Het apparaat instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn met een
computermodem
1.
Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (het
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het
snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort
aan de achterkant van het apparaat.
2.
Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij het apparaat aan
op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE
aan de achterkant van het apparaat.
Opmerking
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het
apparaat op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor
aanwezig zijn.
3.
Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op het apparaat.
4.
Als u een ander telefoonsnoer gebruikt, sluit u het ene uiteinde aan op de 2-EXT-
poort op de achterzijde van het apparaat. Sluit het andere uiteinde van het
telefoonsnoer aan op de parallelle splitter op de zijde met één telefoonpoort.
5.
Haal de stekker van uw computermodem uit het stopcontact en sluit deze aan op
de parallelle splitter aan de zijde met twee telefoonpoorten.
6.
Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van
faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking
Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet
uitschakelt in de software van uw modem, kan het apparaat geen faxen
ontvangen.
Problemen met faxen oplossen
225