•
Warmteterugwinningserie (RQCEQ)
(Zie afbeelding 29.2)
1. Afsluiter van hogedruk/lagedrukgaszijde
2. Aanzuiggaszijde afsluiter
3. Afsluiter vloeistofzijde
4. Leidingen tussen binnenunits
5. Isolatiemateriaal
6. Gebruik een dichtingsmassa of gelijkaardig afdichtmiddel
(Zie afbeelding 30)
1. Leidinguitvoergatdeksel
2. Open een uitdrukopening bij "
3. Dicht "
" af.
Opmerking
• Na het uitkloppen van de openingen wordt het aanbevolen de
oneffenheden van de uitdrukopeningen bij te werken (zie afbeel-
ding 30) en de randen en de gedeelten rondom de randen te ver-
ven met reparatieverf.
10. CONTROLEREN VAN DE APPARA-
TUUR EN DE INSTALLATIECONDI-
TIES
Controleer de volgende punten.
Voor diegenen die de elektrische verbindingen maken
1.
Controleer op defecten in de besturingsbedrading of loszittende moeren.
Zie "7-4 Aansluiten van de transmissiebedrading".
2.
Controleer op defecten in de voedingsbedrading en aardingsbe-
drading of loszittende moeren.
Zie "7-5 Aansluiten van de voedingsbedrading".
3.
Is de isolatie van het hoofdvoedingscircuit verouderd?
Meet de isolatie en controleer of de isolatie boven de normale
waarde is overeenkomstig de betreffende plaatselijke en lande-
lijke bepalingen.
Voor diegenen die de leidingen aanleggen
1.
Zorg ervoor dat de leidingdiameter correct is.
Zie "6-1 Keuze van het leidingmateriaal en de koelmiddelaf-
takkingset".
2.
Zorg ervoor dat alle isolatiewerk is uitgevoerd.
Zie "9. LEIDINGISOLATIE".
3.
Zorg er voor dat er geen defect is in de koelmiddelleiding.
Zie "6. KOELMIDDELLEIDINGEN".
11. EXTRA KOELMIDDEL BIJVULLEN EN
SYSTEEM TESTEN
Bij het verlaten van de fabriek is de buitenunit met koelmiddel gevuld,
echter bij installatie moeten sommige systemen afhankelijk van de
diameter en de lengte van de leidingen nog met extra koelmiddel
worden bijgevuld.
Volg de procedure aangegeven in dit hoofdstuk voor het bijvullen van
extra koelmiddel.
Voer daarna de werkingstest uit.
11-1 Alvorens met het werk te beginnen
[Betreffende de koelmiddeltank]
Controleer voor het vullen of de tank is voorzien van een sifon of niet
en plaats de tank zo dat het koelmiddel in vloeibare vorm wordt bij-
gevuld. (Zie onderstaande afbeelding.)
Met sifonleiding
Zet de tank rechtop en vul.
(De sifonleiding gaat volledig naar binnen,
zodat de tank voor het vullen in vloeibare
vorm niet ondersteboven hoeft te worden gezet.)
Overige tanks
Zet de tank ondersteboven en vul.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Gebruik altijd het juiste koelmiddel (R410A). Als het systeem
gevuld wordt met koelmiddel dat vreemde bestanddelen bevat,
kan dit tot een ontploffing of een ongeval leiden.
19
• R410A is een gemengd koelmiddel, dus als dit in gasvorm bijge-
vuld wordt kan de samenstelling van het koelmiddel veranderen,
waardoor normaal functioneren verhinderd wordt.
[Gebruik van de afsluiter]
Volg bij de bediening van de afsluiter de hieronder aangegeven procedure.
Opmerking
• Open de afsluiter niet alvorens de "10. CONTROLEREN VAN DE
APPARATUUR EN DE INSTALLATIECONDITIES" uitgevoerd is.
Als de afsluiter open blijft staan zonder dat het apparaat is inge-
schakeld, kan dit tot een opeenhoping van koelmiddel in de com-
pressor leiden en de isolatie beschadigen.
".
• Gebruik steeds de juiste gereedschappen.
De afsluiter is geen type met klepzitting. Als deze open gefor-
ceerd wordt, kan het klephuis breken.
• Bij gebruik van een onderhoudsaansluiting, de vulslang gebruiken.
• Controleer na het vastdraaien van de dop of er geen koelmiddelgas
lekt.
[Aantrekkoppel]
De diameters van de afsluiters op elk model en het aantrekkoppel
voor elke diameter wordt in onderstaande tabel aangegeven.
<Diameter van afsluiter>
• Warmtepompserie (RQ(C)YQ)
Afsluiter vloeistofzijde
Afsluiter gaszijde
• Warmteterugwinningserie (RQCEQ)
Afsluiter vloeistofzijde
Afsluiter gaszijde
Afsluiter van
hogedruk/
lagedrukgaszijde
<Aantrekkoppel>
• Warmtepompserie (RQ(C)YQ)
Afmeting
van de
afsluiter
φ 9,5
φ 15,9
• Warmteterugwinningserie (RQCEQ)
Afmeting
van de
afsluiter
φ 9,5
φ 15,9
[Openen]
1.
Verwijder de dop en draai de as linksom met de inbussleutel (JISB4648).
2.
Draai tot de spindel stopt.
3.
Vergeet niet de dop weer terug te plaatsen.
(Zie voor het aantrekkoppel, het gedeelte <Aantrekkoppel>.)
[Sluiten]
1.
Verwijder de dop en draai de afsluiter rechtsom met de inbussleu-
tel (JISB4648).
2.
Draai de afsluiter tot de spindel de afdichting van de behuizing raakt.
3.
Vergeet niet de dop weer terug te plaatsen.
(Zie voor het aantrekkoppel, het gedeelte <Aantrekkoppel>.)
Q140 type
Gebruik
Q180 type wordt afgestemd op de lokale
leidingen φ19,1 via aansluitstukken.
Q140 type
Gebruik
Q180 en Q212 type worden afgestemd op de
lokale leidingen φ19,1 via aansluitstukken.
Q140 type wordt afgestemd op de lokale
leidingen φ12,7 via aansluitstukken.
Aantrekkoppel N·m (Rechtsom draaien om te sluiten)
Spindel (afsluiterhuis)
Inbussleutel:
5,4 ~ 6,6
4 mm
Inbussleutel:
13,5 ~ 16,5
6 mm
Aantrekkoppel N·m (Rechtsom draaien om te sluiten)
Spindel (afsluiterhuis)
Inbussleutel:
5,4 ~ 6,6
4 mm
Inbussleutel:
13,5 ~ 16,5
6 mm
(Zie afbeelding 33)
1. Onderhoudsopening
2. Dop
3. Inbusgaten
4. Spindel (afsluiterhuis)
5. Afdichtgedeelte
Q180 type
φ 9,5
φ 15,9
Q180 type
Q212 type
φ 9,5
φ 15,9
φ 15,9
Dop
Onderhouds-
(klepdeksel)
opening
13,5 - 16,5
11,5 ~ 13,9
22,5 - 27,5
Dop
Onderhouds-
(klepdeksel)
opening
13,5 ~ 16,5
11,5 ~ 13,9
22,5 ~ 27,5
Nederlands