2-2 Standaard meegeleverde accessoires
De volgende accessoires worden meegeleverd. De opbergplaats
van de accessoires wordt getoond in afbeelding 1.
• Warmtepompserie (RQYQ)
Aansluitstuk
Aansluitstuk
Naam
gaszijde (1)
gaszijde (2)
Aantal
1 st.
1 st.
Vorm
(Lang)
(Kort)
Naam
Klem (1)
Klem (2)
Aantal
1 st.
8 st.
Vorm
(Groot)
(Klein)
• Warmteterugwinningserie (RQEQ)
Hogedruk/
Aansluit-
Aansluit-
Lagedruk
stuk gas-
stuk gas-
Naam
Aansluit-
aanvoer-
aanvoer-
stuk gas-
zijde (1)
zijde (2)
zijde (1)
Aantal
1 st.
1 st.
1 st.
Vorm
Q140 type: φ15,9,
Q140 type: φ12,7,
Q180·212 type: φ19,1
Q180·212 type: φ15,9
L-type
Naam
verbin-
Klem (1) Klem (2) Klem (3)
ding (1)
Aantal
2 st.
1 st.
8 st.
Vorm
(Groot)
(Klein)
(Zie afbeelding 1)
1. Klemmen, Gebruiksaanwijzing, enz.
2. Aansluitstukken
3. Installatiehandleiding
Opmerking
Geen van de accessoires weggooien voordat de installatie voltooid is.
2-3 Optionele accessoires
Voor het installeren van de buitenunits zijn ook de volgende optio-
nele onderdelen noodzakelijk. Zie "6-5 Aansluitvoorbeeld" voor het
selecteren van de optimale set.
• Koelmiddelaftakkingset
Als het niet mogelijk is om bestaande aftakleidingen te gebruiken of
als er nieuwe leidingen moeten worden geïnstalleerd voor het instal-
leren van de koelmiddelleidingen op BS-/binnenunits, zijn de vol-
gende onderdelen vereist. (Let erop dat u aftakleidingen gebruikt met
een ontwerpdruk van minstens 3,3 MPa.)
Nederlands
Aansluitstuk
Aansluitstuk
L-type
vloeistofzijde
vloeistofzijde
verbinding
(1)
(2)
(1)
1 st.
1 st.
1 st.
Klem (3)
Overige
1 st.
1 st. van elk onderdeel
• Bedieningshandlei-
ding
• Installatiehandleiding
• Conformiteitsverkla-
ring (PED, EMC, MD)
• "VERZOEK VOOR
NOTITIES" label
(Installatienotities)
• "EXTRA
KOELMIDDEL" label
Hogedruk/
Aansluit-
Aansluit-
Lagedruk
stuk vloei-
stuk
Aansluitstuk
stofzijde
vloeistof-
gaszijde
(1)
zijde (2)
(2)
1 st.
1 st.
1 st.
Overige
1 st. van elk
1 st.
onderdeel
• Bedieningshandleiding
• Installatiehandleiding
• Conformiteits-
verklaring (PED,
EMC, MD)
• "VERZOEK VOOR
NOTITIES" label
(Installatienotities)
• "EXTRA
KOELMIDDEL"
label
• Warmtepompserie (RQ(C)YQ)
REFNET-
KHRP26M22H KHRP26M33H KHRP26M72H KHRP26M73H
verdeler
REFNET-
KHRP26A22T KHRP26A33T KHRP26A72T KHRP26A73T
verbinding
• Warmteterugwinningserie (RQCEQ)
voor 3 leidingen
-
KHRP25M33H KHRP26M22H KHRP26M33H
REFNET-
verdeler
KHRP25M72H KHRP25M73H KHRP26M72H KHRP26M73H
REFNET-
KHRP25A22T KHRP25A33T KHRP26A22T KHRP26A33T
verbinding
KHRP25A72T KHRP25A73T KHRP26A72T KHRP26A73T
• Multiverbindingleidingenset voor buitenunit
• Warmtepompserie (RQ(C)YQ)
2 units
3 units
• Warmteterugwinningserie (RQCEQ)
2 units
3 units
4 units
Opmerking
Zorg ervoor dat alle afzonderlijk gekochte accessoires geschikt zijn
voor gebruik met R410A.
2-4 Technische en elektrische gegevens
Zie het Technische gegevens boekje voor de volledige lijst van tech-
nische gegevens.
2-5 Hoofdcomponenten
Zie het Technische gegevens boekje voor de hoofdcomponenten en
de functie van de hoofdcomponenten.
2-6 Installatieprocedure
De installatieprocedure wordt getoond in afbeelding 2. Voer de instal-
latie uit in de getoonde volgorde.
(Zie afbeelding 2)
1. "3. EEN LOCATIE KIEZEN"
2. "4. HET APPARAAT CONTROLEREN EN TRANSPOR-
TEREN"
3. "5. PLAATSEN VAN HET APPARAAT"
4. "6. KOELMIDDELLEIDINGEN"
5. "7. BEDRADING BUITEN HET APPARAAT"
6. "8. LEKTEST EN VACUUMDROGEN"
7. "9. LEIDINGISOLATIE"
8. "10. CONTROLEREN VAN DE APPARATUUR EN DE
INSTALLATIECONDITIES"
9. "11. EXTRA KOELMIDDEL BIJVULLEN EN SYSTEEM
TESTEN"
10. "13. PROEFDRAAIEN"
11. Handelingen waarvoor de voeding aan moet staan.
3.
EEN LOCATIE KIEZEN
Kies voor de installatie een locatie die aan de volgende voorwaarden
voldoet. Vraag toelating aan de klant.
1.
Er kan geen brandgevaar ontstaan als gevolg van lekkage van
ontbrandbare gassen.
2.
Monteer het apparaat op een zodanige plaats dat de luchtstroom
die door het apparaat wordt veroorzaakt (zowel aangezogen als
uitgeblazen lucht) en het geluid dat het apparaat produceert geen
overlast bezorgt.
3.
De fundering is sterk genoeg om het gewicht van het apparaat te
dragen en de vloer waarop het apparaat wordt gemonteerd is vlak
om trillingen en, als gevolg daarvan, geluidsoverlast te voorkomen.
4.
De lengte van de leidingen tussen de binnenunit en de buitenunit
zijn niet langer dan de toegestane leidinglengte. (Zie
"6. KOELMIDDELLEIDINGEN")
5.
Locaties waar de luchtaanvoer- en luchtafvoeropening niet op de
wind gericht staan.
Wind die rechtstreeks in de luchtaanvoer- of luchtafvoeropening
geblazen wordt verhindert de werking van het apparaat.
Installeer indien nodig een soort van windscherm voor de wind af
te schermen.
6.
De ruimte rondom het apparaat moet voldoende zijn voor het uit-
voeren van onderhoud en de minimale ruimte voor luchtaanvoer
en luchtafvoer moet beschikbaar zijn.
(Zie de "Voorbeelden van installatieruimte" voor de minimale
ruimtevereisten.)
voor 2 leidingen
Naam set
BHFP22P36C
BHFP22P54C
Naam set
BHFP26P36C
BHFP26P63C
BHFP26P84C
4