multi-systeem) is een koelmiddelaftakkingset
(afzonderlijk verkocht) nodig.
Gebruik enkel die items die precies overeenstemmen met de
keuze-indicaties voor de koelmiddelaftakkingset in "6-5 Aansluit-
voorbeeld".
• Als er taps toelopende leidingen worden gebruikt als aftakleidin-
gen, moeten die worden vervangen.
• Als de diameter van de bestaande leidingen verschilt van die van
buiten-/BS-/binnenunits, gebruikt u een ter plaatse gekochte
onregelmatige mof.
6-2 Beveiliging tegen verontreiniging bij het
installeren van leidingen
Bescherm de leidingen om het binnendringen van vocht, stof
en vuil, enz. in de leidingen te voorkomen.
Plaats
Installatieperiode
Meer dan een maand
Buiten
Minder dan een maand
Binnen
Ongeacht de periode
Opmerking
Wees speciaal voorzichtig om te voorkomen dat vuil of stof bin-
nendringt bij het duwen van leidingen door gaten in muren en bij
het naar buiten duwen van leidinguiteinden.
6-3 Aansluiten van de leidingen
•
Zorg ervoor dat u bij het solderen stikstofpermutatie of stiksto-
finblazing uitvoert. (Zie afbeelding 11)
Solderen zonder het uitvoeren van stikstofpermutatie of stik-
stofinblazing in de leidingen veroorzaakt grote hoeveelheden
oxidatiefilm in de leidingen dat afsluiters en compressoren in
het koelsysteem nadelig beïnvloedt en normaal functioneren
verhindert.
(Zie afbeelding 11)
1. Koelmiddel leidingen
2. Plaats van de soldeerverbinding
3. Stikstof
4. Tape
5. Handbedieningsventiel
6. Drukreduceerventiel
•
De drukregelaar voor de bij het solderen in te blazen stikstof
moet ingesteld worden op ongeveer 0,02 MPa (0,2 kg/cm
Voldoende voor het voelen van een lichte bries tegen uw
wang).
Opmerking
Gebruik geen anti-oxidanten bij het solderen van leidingkoppe-
lingen.
Leidingen kunnen door restanten verstopt raken waardoor
apparatuur defect kan raken.
6-4 De koelmiddelleidingen aansluiten
1.
Richting voor het naar buiten brengen van de leidingen
De lokale leidingen tussen de units kunnen aan de voorzijde of
aan de zijkanten aangesloten worden (via de bodem naar buiten
geleid worden), zoals getoond in afbeelding 12.
(Bij het naar buiten leiden via de bodem moet u de uitdrukopening
in het bodemframe gebruiken.)
(Zie afbeelding 12)
1. Aansluiting via linkerzijde
2. Aansluiting via voorzijde
3. Aansluiting via rechterzijde
Voorzorgsmaatregelen bij het uitboren van uitdrukopeningen
• Open een uitdrukopening in het basisframe door de 4 holten
eromheen met een 6 mm boor uit te boren. (Zie afbeelding 13)
(Zie afbeelding 13)
1. Uitdrukopening
2. Boor
3. Hol gedeelte
• Voorkom beschadiging van de behuizing.
• Na het uitkloppen van de openingen wordt het aanbevolen ruwe
gedeelten bij te werken en deze te verven met reparatieverf om
roestvorming te voorkomen.
• Bij het leiden van elektrische bedrading door de uitdrukopenin-
gen, de bedrading met een pijp of moffen beschermen om
beschadiging van de bedrading te voorkomen.
2.
Verwijderen van dichtgeklemde leidingen
•
Wanneer u koelmiddelleidingen aansluit op een buitenunit,
moet u de dichtgeklemde leidingen verwijderen.
Beschermingsmethode
Leiding dichtklemmen
Leiding dichtklemmen of
met tape afplakken
2
:
6