• Voor elk koelmiddelleidingsysteem moet een werkingtest worden
uitgevoerd.
Controleren is onmogelijk als meerdere systemen tegelijk worden
gedaan.
• De afzonderlijke problemen van binnenunits kunnen niet worden
gecontroleerd.
Ga deze problemen na door het systeem te laten proefdraaien
nadat de werkingstest voltooid is. (Zie hoofdstuk 13)
• De werkingstest kan niet worden uitgevoerd in de warmteterug-
winningmodus of andere onderhoudsmodi.
<Over het bijvullen van extra koelmiddel>
• Als de afmetingen en lengte van de lokale leidingen vastliggen,
berekent u hoeveel koelmiddel nog moet worden bijgevuld via de
methode voor het berekenen van de extra bij te vullen hoeveel-
heid koelmiddel in de installatiehandleiding. Vul daarna bij in
overeenstemming met "6-5. Aansluitvoorbeeld". (De duur van de
werkingstest zal korter worden.)
Hoewel uit berekening zou moeten blijken dat er geen extra hoe-
veelheid moet worden bijgevuld, is bijvullen soms toch nodig,
afhankelijk van de installatieomstandigheden, enz.
• Als er wordt gewerkt met lange leidingen maar de diameter en
lengte van de lokale leidingen zijn niet bekend, wordt een indicatie
voor de bij te vullen hoeveelheid koelmiddel gegeven op de LED
van de buitenunit en (voor BRC1A52) op de afstandsbediening.
Zie daarvoor de lijst met aanduidingen van de afstandsbediening
bij "11-2. Uitvoeren van de werkingstest".
<Opmerkingen bij de werkingstest>
• Als de test wordt uitgevoerd binnen ongeveer 12 minuten nadat
de binnen-, BS- en buitenunits werden aangezet, zal H2P aan-
gaan en zal de compressor niet beginnen te werken.
Start de werking nadat de juiste indicatie werd aangegeven op de
LED volgens "11-2-2. Werkingstest".
• Voor systemen met meerdere buitenunits gebeurt de bediening
van de drukknoppen en de controle van de LED-indicaties bij de
masterunit.
De buitenunit waarop de draden naar de binnenunits zijn aange-
sloten, is de masterunit.
• Het kan tot 10 minuten na het opstarten van het systeem duren
voordat de compressor begint te werken. Dit wijst niet op een sto-
ring in het systeem, maar dient om de toestand van het koelmid-
del gelijkmatig te regelen.
• Een binnenunit kan niet afzonderlijk worden gecontroleerd.
Controleer bij normale werking via de afstandsbediening na deze
werkingstest.
• Voer geen werkingstest uit wanneer er aan de binnenunits wordt
gewerkt.
Tijdens de werkingstest worden niet enkel buitenunits maar ook
binnenunits bediend.
• Sluit tijdens het werken alle buitenpanelen, behalve dat van de
elektrische aansluitingenkast.
• Het bijvullen na een werkingstest moet gebeuren wanneer de bui-
tentemperatuur 0° C of hoger is, en de binnentemperatuur 10° C of
hoger is.
Als de buitentemperatuur te laag is, zakt de temperatuur van de
koelmiddeltank en kan het onmogelijk worden om bij te vullen.
Als de binnentemperatuur te laag is, kan dit resulteren in overma-
tig bijvullen.
• Sluit de buitenpanelen behalve wanneer u de drukknoppen
gebruikt of de vulleiding installeert.
• Het geluid van de koelmiddelstroom, het aanslaan van de elektro-
magnetische kleppen, enz. kan soms luider zijn tijdens de werking.
11-2-1. Voorbereidingen voor de werkingstest
1.
Zorg ervoor dat de volgende werkzaamheden voltooid zijn over-
eenkomstig de installatiehandleiding.
Leidingenwerk
Bedradingswerk
Lektest
Vacuümdrogen
Installatiewerk voor binnenunit
Installatiewerk voor BS-unit (enkel voor RQCEQ-serie)
2.
Bereken de "extra bij te vullen hoeveelheid" aan de hand van "Zo
berekent u de toe te voegen hoeveelheid koelmiddel" in "6-5 Aan-
sluitvoorbeeld".
