5 Montage
5.2.3
Frontmantel afnemen
1.
Los de schroef (1) aan de onderkant van de warmte-
pomp.
2.
Druk beide borgklemmen (2) aan de onderkant van de
warmtepomp in, zodat de frontmantel loskomt.
3.
Trek de frontmantel aan de onderste rand naar voren.
4.
Til de frontmantel naar boven uit de houder.
5.2.4
Mantel afnemen
1.
Verwijder de beide schroeven (1).
2.
Trek het onderste deel van de mantel naar voren.
3.
Til de mantel naar boven toe af.
20
2
1
3.
2.
1.
5.2.5
Transportbeveiligingen verwijderen
1.
Haal de frontmantel eraf. (→ Pagina 20)
2.
Haal de mantel eraf. (→ Pagina 20)
3.
Verwijder de transportbeveiligingen (schuimstofstukken)
links en rechts:
–
aan de zijkant onder het platform van het koelcircuit.
4.
Verwijder de transportbeveiliging (schuimstofstuk) uit de
frontmantel.
5.3
Installatie uitvoeren
5.3.1
Hydraulische installatie uitvoeren
Opgelet!
Gevaar voor beschadiging door vuil in
verwarmingsaanvoer en -retour!
Vuil zoals lasparels, hamerslag, hennep,
stopverf, grof vuil e.d. uit buisleidingen kun-
nen zich in de warmtepomp afzetten en tot
storingen leiden.
▶
Spoel de CV-installatie voor het aanslui-
ten van de warmtepomp zorgvuldig uit om
mogelijk vuil te verwijderen!
Opgelet!
Beschadigingsgevaar door ondichtheden!
Mechanische spanningen aan aansluitleidin-
gen kunnen tot ondichtheden en hierdoor tot
schade aan het toestel leiden.
▶
Vermijd mechanische spanningen aan
aansluitleidingen!
1.
Installeer de aansluitleidingen volgens de maat- en aan-
sluittekeningen.
2.
Plaats de muurklemmen voor de bevestiging van de
CV-circuit- en brijncircuitleidingen niet te dicht bij de
warmtepomp aan om een geluidsoverdracht te vermij-
den.
Aanwijzing
De compressor van de warmtepomp is dub-
bel trillingsontkoppeld. Door het systeem ver-
oorzaakte trillingen van het koelcircuit wor-
den hierdoor geëlimineerd. Er kunnen echter
onder bepaalde voorwaarden resttrillingen
ontstaan.
3.
Gebruik eventueel in de plaats van muurklemmen koel-
klemmen met extra rubberen isolatie en eventueel pant-
serslangen (rubberen slangen met wapening).
4.
Gebruik geen gegolfde slangen van roestvrij staal om te
hoge drukverliezen aan waterzijde te vermijden.
5.
Breng in de CV-installatie ontluchters aan.
5.3.2
Vereisten aan het CV-circuit
Bij CV-installaties, die overwegend met thermostatisch of
elektrisch geregelde ventielen uitgerust zijn, moet een per-
manente, voldoende doorstroming van de warmtepomp ge-
garandeerd worden. Onafhankelijk van de keuze van de CV-
Installatie- en onderhoudshandleiding geoTHERM 0020130861_02