5
Mantelbuis
6
Drainage
6.
Dicht de muurdoorvoer en de mantelbuis deskundig af.
–
Gebruik voor de muurdoorvoer een mantelbuis of
muurkoker.
–
Gebruik aan de buitenkant en binnenkant van de
muur telkens een ringvormige afdichting voor de
ruimte rondom de muurkoker en de doorgevoerde
brijnleidingen.
–
Neem het buitenste uiteinde van de muurdoorvoer
op in het buitenste gebouwafdichtingsvlak.
–
Houd rekening met de muurconstructie (stenen,
beton).
–
Houd rekening met de grondwateromstandigheden.
–
Gebruik voor het afdichten geen PU-schuim.
5.2
Brijnleidingen in gebouwen installeren
Opgelet!
Risico voor geluidsoverdracht!
Bij verkeerde installatie van de brijnleidingen
kan tijdens bedrijf geluidsoverdracht naar het
gebouw optreden.
▶
Installeer de brijnleidingen in het gebouw
niet in de afwerkvloer of het metselwerk.
▶
Installeer de brijnleidingen in gebouwen
niet door woonruimten.
▶
Wanneer aan één van deze voorwaarden
niet kan worden voldaan, adviseren wij de
inbouw van een geluiddemper.
1.
Installeer de brijnleidingen van de wanddoorvoer naar
de warmtepomp.
2.
Buig de brijnleidingen slechts één keer in hun defini-
tieve positie. Gebruik een buigveer of een buiggereed-
schap om knikken te vermijden.
3.
Buig de brijnleidingen haaks ten opzicht van de wand
en vermijd mechanische spanning bij de installatie.
4.
Wanneer hiervoor de buigveer niet kan worden ge-
bruikt, ga dan als volgt te werk:
–
Snijd op de plaats, waar de buiging moet worden
uitgevoerd, de warmte-isolatie uit.
–
Buig de brijnleiding met een pijpbuiger in de ge-
wenste vorm.
–
Plaats aansluitend de warmte-isolatie weer om de
brijnleiding en dicht de snijranden af met passend
isolatieband.
5.
Zorg ervoor dat de brijnleidingen de muur niet raken.
6.
Gebruik voor de bevestiging contactgeluidontkoppelde
leidingklemmen met rubberen inlegstukken. Plaats de
leidingklemmen om de warmte-isolatie van de brijnlei-
ding.
7.
Installeer de brijnleidingen niet in de omgeving van
slaapkamers.
8.
Installeer de brijnleidingen zodanig, dat de stromings-
snelheid niet hoger wordt dan 0,8 m/s.
0020316442_01 Installatie- en onderhoudshandleiding
7
Fundament
Geldigheid: VWS 400/780/3 S1
▶
Installeer aanvullende componenten conform het sys-
teemontwerp (→ bijlage).
–
Afsluit- en ontluchtingskleppen
–
Expansievat
–
Veiligheidsventiel
–
Brijnpomp
–
Doorstromingssensor
–
Flexibele slangen (alleen bij VWS 400/780)
5.3
Warmtepomp op brijncircuit aansluiten
1.
Verbind de brijnleidingen met de brijnaansluitingen van
het product (→ Pagina 8).
2.
Isoleer de brijnleidingen in de omgeving van de aan-
sluitingen.
3.
Bereken de benodigde vulhoeveelheid van het brijncir-
cuit, rekening houdend met:
–
Leidinglengte
–
Buisdiameter
–
Vloeistofinhoud van de warmtepomp
4.
Meng het brijn in een schoon reservoir. Gebruik als
vorstbeveiliging ethyleenglycol in een mengverhouding
van 25–30 vol-% (≈ vorstbeveiliging: –12 tot –15 °C).
De antivriesvloeistof mag niet met agressief onbehan-
deld water (pH-waarde < 7,0), gedestilleerd water of
regenwater worden gemengd.
5.
Controleer de vorstbeveiliging, de pH-waarde en de
reserve-alkaliteit.
6.
Controleer de juiste mengverhouding met een repre-
sentatieve vloeistofhoeveelheid (bijv. 3 keer 1/4 l).
–
Refractometer
Geldigheid: VWS 260/3 S1
▶
Spoel het brijncircuit via de vul- en aftapkraan.
Aanwijzing
De vul- en aftapkraan heeft speciaal
schroefdraad (M21x1,5) voor de slang-
koppeling. Bewaar de meegeleverde
slangkoppeling bij de warmtepomp.
Geldigheid: VWS 400/780/3 S1
▶
Spoel het brijncircuit via de lokaal geïnstalleerde vul-
en aftapkraan.
7.
Vul het brijncircuit.
8.
Ontlucht het brijncircuit.
17