Als uit de berekening blijkt dat extra koelmiddel moet worden toe-
gevoegd, moet u de koelmiddeltank voorbereiden. Als de diame-
21
ter en lengte van de plaatselijke leidingen niet precies gekend
zijn, schat de hoeveelheid extra koelmiddel dan bij benadering en
bepaal de juiste koelmiddeltank.
Als uit de berekening blijkt dat er geen extra koelmiddel nodig is,
kan het soms toch nodig zijn extra koelmiddel bij te vullen naar-
gelang de installatieomstandigheden.
11-2-2. Werkingstest
• Voer na de initiële installatie een werkingstest uit.
• Als de werkingstest abnormaal wordt afgebroken, verschijnt er
een storingscode op de afstandsbediening. Kijk om welke sto-
ringscode het gaat, los het probleem op en voer de werkingstest
opnieuw uit.
• Als u probeert terug te keren naar een normale werking nadat de
werkingstest abnormaal werd afgebroken, zal storingscode "U3"
verschijnen en zal de normale werking niet worden hervat.
• Zie "LED display van de buitenunit na voltooiing van de werkings-
test" om de test normaal te beëindigen.
• De werkingstest voert de volgende tests uit. Respecteer bij het
uitvoeren van de werkingstest de volgende procedure.
Controle van het openen van de afsluiter
Controle bedradingsfouten
Behandeling verontreinigingen
Berekening leidinglengte
Controle hoeveelheid koelmiddel
Toevoegen extra koelmiddel (vereist de aansluiting van een
koelmiddeltank afhankelijk van de leidinglengte.)
Opmerking
• Voer de werkingstest enkel uit als de buitentemperatuur 0° C of
meer bedraagt en de binnentemperatuur 10°C of meer.
Anders kunnen controles van de hoeveelheid koelmiddel en het
toevoegen van extra koelmiddel niet correct worden uitgevoerd
tijdens de werkingstest.
(Als de buitentemperatuur te laag is, kan de temperatuur van het
koelmiddel zakken en kan de tank mogelijk niet worden bijgevuld.
Als de binnentemperatuur te laag is, wordt mogelijk te veel koel-
middel toegevoegd aan de tank.)
LED display buitenunit na voltooiing van de werkingstest
H1P H2P H3P H4P H5P H6P H7P
h
Normale beëindiging
h
Abnormale beëindiging
Als de werkingstest abnormaal wordt afgebroken, verschijnt er een
storingscode op de afstandsbediening.
[Procedure van de werkingstest]
• Warmtepompserie (RQ(C)YQ)
•
Zet de afsluiter van de gas-/vloeistofleidingen volledig open. (*1)
•
Regel de lokale instellingen indien nodig bij met de DIP-scha-
kelaar (DS-1) op de printplaat van de buitenunit (A1P).
Raadpleeg het label "Voorzorgsmaatregelen bij onderhoud"
(boven) op het deksel van de elektrische aansluitingenkast
voor instructies met betrekking tot de lokale instellingen.
•
Sluit het deksel van de elektrische aansluitingenkast, en zet
alle buiten- en binnenunits in hetzelfde koelsysteem aan.
(Om de vloeistofcompressie van de compressor te stoppen,
moet u de stroom zes uur vooraf aanzetten en de carterver-
warming activeren.)
•
Voer bij de installatie een werkingstest uit in overeenstemming
met [Werkingstest].
Na ongeveer 45 minuten en niet langer dan 60 minuten gelo-
pen te hebben (*2) beëindigt het systeem automatisch de wer-
kingstest. (*3)
Als de werkingstest stopt, betekent dit dat hij voltooid is, tenzij
er een storingscode wordt getoond. Ongeveer 5 minuten
nadat de werkingstest voltooid is, kan de normale werking
worden hervat.
Raadpleeg [Aanduiding van storingscode op afstandsbedie-
ning] als er een storingscode wordt getoond en voer de wer-
kingstest opnieuw uit.
h
k
h
h
h
h
k
k
h
h
h
h
Nederlands