▶ Controleer het aangezogen grondwater op
voldoende kwaliteit.
1.2.14 Materiële schade door additieven in
het verwarmingswater
Ongeschikte antivries- en anticorrosiemidde-
len kunnen pakkingen en andere componen-
ten van het CV-circuit beschadigen en daar-
door waterlekken veroorzaken.
▶ Verrijk het verwarmingswater alleen met
de toegestane antivries- of anticorrosie-
middelen.
1.2.15 Schade aan gebouwen door
ontbrekende afsluitinrichtingen
Ontbrekende afsluitinrichtingen kunnen
schade aan het gebouw veroorzaken.
▶ Installeer de door de installatienormen
vereiste, noodzakelijke afsluitinrichtingen.
1.2.16 Vorstschade door ongeschikte
opstellingsplaats
Bij vorst bestaat gevaar voor schade aan het
toestel en aan de volledige CV-installatie.
▶ Zorg ervoor dat de CV-installatie bij vorst
in elk geval in gebruik blijft en alle vertrek-
ken voldoende verwarmd zijn.
Ook als vertrekken of de hele woning tijdelijk
niet gebruikt worden, moet de verwarming in
gebruik blijven!
De vorstbeveiliging en bewakingsinrichtingen
zijn alleen actief als het toestel van stroom
voorzien wordt. Het toestel moet op de
stroomvoorziening aangesloten zijn.
De warmtepomp zelf bezit geen vorstbeveili-
gingsfunctie. Voor het storingvrije gebruik van
het koelcircuit moet een minimale ruimtetem-
peratuur van 7°C in acht genomen worden.
Als de ruimtetemperatuur onder 7°C daalt,
kan het tot vorstschade aan de warmtepomp
komen.
1.2.17 Vorstschade door ontoereikende
ruimtetemperatuur
Bij te lage instelling van de ruimtetempera-
tuur in verschillende ruimtes kan niet uitge-
sloten worden dat onderdelen van de CV-
installatie door vorst beschadigd worden.
0020130861_02 geoTHERM Installatie- en onderhoudshandleiding
▶ Verzeker u ervan dat, als u tijdens een
vorstperiode afwezig bent, de CV-instal-
latie in werking blijft en de kamers vol-
doende op temperatuur worden gehouden.
▶ Neem de aanwijzingen i.v.m. vorstbeveili-
ging in acht.
1.2.18 Vorstschade door stroomuitval
Bij een uitval van de stroomvoorziening kan
niet uitgesloten worden dat onderdelen van
de CV-installatie door vorst beschadigd wor-
den.
Als u het toestel bij stroomuitval met een
noodstroomaggregaat gebruiksklaar wilt hou-
den, neem dan het volgende in acht:
▶ Zorg ervoor dat de technische waarden
(frequentie, spanning, aarding) van het
noodstroomaggregaat met de waarden
van het stroomnet overeenkomen.
1.2.19 Materiële schade door ongeschikt
montageoppervlak
Het montageoppervlak moet vlak en voor het
bedrijfsgewicht van het toestel voldoende
draagvermogen hebben. Oneffenheid van het
montageoppervlak kan lekken in het toestel
veroorzaken. Bij ontoereikend draagvermo-
gen kan het toestel loskomen en vallen. On-
dichtheden aan de aansluitingen kunnen hier-
bij levensgevaar betekenen.
▶ Zorg ervoor dat het toestel vlak tegen het
montageoppervlak ligt.
▶ Zorg ervoor dat het montageoppervlak
voor het bedrijfsgewicht van het toestel
voldoende draagvermogen heeft.
1.2.20 Kans op materiële schade door
ongeschikt gereedschap
▶ Om schroefverbindingen vast te draaien of
te lossen, dient u geschikt gereedschap te
gebruiken.
1.2.21 Toestelstoring door verkeerde
installatiedruk
Om de werking van de installatie met een te
geringe waterhoeveelheid te vermijden en
daardoor mogelijke gevolgschade te vermij-
den, dient u het volgende in acht te nemen:
▶ Controleer regelmatig de installatiedruk
van de CV-installatie.
Veiligheid 1
5