• Warmteterugwinningserie (RQCEQ)
RQCEQ280=RQEQ140+RQEQ140
RQCEQ360=RQEQ180+RQEQ180
RQCEQ460=RQEQ140+RQEQ140+RQEQ180
RQCEQ500=RQEQ140+RQEQ180+RQEQ180
RQCEQ540=RQEQ180+RQEQ180+RQEQ180
RQCEQ636=RQEQ212+RQEQ212+RQEQ212
RQCEQ712=RQEQ140+RQEQ180+RQEQ180+RQEQ212 Geen vereisten
RQCEQ744=RQEQ140+RQEQ180+RQEQ212+RQEQ212 Geen vereisten
RQCEQ816=RQEQ180+RQEQ212+RQEQ212+RQEQ212 Geen vereisten
RQCEQ848=RQEQ212+RQEQ212+RQEQ212+RQEQ212 Geen vereisten
7-2 Aansluitvoorbeeld van bedrading voor het
gehele systeem
•
Warmtepompserie (RQ(C)YQ)
(Zie afbeelding 19.1)
1. Voeding
2. Hoofdschakelaar
3. Aardlekschakelaar
4. Zekering
5. Buitenunit
6. Keuzeschakelaar KOELEN / VERWARMEN
7. Afstandsbediening
8. Binnenunit
•
Warmteterugwinningserie (RQCEQ)
(Zie afbeelding 19.2)
1. Voeding
2. Hoofdschakelaar
3. Aardlekschakelaar
4. Zekering
5. Buitenunit
6. Keuzeschakelaar KOELEN / VERWARMEN
7. Afstandsbediening
8. Binnenunit
9. BS-unit
Opmerking
•
Zorg ervoor dat de zwakstroom elektrische bedrading (bijv. voor
de afstandsbediening, tussen de units, enz.) en de voedingsbe-
drading niet vlak bij elkaar geleid worden en op een afstand van
tenminste 50 mm van elkaar geïnstalleerd worden.
Wanneer deze bedradingen te dicht bij elkaar geleid worden kan
dit elektrische interferentie, storingen en defecten veroorzaken.
•
Sluit de voedingskabels aan op het voedingskabelaansluit-
puntenblok en bevestig deze op de manier zoals beschreven
in "7-5 Aansluiten van de voedingsbedrading".
•
De transmissiebedrading moet worden bevestigd zoals
beschreven in "7-4 Aansluiten van de transmissiebedra-
ding".
•
Zet de bedrading vast met klemmen zoals isolatieklembanden
om contact met de leidingen te voorkomen.
•
Vorm de bedrading zodanig dat onderdelen zoals het deksel
van de elektrische aansluitingenkast niet vervormd kunnen
raken. Sluit het deksel stevig.
7-3 Leiden van de bedrading
• Voer de voedingsbedrading en de aardingsbedrading naar buiten
via de voedingsbedradingopening aan de zijkanten, de voorzijde
(uitdrukopening) of het bodemframe (uitdrukopening).
• Leid de transmissiebedrading via de bedradingsopening (uitdruko-
pening) in de voorzijde van het apparaat of via een leidingopening.
(Zie afbeelding 20)
1. Elektrisch bedradingsschema
2. Op de achterzijde van het deksel van de elektrische aan-
sluitingenkast.
3. Voedingsbedrading, aardingsbedrading (in buizen)
4. (Wanneer de bedrading naar buiten geleid wordt via het
zijpaneel.)
5. Transmissiebedrading
6. Leidingopening
7. Buis
8. Voor voedingsbedrading en aardingsbedrading
9. Via deksel
10. Snijd voor gebruik de gearceerde delen af.
11. Braam
12. Uitdrukopening
13. Voor transmissiebedrading
Opmerking
• Open de uitdrukopeningen met een hamer of iets dergelijks.
