8.1
Installatie vullen en ontluchten
1.
Schakel het product via een scheidingsinrichting met
minstens 3 mm contactopening (bijv. zekeringen of ver-
mogensschakelaar) spanningsvrij.
2.
Haal de frontmantel eraf. (→ Pagina 11)
8.1.1
Afsluitvoorzieningen openen
▶
Open alle evt. voorhanden afsluitinrichtingen in het boi-
lerlaadcircuit.
8.1.2
Boilerlaadcircuit vullen en ontluchten
1.
Bescherm de spanningvoerende componenten tegen
lekkend water.
2.
Controleer of de snelontluchter (1) geopend is.
3.
Draai de kap van de snelontluchter evt. een tot twee
draaien los.
Aanwijzing
De kap van de snelontluchter moet bij het
gebruik van de installatie de eerste twee
maanden een tot twee draaien gelost blij-
ven. Twee maanden na het vullen van het
boilerlaadcircuit kunt u de kap van de snel-
ontluchter dichtdraaien.
4.
Open alle evt. voorhanden afsluitinrichtingen in het boi-
lerlaadcircuit.
5.
Controleer aan de voorhanden manometer de druk in
het boilerlaadcircuit en vul indien nodig water bij.
6.
Controleer het boilerlaadcircuit op dichtheid.
Voorwaarden: Boiler is een auroSTOR
▶
Vul het boilerlaadcircuit met geschikt verwarmingswater.
▶
Spoel de boiler grondig uit zodat de lucht uit de spiraal-
buis ontsnapt.
▶
Controleer de druk in het boilerlaadcircuit.
0020160584_04 auroFLOW plus Installatie- en onderhoudshandleiding
–
Let hierbij op de voordruk van het door de klant geïn-
stalleerde expansievat.
8.1.3
Voorraadreservoir vullen
Gevaar!
Mogelijk gevaar voor de gezondheid door
lekkende collectorvloeistof!
Tijdens het vullen kan collectorvloeistof aan
de ontluchtingsklep lekken.
▶
Bescherm u tegen evt. lekkende collector-
vloeistof.
Opgelet!
Beschadigingsgevaar door ongeschikte
collectorvloeistof!
Het gebruik van ongeschikte collectorvloei-
1
stof kan tot functiestoringen en tot schade
aan het zonnesysteem leiden.
▶
Vul uitsluitend met Vaillant collectorvloei-
stof.
Aanwijzing
Voor het makkelijk vullen van collectorvloeistof
raden we aan om de verplaatsbare vulinrichting te
gebruiken.
1
1.
Sluit een tot aan de grond reikende slang aan de ont-
luchtingsklep (1) aan.
2.
Open de ontluchtingsklep (1).
3.
Sluit een vulpomp aan de vulaansluiting (2) aan.
4.
Zorg ervoor dat de vulslang vrij is van knikken en S-
bochten.
5.
Open de vulkraan.
Ingebruikneming 8
2
19