5.3.8
CV-circuits met directe koppeling
installeren
1.
Installeer de hydraulische componenten conform de
plaatselijke vereisten zoals bij het systeemschemavoor-
beeld, zie bijlage Systeemschema's (→ Pagina 49).
2.
Sluit het vloercircuit direct aan de warmtepomp aan.
3.
Sluit twee maximaalthermostaten aan om de vloerbe-
schermingsfunctie van de warmtepomp en van de gas-
ketel te garanderen. Zie bijlage Bedradingsschema's
(→ Pagina 56).
4.
Zorg ervoor dat een minimale hoeveelheid circulatiewa-
ter gegarandeerd is.
–
Minimale hoeveelheid circulatiewater: 40% van de
nominale volumestroom
5.
Installeer telkens een van de bijgeleverde terugslag-
kleppen in de aanvoer van de warmtepomp en van de
gasketel.
–
De stromingsrichting wijst van het toestel in de rich-
ting van de CV-installatie, de terugstroming naar het
toestel wordt geblokkeerd.
6.
Monteer de componenten van het systeem conform
de systeemschema's, zie bijlage Systeemschema's
(→ Pagina 49).
5.3.9
CV-circuits met alternatief CV-bedrijf
installeren
1.
Installeer de hydraulische componenten zoals bij het
systeemschemavoorbeeld, zie bijlage Systeemsche-
ma's (→ Pagina 49).
Aanwijzing
De CV-circuits zijn door een open verdeler of
een tussenwarmtewisselaar van de gasketel
en de warmtepomp gescheiden.
2.
Zorg ervoor dat een minimale hoeveelheid circulatiewa-
ter gegarandeerd is.
–
Minimale hoeveelheid circulatiewater: 40% van de
nominale volumestroom
3.
Installeer telkens een van de bijgeleverde terugslag-
kleppen in de aanvoer van de warmtepomp en van de
gasketel.
Aanwijzing
Als u tussen warmtepomp en CV-installatie
een open verdeler geïnstalleerd hebt, moet
de systeemvoeler VF2 in de aanvoer van de
open verdeler naar de CV-installatie aange-
bracht worden.
4.
Monteer de componenten van het systeem conform
de systeemschema's, zie bijlage Systeemschema's
(→ Pagina 49).
0020130861_02 geoTHERM Installatie- en onderhoudshandleiding
5.3.10 CV-circuits met parallel CV-bedrijf
installeren
1.
Installeer de hydraulische componenten conform de
plaatselijke vereisten zoals bij het systeemschemavoor-
beeld, zie bijlage Systeemschema's (→ Pagina 49).
Aanwijzing
Voor het parallelle CV-bedrijf is de installatie
van de 2-zonekit (Vaillant toebehoren) ver-
eist. De warmtepomp, de gasketel en de ge-
wenste CV-circuits worden aan de 2-zonekit
aangesloten.
Aanwijzing
Bij het gebruik van een 2-zonekit (Vaillant
toebehoren) zijn de twee terugslagkleppen
niet nodig.
2.
Sluit twee maximaalthermostaten aan om de vloerbe-
schermingsfunctie van de warmtepomp en van de gas-
ketel te garanderen.
3.
Zorg ervoor dat een minimale hoeveelheid circulatiewa-
ter gegarandeerd is.
–
Minimale hoeveelheid circulatiewater: 40% van de
nominale volumestroom
4.
Monteer de componenten van het systeem conform
de systeemschema's, zie bijlage Systeemschema's
(→ Pagina 49).
5.4
Installatie vullen en ontluchten
5.4.1
CV-circuit vullen en ontluchten
5.4.1.1 CV-water conditioneren
Het toevoegen van additieven aan het CV-water kan mate-
riële schade veroorzaken. Voor de verdraagzaamheid van
additieven in het overige CV-systeem en voor de werkzaam-
heid ervan aanvaardt Vaillant geen aansprakelijkheid.
Bij ondeskundig gebruik van de volgende producten werden
bij Vaillant toestellen tot nu toe geen onverdraagzaamheden
vastgesteld.
Additieven voor reinigingsmaatregelen (aanslui-
tend uitspoelen vereist)
–
Fernox F3
–
Sentinel X 300
–
Sentinel X 400
Additieven die permanent in de installatie blijven
–
Fernox F1
–
Fernox F2
–
Sentinel X 100
–
Sentinel X 200
Antivriesmiddelen die permanent in de installatie
blijven
–
Fernox Antifreeze Alphi 11
–
Sentinel X 500
▶
Informeer de gebruiker over de nodige maatregelen, in-
dien u deze additieven hebt gebruikt.
▶
Informeer de gebruiker over de noodzakelijke werkwijze
voor de vorstbeveiliging.
Montage 5
23