9 Verhelpen van storingen
Code Betekenis
Compressorveiligheidsschakelaar open
F.726
Lagedrukschakelaar geopend
F.730
Hogedrukschakelaar geopend
F.731
Compressoruitlaattemperatuur te hoog
F.732
Verdampingstemperatuur te laag
F.733
Condensatietemperatuur te laag
F.734
40
Oorzaak
–
Compressor oververhit, bijv. door ge-
bruik buiten zijn toepassingsgrenzen
–
Maximale omgevingstemperatuur
voor de warmtepomp van 40°C werd
overschreden
–
Compressor geblokkeerd door me-
chanisch defect
–
Compressor geblokkeerd door te
hoog drukverschil bij het inschakelen
(> 3 bar)
–
Lagedrukschakelaaringang niet ge-
brugd (X22-8 naar X22-11)
–
Koudemiddeldruk te hoog. De geïn-
tegreerde hogedrukschakelaar is bij
41,5 bar (g) geactiveerd
–
Niet voldoende energieafgifte via de
betreffende condensator
De compressoruitlaattemperatuur ligt
boven 115°C:
–
Toepassingsgrenzen overschreden
–
EEV functioneert niet of opent niet
correct
–
Koudemiddelhoeveelheid te gering
–
Geen doorstroming in het omge-
vingscircuit (CV-bedrijf)
–
Te geringe energie-opbrengst in het
omgevingscircuit (CV-bedrijf) of afgif-
tecircuit (koelbedrijf)
–
Temperatuur in het afgiftecircuit (CV-
bedrijf) resp. omgevingscircuit (koel-
bedrijf) te laag voor compressorbe-
drijf
–
Koudemiddelhoeveelheid te laag
Installatie- en onderhoudshandleiding geoTHERM 0020130861_02
Oplossing
–
Omgevingstemperaturen onder
40°C verlagen
–
Drukverschil bij de startpoging
controleren
–
Kabelboom vervangen
–
Afgiftecircuit ontluchten
–
Te geringe volumestroom door
sluiten van kranen in afzonder-
lijke vertrekken bij een vloerver-
warming
–
Vuilzeven op doorlaatbaarheid
controleren
–
Koudemiddeldoorstroming te ge-
ring (bijv. elektronisch expan-
sieventiel defect, vierwegklep is
mechanisch geblokkeerd, filter
verstopt)
–
VWL (koelbedrijf): ventilatoreen-
heid en luchtkanalen op vervui-
ling controleren
–
Lagedruksensor, compressorin-
en uitlaatvoeler controleren
–
EEV controleren (loopt de
EEV in de eindaanslag?
sensor/actortest gebruiken)
–
Koudemiddelhoeveelheid contro-
leren (750 g)
–
Dichtheidscontrole uitvoeren
–
Doorstroming in het omgevings-
circuit controleren
–
Dimensionering van het omge-
vingscircuit controleren (CV-be-
drijf) voor VWS/VWW
–
Als thermostaatkranen in het
afgiftecircuit voorhanden zijn,
op geschiktheid voor koelbedrijf
controleren (koelbedrijf)
–
VWL (CV-bedrijf)
–
Ventilatoreenheid en luchtka-
nalen op vervuiling controle-
ren
–
EEV controleren (loopt de
EEV in de eindaanslag? sen-
sor/actortest gebruiken)
–
Lagedruksensor en compressor-
inlaatvoeler controleren
–
EEV controleren (loopt de
EEV in de eindaanslag?
sensor/actortest gebruiken)
–
Compressorinlaatsensor, hoge-
en lagedruksensor controleren
–
Koudemiddelhoeveelheid contro-
leren (750 g)
–
Dichtheidscontrole