Voorbeelden van installatieruimte
• De vereiste installatieruimte zoals getoond in afbeelding 3 is een
referentie voor de koelingsfunctie wanneer de buitentemperatuur
35°C is.
Als de ontwerpbuitentemperatuur hoger is dan 35° C is of de
warmtebelasting overschrijdt de maximum capaciteit in alle bui-
tenunits, een gelijkmatige grote tussenruimte aanhouden voor de
luchtaanvoer zoals getoond in afbeelding 3.
• Bij het inbouwen, de units installeren aan de hand van de meest
geschikte van de patronen aangegeven in afbeelding 3 voor de
plaats in kwestie en houd daarbij rekening met personenverkeer
en wind.
• Als het aantal units dat geïnstalleerd wordt meer is dan het aantal
aangegeven in het patroon in afbeelding 3, de units zodanig
installeren dat er geen kortsluitingen zijn.
• Voor wat betreft de ruimte aan de voorzijde van de unit, bij het
installeren van de units rekening houden met de benodigde
ruimte voor de lokale koelmiddelleidingen.
• Als de werkcondities in afbeelding 3 niet van toepassing zijn,
rechtstreeks contact opnemen met uw dealer of met Daikin.
(Zie afbeelding 3)
1. Voorzijde
2. Geen beperking voor muurhoogte
3. Onderhoudsruimte aan voorzijde
4. Onderhoudsruimte aan aanvoerzijde
Voor patronen 1 en 2 in afbeelding 3:
•
Muurhoogte voor voorzijde niet hoger dan 1.500 mm.
•
Muurhoogte voor aanvoerzijde niet hoger dan 500 mm.
•
Muurhoogten voor zijkanten – geen limiet.
•
Als de hoogte bovenstaande afmetingen overschrijdt, h1 en
h2 berekenen zoals getoond in onderstaande afbeelding en
h1/2 aan de onderhoudsruimte van de voorzijde toevoegen en
h2/2 aan de onderhoudsruimte van de aanvoerzijde toevoe-
gen.
h1 = A (Werkelijke hoogte) – 1.500
h2 = B (Werkelijke hoogte) – 500
Opmerking
1.
Een inverter airconditioner kan elektronische ruis veroorza-
ken wanneer afgestemd wordt op een AM-zender. Kies met
zorg de plaats waar de airconditioner en de bekabeling moet
worden geïnstalleerd. Zorg dat de afstand tot stereoappara-
tuur, pc's enz. voldoende groot is.
In het bijzonder voor plaatsen met een zwakke ontvangst,
ervoor zorgen dat er een afstand is van tenminste 3 meter
voor binnenhuisafstandsbedieningen, de voedingsbedrading
en transmissiebedrading in buizen plaatsen en de buizen aar-
den.
(Zie afbeelding 4)
1. Binnenunit
2. Aftakschakelaar, overstroomonderbreker, aardlekscha-
kelaar
3. Afstandsbediening
4. Keuzeschakelaar KOELEN / VERWARMEN
5. PC of radio
2.
Bij het installeren op plaatsen waar zware sneeuwval voorkomt,
de volgende maatregelen nemen voor sneeuwafscherming.
• Zorg ervoor dat de standaard hoog genoeg is, zodat de inla-
ten niet door sneeuw geblokkeerd kunnen worden.
• Verwijder de achterste luchtinlaatgrille om te voorkomen dat
sneeuw zich op de vinnen ophoopt.
3.
Als condenswater op een trap (of een stoep) zou kunnen val-
len, afhankelijk van de conditie van de vloer, een maatregel
nemen zoals de installatie van een centrale afvoerbakset
(afzonderlijk verkrijgbaar).
4.
Het koelmiddel R410A is op zichzelf niet giftig, niet brandbaar
en onschadelijk. Wanneer er echter koelmiddel uit een installa-
tie weglekt, kan de concentratie koelmiddel in de betreffende
ruimte de toegestane concentratie overschrijden (afhankelijk
van de grootte van de ruimte). Als gevolg hiervan kan het nood-
zakelijk zijn om maatregelen te nemen tegen mogelijke lekkage.