Nederlands
• Na het uitkloppen van de openingen wordt het aanbevolen ruwe
Minimale
Z
(Ω)
max
S
waarde
sc
• Bij het leiden van bedrading door de uitdrukopeningen, bramen
Geen vereisten
1813804
Geen vereisten
2359468
Geen vereisten
2993538
• Wanneer de mogelijkheid bestaat dat kleine dieren het systeem
Geen vereisten
3266370
Geen vereisten
3539202
Geen vereisten
3422187
7-4 Aansluiten van de transmissiebedrading
4407099
• Zie afbeelding 21, 22 voor de aansluiting van de transmissiebe-
4368094
4601921
4562916
• Alle transmissiebedrading moet ter plaatse worden betrokken.
• Transmissiebedrading (Over het symbool
gedeelten bij te werken en deze te verven met reparatieverf om
roestvorming te voorkomen.
rondom de uitdrukopeningen verwijderen en de bedrading
beschermen met beschermingstape. (Zie afbeelding 20)
binnendringen, alle openingen afdichten (gearceerde delen in
afbeelding 20) met materiaal (niet meegeleverd).
drading tussen de buitenunit en binnenunit, buitenunit en buitenu-
nit van een ander systeem, buitenunit en buitenunit van hetzelfde
systeem (enkel multi-systeem) of naar de keuzeschakelaar KOE-
LEN/VERWARMEN.
•
Warmtepompserie (RQ(C)YQ)
(Zie afbeelding 21.1)
1. Aansluitvoorbeeld enkelvoudig systeem
2. Buitenunit
3. Keuzeschakelaar KOELEN / VERWARMEN
4. Naar buitenunit van een ander systeem
5. Paar de terminalsymbolen aan elkaar. (Heeft polariteit)
6. Gebruik duplexkabels
7. Binnenunit
8. De voedingsbedrading nooit aansluiten
•
Warmteterugwinningserie (RQCEQ)
(Zie afbeelding 21.2)
1. Elektrische aansluitingenkast
2. De voedingsbedrading nooit aansluiten.
3. Naar buitenunit van een ander systeem
4. Gebruik duplex kabels (Geen polariteit)
5. BS-unit
6. Binnenunit
7. Binnenunit (Alleen koelen)
(Zie afbeelding 22)
1. Aansluitvoorbeeld multi-systeem
2. Buitenunit A (Masterunit)
3. Buitenunit B (Subunit)
4. Keuzeschakelaar KOELEN / VERWARMEN
5. Naar binnenunit
6. Naar buitenunit van een ander systeem
Voor alle bedrading moet afgeschermde vinyldraad
2
0,75-1,25 mm
of kabel (duplex) gebruikt worden. (Triplex enkel
voor keuzeschakelaar KOELEN/VERWARMEN.)
21, 22) dient te gebeuren binnen de volgende beperkingen.
Als deze worden overschreden, kunnen er zich besturingsproble-
men voordoen.
Tussen buitenunit en binnenunit
1
Tussen buitenunit en buitenunit van andere systemen
Max. lengte van bedrading
Max. lengte van bedrading
Max. aantal aftakkingen
Max. aantal buitenunits van andere systemen die
kunnen worden aangesloten
(Zie afbeelding 23)
1. Buitenunit
2. Binnenunit
3. Aftaklijn 1
4. Aftaklijn 2
5. Geen aftakking is toegestaan na aftakking
6. Hoofdlijn
7. Centrale afstandsbediening, enz.
8. Aftaklijn 3
9. Transmissiebedrading tussen buitenunit en binnenunit
10. Transmissiebedrading tussen buitenunit en buitenunit
Tussen buitenunit en buitenunit van hetzelfde systeem
2
(Enkel voor multisysteem)
Max. lengte van bedrading
Transmissiebedrading naar keuzeschakelaar KOELEN/VER-
3
WARMEN
Max. lengte van bedrading
~
, zie afbeelding
1
3
: 1.000 m
: 2.000 m
: 16
[Opmerking] Geen aftak-
king is toegestaan na
aftakking (Zie
afbeelding 23)
: 10
: 30 m
: 500 m
16