X3
VWS 260
▶
Verwijder de brug op klem X3 ().
▶
Verbind een 2-polige stuurkabel met het relaiscontact
(potentiaalvrij) van de rondstuurontvanger en met de
klem X3 (LS/21).
7.7
Brijnpomp en boilerlaadpomp aansluiten
Geldigheid: VWS 400/780/3 S1
X2
N
L1
X2
X3
N
L1
▶
Sluit de brijnpomp op de met de sticker WQP gemar-
keerde aansluitingen N en L1 van de klem X2 aan.
▶
Sluit de boilerlaadpomp op de met de sticker WEP
gemarkeerde aansluitingen N en 6 van de klem X3
aan.
7.8
Systeemcomponenten aansluiten
1.
VWS 260
Sluit de volgende componenten op de hoofdthermo-
staat aan:
–
Buitentemperatuursensor TA
–
Buffertemperatuursensor TPO, TPM
–
Warmwatertemperatuursensor TB
22
X3
VWS 400/780
X3
LS 21
N 6
N 6
VWS 400/780
–
Mengertemperatuursensor TMK
–
Pompen en stelaandrijvingen
2.
Houd de overzichten in de bijlage aan:
Aansluitprincipe (→ Pagina 30)
Printplaat thermostaat (→ Pagina 31)
7.9
Stroomvoorziening tot stand brengen
1.
Sluit de netaansluitkabel op de desbetreffende klem-
men (X1, X3) aan.
2.
Sluit de PE-geleider van de aansluitkabel op de aard-
rail aan.
3.
Bevestig de netaansluitkabels in de snoerontlastingen.
7.10
Extra module aansluiten
▶
Houd de installatiehandleiding van de extra module aan.
7.11
Elektrische installatie afsluiten
1.
Controleer de uitgevoerde aansluitingen op goede be-
vestiging en voldoende elektrische isolatie..
2.
Draai alle schroeven aan de trekontlastingsklemmen
vast.
3.
Bevestig de beide platen weer met de vier moeren.
4.
Monteer de mantel. (→ Pagina 14)
8
Bediening
8.1
Bedieningsconcept van het product
Het bedieningsconcept alsook de aflees- en instelmoge-
lijkheden van het gebruikersniveau zijn eveneens in de ge-
bruiksaanwijzing beschreven.
Instellingen, die alleen door een vakman mogen worden
uitgevoerd, zijn beveiligd met een wachtwoord.
8.2
Wachtwoord vakman invoeren
1.
Selecteer SERVICE REPORT Wachtwoordinvoer.
2.
Stel met de draaiknop het wachtwoord in (216).
3.
Druk op de draaiknop, om de invoer te bevestigen.
◁
Het toegangsarchief wordt weergegeven.
4.
Druk op de linkertoets om terug te keren naar het
menu.
8.3
Modus instellen
1.
Selecteer het CV-circuit, waarvoor u de modus wilt in-
stellen, bijv. Hoofdmenu → VERWARMINGSCIRCUIT
1.
2.
Druk de draaiknop in.
3.
Selecteer Bedrijfskeuze Bedrijfskeuze verwarming.
4.
Stel met de draaiknop de gewenste modus in:
Parameter (→ Pagina 32)
5.
Druk op de draaiknop, om de instelling te bevestigen.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020316442_01