Zie "14. LET OP BIJ KOELMIDDELLEKKAGE" voor details.
5
4.
HET APPARAAT CONTROLEREN EN
TRANSPORTEREN
• Controleer de verpakking bij aflevering. Neem, wanneer de ver-
pakking beschadigd is, meteen contact op met de vervoerder.
• Neem de volgende punten in acht wanneer u het apparaat ver-
plaatst:
1.
Breekbaar, behandel het apparaat met zorg.
Houd het apparaat rechtop om beschadiging van de comp-
pressor te voorkomen.
2.
Bepaal de transportroute.
3.
Als er een vorkheftruck moet worden gebruikt, moet u erop letten
dat u de vorken door de grote openingen onderaan de unit voert.
(Zie afbeelding 5)
4.
Als de unit wordt opgehesen, een stoffen draagriem gebruiken
om beschadiging van de unit te voorkomen. Houd rekening met
de volgende punten en hang de unit op volgens de procedure
aangegeven in afbeelding 6.
•
Gebruik een draagriem die sterk genoeg is om het gewicht van
de unit te kunnen houden.
•
Gebruik 2 riemen van tenminste 8 m lang.
•
Plaats extra doeken of planken op de plaatsen waar de behui-
zing in contact komt met de draagriem om beschadiging te
voorkomen.
•
Hijs het apparaat op en zorg ervoor dat deze bij zijn zwaarte-
punt wordt opgetild.
5.
Verwijder na installatie de transportgreep die aan de grote ope-
ningen is bevestigd. (Zie afbeelding 6)
6.
Verplaats de unit via de twee bovenste handgrepen achteraan en
de handgrepen onderaan het product, zoals getoond in afbeel-
ding 7.
•
Aangezien de apparatuur breekbaar is, mag het product niet
meer dan 60° worden gekanteld.
•
Draag handschoenen tijdens het werken.
•
Respecteer de plaatselijke werkreglementeringen en werk
steeds met minstens 4 personen.
(Zie afbeelding 5)
1. Vork
2. Gat (groot)
3. Transportgreep (geel)
4. Vaste schroeven transportgreep
(Zie afbeelding 6)
1. Draagriem
2. Plaat
3. Gat (groot)
(Zie afbeelding 7)
1. Stootplaat
2. Funderingssteun
3. Ophangbeugel
Opmerking
Breng opvulmateriaal op de vork aan om te voorkomen dat de lak-
laag van het bodemframe beschadigd raakt om roestvorming te
voorkomen wanneer een unit die een anti-roestbehandeling heeft
ondergaan met een vorkheftruck vervoerd wordt.
5.
PLAATSEN VAN HET APPARAAT
• Zorg ervoor dat het apparaat geïnstalleerd wordt op een vol-
doende stabiele en stevige ondergrond om trillingen en lawaai te
voorkomen. (Zie afbeelding 8)
• De ondergrond moet rondom groter zijn dan de breedte van de
poten van de unit (66 mm), en moet in staat zijn om de unit te
ondersteunen. (Zie afbeelding 9)
Als beschermingsrubbers worden aangebracht, deze over de
gehele voorkant van de ondergrond aanbrengen.
• De ondergrond moet ten minste 150 mm boven de vloer zijn.
• Maak het apparaat aan zijn ondergrond vast met behulp van de
funderingsbouten. (Gebruik vier in de handel verkrijgbare funde-
ringsbouten, moeren en onderlegringen van het type M12.)
• De funderingsbouten moeten 20 mm ingesto-
ken worden.
(Zie afbeelding 8)
1. Het product kan worden onder-
steund bij de vier hoeken.
(Zie afbeelding 9)
1. Punt funderingsbout (φ15 dia. : 4 posities)
2. Diepte van product
Nederlands