Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ingebruikname Documenteren; Overdracht Aan De Gebruiker - Vaillant auroFLOW plus VPM 15 D Installatie- En Onderhoudshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor auroFLOW plus VPM 15 D:
Inhoudsopgave

Advertenties

9 Overdracht aan de gebruiker

8.5.3
Gewenste temperatuur
verwarmingsaanvoer
Aanwijzing
Als u een systeemthermostaat aangesloten hebt,
dan verschijnt dit menupunt niet.
Menu → Installateurniveau → Configuratie → Temperatuur
verwarming
De gewenste temperatuur van de verwarmingsaanvoer is
vanuit de fabriek op 40 °C ingesteld. U kunt waarden tussen
20°C en 90°C instellen.
8.5.4
Gewenste temperatuur warm water
Aanwijzing
Als u een systeemthermostaat aangesloten hebt,
dan verschijnt dit menupunt niet.
Menu → Installateurniveau → Configuratie → Temperatuur
water
De gewenste temperatuur voor warm water is af fabriek op
65°C ingesteld. U kunt waarden tussen 20°C en 90°C instel-
len.
8.5.5
Maximale boilertemperatuur
Menu → Installateurniveau → Configuratie → Max. boiler-
temp.
De maximale boilertemperatuur is af fabriek op 95 °C inge-
steld. U kunt waarden tussen 60°C en 95°C instellen.
8.5.6
Inschakel verschil
Menu → Installateurniveau → Configuratie → Inschakel-
verschil
Hier stelt u het temperatuurverschil in dat tussen de boiler-
temperatuurvoeler (T6 resp. SP2 bij aangesloten systeem-
thermostaat) en de collectortemperatuurvoeler voorhanden
moet zijn opdat de zonnepomp gestart wordt.
8.5.7
eBUS thermostaat
Menu → Installateurniveau → Configuratie → eBUS ther-
mostaat
Hier kunt u aflezen of de zonneregelaar de systeemthermo-
staat herkent.
8.5.8
Vulcapaciteit
Menu → Installateurniveau → Configuratie → Vulcapaciteit
Bij VPM 30 D: het is mogelijk dat de vereffening van de col-
lectorvloeistof tussen de voorraadreservoirs niet snel genoeg
gebeurt en de zonnepompen lucht aanzuigen. Om dat te ver-
hinderen, worden de beide zonnepomp afzonderlijk opge-
start. Tijdens de eerste trap loopt alleen de onderste zonne-
pomp. Via Vulcapaciteit kunt u instellen met welk vermogen
de onderste zonnepomp tijdens de eerste trap loopt. Verlaag
de vulcapaciteit zodanig dat het collectorvloeistofpeil in het
voorraadreservoir van de basismodule niet onder de pompas
van de onderste zonnepomp daalt.
24
8.5.9
Vereffeningstijd
Menu → Installateurniveau → Configuratie → Compensa-
tietijd
Bij VPM 30 D: het is mogelijk dat de vereffening van de col-
lectorvloeistof tussen de voorraadreservoirs niet snel genoeg
gebeurt en de zonnepompen lucht aanzuigen. Om dat te ver-
hinderen, worden de beide zonnepomp afzonderlijk opge-
start. Tijdens de eerste trap loopt alleen de onderste zon-
nepomp. Via Compensatietijd kunt u instellen hoe lang de
eerste trap duurt. Stel de vereffeningstijd zo in dat het col-
lectorvloeistofpeil in beide voorraadreservoirs tot 5 cm gena-
derd is voor de tweede zonnepomp ingeschakeld wordt.
8.5.10 Softwareversie
Menu → Installateurniveau → Configuratie → Softwarever-
sie
Hier kunt u aflezen welke softwareversie op de zonnerege-
laar geïnstalleerd is. De softwareversies van het display (AI)
en van de hoofdprintplaat (SMU) worden afwisselend weer-
gegeven.
8.6

Ingebruikname documenteren

Overloop de volgende instellingen en waarden in de
checklist voor de gebruiker:
Systeemparameters
Systeemspoeling en -vulling
Installatiecontroles
Thermostaatinstellingen
9
Overdracht aan de gebruiker
1.
Informeer de gebruiker van het zonnesysteem over de
bediening en de werking van het product.
2.
Geef aan de gebruiker uitleg over de algemene veilig-
heidsinstructies.
3.
Wijs de gebruiker vooral op de veiligheidsvoorschriften
die hij in acht moet nemen.
4.
Geef aan de gebruiker uitleg over positie en werking
van de veiligheidsinrichtingen van de installatie.
5.
Wijs de gebruiker op het belang van een regelmatig on-
derhoud door een erkende installateur. Om een regel-
matige uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden
te garanderen, raden we aan om een onderhoudscon-
tract af te sluiten.
6.
Draag het product over aan de gebruiker.
7.
Geef aan de gebruiker uitleg over de fundamentele
bediening van het product.
8.
Geef de gebruiker alle voor hem bestemde handleidin-
gen en productpapieren, zodat hij ze kan bewaren.
9.
Neem de gebruiksaanwijzing samen met de gebruiker
door.
10. Beantwoord evt. zijn vragen.
11. Wijs de gebruiker erop dat de handleidingen in de na-
bijheid van het product moeten blijven, maar niet in of
op het product.
12. Leg de gebruiker uit hoe hij het waterpeil/de vuldruk
van de installatie moet controleren en verwarmingswa-
ter moet bijvullen.
Installatie- en onderhoudshandleiding auroFLOW plus 0020160584_04

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Auroflow plus vpm 30 d

Inhoudsopgave