eventueel opgeroepen met andere codes. Welke programmering er van
toepassing is, vindt u in de bijbehorende systeemdocumentatie.
Als er geen alarmnummer wordt opgeslagen, wordt als alternatief – en
indien dit nummer beschikbaar is – het SOS-noodoproepnummer
gekozen.
Alarm aut.beantw: als de functie is ingeschakeld, wordt tijdens het voor-
alarm elke willekeurige oproep automatisch aangenomen. Als de
functie is uitgeschakeld en er tijdens het vooralarm een oproep
binnenkomt of er al een gespreksverbinding bestaat, wordt na afloop
van het vooralarm het alarmoproepnummer gekozen.
Onafhankelijk van de instelling worden oproepen van het alarmop-
roepnummer of het SOS-noodoproepnummer automatisch aange-
nomen en het vooralarm beëindigd.
SOS-toon: het vooralarm kan met en zonder SOS-toon op de handset
plaatsvinden. Als de SOS-toon is ingeschakeld, wordt de signalisering
met stijgend volume uitgevoerd.
Herhaling: dit is de tijdspanne waarna een hernieuwd vooralarm met daarop
volgend kiezen van het alarmoproepnummer wordt uitgevoerd (bijv.
omdat de oproep naar het alarmoproepnummer door het systeem is
afgebroken).
Handsfr.in alarm: u kunt instellen of de alarmoproep in de handenvrij- of
hoorn-modus moet worden verricht. Deze instelling geldt ook voor de
noodoproep via de SOS-noodoproeptoets.
Meerdere alarmsoorten tegelijkertijd geactiveerd
Vermijd het gelijktijdig activeren van de drie soorten sensoralarm, waarbij zeer
korte vertragingstijden en herhalingen zijn ingesteld en mogelijk het voor-
alarm uitgeschakeld is. Door het gelijktijdig activeren van de alarmoproep is
het in bepaalde gevallen niet meer mogelijk om toegang te krijgen tot het
menu (voor het deactiveren van een alarmsoort). Plaats in dit geval de
handset in het laadstation en laat het daar. Verricht vervolgens de instel-
lingen.
Basisfuncties
Speciale functies
53